Er zijn nog meer factoren op te sommen die vooraf nagegaan moeten worden, voordat een plan gemaakt kan worden waarin de beschikbare beveiligingsmiddelen kunnen worden geprojecteerd. 3 Preventie en repressie Een overzicht van de beveiligingsmiddelen die kunnen worden gebruikt wordt in fig. 1 gegeven. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen preventieve maatregelen en technieken en repressieve maatregelen. Ter toelichting van het onderscheid twee voor beelden met betrekking tot een archief: - als preventieve maatregel kan worden ingesteld: een origineel stuk wordt nooit in handen van een bezoeker gegeven, maar alleen een kopie, of men geeft een TV- beeld van het stuk (door het personeel in het archief te verzorgen inclusief een spraakverbinding (Intercom), - repressieve maatregel: er is in het vrij toegankelijke archief geen enkele controle, slechts hulpvaardigheid bij het zoeken naar de gevraagde stukken; deze worden ter inzage aan de bezoeker gegeven. Bij het verlaten van het gebouw worden de bezoe ker en bagage gecontroleerd op eventueel legaal of illegaal meegenomen stukken of andere eigendommen van het archief. Bij het aantreffen van illegaal bezit wordt on middellijk de politie ingeschakeld. In het algemeen kan worden gesteld dat preventie dat pakket van maatregelen omvat dat voorziet in voorkoming van het gevreesde effect zoals beschadiging, diefstal, in braak etc. Repressie omvat het pakket van maatregelen dat achteraf probeert de schade zoveel mogelijk te beperken en de verdachten verbaliseert. Dit kan o.a. door melden, publiceren, visitatie, zoeken, registreren, beloning uitloven en door de taken van politie en justitie ter zake. Een sterke repressie kan op zijn beurt ook weer aanzienlijk preventief werken maar het is altijd beter te voorkomen dan te moeten achterhalen of te restaureren. 4 Preventieve beveiligingsmaatregelen 4.1 Uit het overzicht van fig. 1 valt te zien dat met behulp van de genoemde middelen op een aantal manieren een beveiliging voor een object kan worden opgebouwd van een volledige personele bewaking en signalering tot een volledig technische beveiliging. Di rect moet worden opgemerkt dat geen enkel technisch systeem zonder menselijke tus senkomst kan functioneren voor het nemen van de uiteindelijke beslissingen en actie. Er zijn bepaalde categorieën van beveiligingsmaatregelen die niet effectief zijn, wan neer zij op zichzelf staand worden toegepast, zoals bijvoorbeeld de puur elektronische systemen. Deze systemen signaleren alleen maar en dat helpt niet als er een gemakkelijk te betreden gebouw mee wordt bewaakt, dat verder geen personele of mechanische be lemmeringen heeft. De aanwezigheid van een vertraging is vereist zoals goed gesloten deuren die de indringtijd bij inbraak en/of vluchttijd verlengen. Dit houdt in dat er een geschikte combinatie van categorieën 1 t/m 7 uit fig. 1 gemaakt moet worden, die voor (Meervoudige lussen) actie/reactie drukknop Objecten externe centrale Ruimtelijke bewaking Gevelbewaking Accesscontrole Terreinapparaten Accesscontrole identificatie Lokale Centrale verificatie beslissing actie extern: politie brandweer technische dienst medische dienst etc. intern: eigen personeel Figuur 2 Locale installatie. het gestelde doel voor ieder object zo optimaal mo, moet zijn. In fig. 1 zijn achter eenvolgens verticaal de beveiligingsmaatregelen wet ,egeven. Horizontaal zijn uitgezet de diverse stadia van de planning, de uitvoering v t het systeem en de stappen in de meldings- en terugmeldingsprocedure. De ingetekende lijnen in de matrix geven de op bouw van mogelijke beveiligingssystemen aan. Bijvoorbeeld: Er is gekozen voor een geroutineerde mechanische beveiliging met perso neel zoals onder 3, 5 en 8 van fig. 1 is vermeld. De eerste twee kolommen geven de keu ze en de uitwerking aan. De volgende de wijze van signalering en de overdracht. Als er verstoringen zijn, dan moeten deze worden waargenomen door mensen. Het personeel zorgt voor de overdracht van de melding naar een centraal punt en neemt tegelijkertijd zelf actie. Dit is weergegeven met de doorgaande lijn in rij 3 en/of met inschakeling van rij 8, het communicatiesysteem (bijvoorbeeld de telefoon). Een ander voorbeeld is het volgende: Stel er is gekozen voor een elektronische beveiliging voor een redelijk af te sluiten ge bouw. Dan wordt rij 6 gevolgd tot de melding van een storing terecht moet komen bij een punt waar menselijke actie wordt vereist, rij 3, bijvoorbeeld een lokale centrale (zie ook fig. 2). Vervolgens kan de informatie elektronisch worden doorgemeld naar andere punten waar de actie wordt gecoördineerd (rij 8). [222] [223]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 16