werkwijze bij voorbaat als orthodox beschouwt. Rechtzinnigheid is een begrip, dat juist op theorie betrekking pleegt te hebben en juist ten aanzien van enkele theoretische uitgangspunten is, zo vindt de commissie, de heer Veer op de verkeerde weg. 4. Ons archiefschema is inderdaad ingegeven door de code-V.N.G. Deze code is een decimaal opgezette, systematische indeling van onderwerpen, waarbinnen men zaaks- gewijze geordende mappen met losse stukken dossiers) kan plaatsen. Bovendien is deze zo opgezet, dat niet zo zeer het onderwerp bepalend is voor de plaatsing van de stukken, als wel de aard van de bemoeienis die een overheidsorgaan met deze zaak heeft. Eerdere decimale registratuurplannen, zoals dat van Zaalberg ('Bloemendaals stelsel', 'gele boekje') werden op den duur onwerkbaar, doordat de systematiek ervan (namelijk een zonder meer onderwerpsgewijze indeling, zoals ook Veer presenteert), aan de registratuur te weinig de mogelijkheid bood om bij het klasseren van stukken objectief te werk te gaan; dat probleem werd overwonnen door het 'gezichtspunt van de administratie' als uitgangspunt te kiezen voor de klassering van stukken binnen het registratuurplan. Dat is ook de reden waarom de code onderscheid maakt tussen de gemeente-ontvanger als instituut (dus niet, zoals Veer zegt 'in het algemeen') en de rechtspositie van de per soon, die de functie bekleedt. Evenzo is de bemoeienis met de volksgezondheid onder 'openbare gezondheid', name lijk de voorkoming van besmettelijke ziekten en andere preventieve en controlerende taken, wezenlijk verschillend van gezondheidszorg als onderdeel van de maatschappe lijke zorg, die het individu als doel heeft. Men kan stukken over het vissen aantreffen onder eigendommen' (verpachting van gemeentelijk viswater), 'economische zaken' (verdeling van beschikbaar economisch potentieel, dus onder andere visvergunningen) en onder sport en recreatie' (subsidie voor een hengelsportvereniging). Uiteraard be hoeft men niet ieder detail van de code door dik en dun te verdedigen (de commissie heeft zelf een aantal voorbeelden gegeven, waar de code tekort schiet, en er zullen er nog wel meer zijn) maar het uitgangspunt voor klassering: gezichtspunt van de admi nistratie, moet daarbij onverlet blijven. Verschil van mening is er over -1.713 tot en met -1.719. Belastingheffing is volgens Veer voor 'de' administratie alleen een middel om inkomsten te verwerven en volgens Veer behoort deze dan ook thuis onder -07.352.63. Het grootste gedeelte van de rubriek -1.713 tot en met -1.719 bevat belastingen, gehe ven op grond van eigendom en bezit van (gerekend vanuit het gezichtspunt van dé over heidsadministratie) derden, zodat de plaatsing van 'belastingen' vlak bij 'eigendom van derden' terecht of tenminste verklaarbaar is. De meeste andere soorten belastingen, voor zover door de (gemeentelijke) overheid geheven, vindt men op de desbetreffende onderwerpen bijvoorbeeld rechten Warenwet (-1.773.11), marktgelden (-1.824.511.2), schoolgelden (-1.851.02.2). De opsomming onder -1.71 is inderdaad wat onevenwichtig (de commissie had ook ten aanzien van de plaatsing van stukken betreffende het ka daster al aanmerkingen); men kan zich afvragen, waarom bijvoorbeeld verbruiksbe lastingen (-1.715) niet onder economische aangelegenheden zijn geplaatst (-1.82). Evenals men de stukken betreffende de uitgaven voor sociale zorg (-1.84) en onderwijs (-1.851) voor derden aldaar vindt, zo staan de stukken betreffende inkomsten uit be- [266] lastingen, grotendeels geheven naar eigendom van derden onder -1.71. De interne ad ministratieve verwerking, waarmee de buitenwacht niets meer te maken heeft, vindt men zowel voor de inkomsten als voor de uitgaven onder het algemeen hulpgetal voor administratie als zodanig, dus .07 en daarbinnen het financiële aspect, dus .07.352. Anders gezegd: taken ten opzichte van derden staan onder -1, zuiver interne zaken on der .07/.08. De algemene aanduiding voor -1 in de code: 'Verzorgingstaken, belangenbehartiging', kan vooral voor buitenstaanders verwarrend zijn; de heer Veer zal zich toch niet tot die categorie rekenen? De belastingkohieren worden overigens voor zover zij deel uitmaken van te bewaren bij lagen tot de rekening wèl onder financiën beschreven. Bij de correcties, die de commissie heeft voorgesteld, is er overigens niet één, waarbij dossiers uit de -1-groep ('taken') naar .07 en .08 ('het orgaan') is verhuisd. In sommige gevallen heeft de commissie minder dui delijke punten kunnen oplossen door rubrieksaanduidingen aan te passen. Dat de code- V.N.G. geen willekeurige onderwerpenindeling is, waarbinnen registrator noch archiva ris willekeurig met dossiers mag schuiven, heeft voor de commissie vastgestaan. Hoe praktisch dit theoretische uitgangspunt is, zij geïllustreerd aan Veers voorbeeld van de gemeente-ontvanger. Wouters is als jong secretarie-ambtenaar bij gemeente X in dienst gekomen. Na eerst met de registratuur te zijn opgeknapt heeft hij gelukkig na en kele jaren het diploma gemeenteadministratie I behaald en kan hij zijn carrière en de studie op de secretarie-afdeling financiën voortzetten. Na enkele jaren wordt hij daar sous-chef en tenslotte kan hij gemeente-ontvanger wor den. Waar plaatst Veer nu de stukken betreffende Wouters' rechtspositie? Wouters kan zich nog verder opwerken en wordt chef financiën in een grotere gemeente elders. Als hij vele jaren later met pensioen gaat, komt de Pensioenraad bij gemeente X naar dienstjaren informeren. Bij Veers werkwijze bestaat het persoonsdossier Wouters niet meer. 5. Een principieel verschil tussen de ordening in de dynamische en de statische fase bestaat volgens de orthodoxe theorie niet, en laten wij ons voor de orthodoxie dan ge makshalve maar op paragraaf 16 en 18 van de Handleiding beroepen. Dat de commissie ten aanzien van het archiefschema op twee gedachten hinkt vol gens Veer: tussen de zaaksgewijze ordening van de code-V.N.G. en de onderwerpsge wijze aanpak is dan ook onjuist. Het ('gebruikelijke') onderscheid, stukken van al gemene aard stukken betreffende bijzondere onderwerpen, is geen onderwerpsgewij ze aanpak, maar een aanpak naar archivistische kenmerken. De commissie heeft een oplossing voorgesteld voor niet-zaaksgewijs geordende stukken in een overigens vol gens een dossierstelsel geordend archief en heeft daarvoor gekozen: de dossiers en enke le bijzondere series als stukken betreffende bijzondere onderwerpen aan te merken en de serie van algemene aard (vrijwel uitsluitend notulen) als stukken van algemene aard daarvoor te plaatsen. 6. Tussen de uiteindelijke archiefinventaris en de dossierinventaris bestaat dan ook in het geheel geen tegenstelling. Men kan de oorspronkelijke dossierinventaris als het ware [267]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 38