ten, te weten decentralisatie van de Rijksarchiefdienst, het invoeren van verant woordelijkheid van de provincies als eigen archiefbeherende instanties vanaf een nader te bepalen datum, of handhaving van de bestaande situatie. Alle leden van de commissie waren het eens over een sluitend net van lokale archiefdiensten over het gehele land. In september 1980 is er departementsberaad geweest met als uitkomst een accoord over het sluitend net van gemeente- en streekarchieven; een verklaring over de niet-wenselijkheid van 3 lagen van archiefbeherende instellingen; dat als er gedecentraliseerd zou worden, dit naar de gemeenten zal moeten geschieden; de Rijksarchiefdienst blijft gecentraliseerd. Tevens werd de commissie uitgenodigd een voorstel te doen over de decentralisatie. Deze uitslag heeft de commissie zeer te leurgesteld: er werd niet uit de met zorg opgestelde modellen gekozen en het enige dat door de commissie a priori verworpen was, werd sterk benadrukt als wenselijk. Voor die decentralisatie werd toen een aparte sub-commissie ingesteld, waarvan het rapport binnenkort besproken zal worden. De commissie heeft haar hoop gevestigd op de adviezen die door de Staatssecretaris gevraagd zijn aan de Archiefraad en de Raad voor Binnenlands Bestuur over de door de Staatssecretaris voor mogelijk ge houden organisatie van het archiefwezen. Enkele onderwerpen zijn afgedaan d.m.v. deelnota's; een aantal nota's is nog in behandeling, o.a. over de opleidingen. Tevens is nog een aantal deelonderzoeken nodig. De werkzaamheden zijn echter sterk vertraagd, eerst door de komst van een nieuw hoofd van de afdeling Archieven van CRM en vervolgens door de ziekte van dat hoofd. Daarom is nu de oplossing gekozen dat de leden Ketelaar, Van Albada en Caminada gedrieën het eindrapport zullen maken, waarbij dr. Ketelaar als scribent op zal treden. In de zomer en najaar van 1981 zullen de meeste zaken afge rond worden, waarna begin 1982 de nota uitgebracht kan worden. Daarna dient nog de wetswijziging gerealiseerd te worden. Dr. Van Hoboken vraagt of het standpunt van de commissie nota archiefbeleid in zake het opnemen van particuliere archieven in openbare archiefbewaarplaatsen, als neergelegd in de interimnota, ongewijzigd is gebleven. Het antwoord is, dat dit standpunt geheel is veranderd. Gehoopt wordt, dat vanwege het ministerie van bin nenlandse zaken de gemeentebesturen zal worden verzocht meer aandacht te be steden aan het behoud van particuliere archieven. Dr. Pirenne vraagt of de eindnota nog in bespreking komt bij de ledenvergadering. Drs. Van Albada bevestigt dit. Rondvraag: dr. Struick heeft in drie recentelijk ontvangen vacatureoproepen voor middelbare archiefambtenaren grote salarisverschillen ontdekt. Z.i. dient een be paald minimum gehandhaafd te worden en oproepen met een geboden salaris on der dat minimum zouden geweigerd dienen te worden. De heer Douglas informeert naar de functies van de nieuwe bestuursleden. De voorzitter deelt mede dat dr. Ketelaar vice-voorzitter zal zijn; i.v.m. de ziekte van de secretaris is de verdere verdeling van functies nog onzeker. Hierna niets meer aan de orde zijnde sluit hij de vergadering, waarna mr. Van Heel nog enige mededelingen doet i.v.m. het bezoek aan het Algemeen Rijksarchief resp. het Iconographisch Bureau en het Centraal Bureau voor Genealogie, die hierna volgen. Jaarrede van de voorzitter van de Vereniging van Archivarissen in Neder land, drs. C. O. A. baron Schimmelpenninck van der Oije, uitgesproken op de vergadering te 's-Gravenhage op 23 februari 1981. Het is niet aan ons om te oordelen of iemand beter 'Bij klimmender zonne' de Ger- maansche rechtspleging in den Ballerkuil kan bijwonen dan bij ondergaande zon het neusje van Cleopatra bestuderen. Het eerstgenoemde fenomeen is de titel van een open luchtspel, dat in 1895 te Rolde werd vertoond en waarvoor de toenmalige rijksarchiva ris in Drenthe, mr. S. Gratama met dr. L. Knappert inleiding, tekst en aantekeningen verschafte. 'Het neusje van Cleopatra' is de titel van een ingezonden stuk1 van de huidi ge provinciale inspecteur der archieven in dezelfde provincie. Is de belangstelling van de vakmensen verschoven van 734 na Christus naar 36 voor Christus? Zo mag je de vrije tijdsbesteding van de beide archivarissen niet uitleggen. Zij en wij houden ons bezig met geschiedenis, op een enkeling na die zich in commissieverband op de toekomst be zint. Dat zijn de verrekijkers en wij wellicht de zwartkijkers. Een uitzondering is A. Delahaye die van zijn op 31 oktober 1980 verschenen Memoires van een archivaris1 schreef: 'Het wordt integendeel een liefdeslied op het vak van archivarissen, dat on danks de geweldige verbeteringen van de laatste tijd door het grote publiek nog niet ge heel begrepen wordt'. Wij verloren het afgelopen jaar pastoor L. M. W. J. M. Merkelbach van Enkhuizen, mr. A. P. van Schilfgaarde, dr. J. Schimmel en W. Zondervan. Verschillende collega's beëindigden vanwege hun leeftijd hun werkzaamheden: A. Delahaye als streekarchiva ris van Nassau-Brabant; R. C. M. Jacobs vólgde hem op. Dr. P. Scherft droeg de lei ding van het rijksarchief in Zeeland over aan drs. R. L. Koops. N. Veldhuis werd als ge meentearchivaris van Vlissingen opgevolgd door C. H. J. Peters. Benoemingen hadden plaats van drs. J. N. T. van Albada tot gemeentearchivaris van 's-Hertogenbosch, van mr. W. J. Meeuwissen tot gemeentearchivaris van Nijmegen en van drs. G. J. W. Steijns tot gemeentearchivaris van Tilburg. C. J. de Kruijter werd be noemd tot archivaris van de Gereformeerde kerken in Nederland. Mr. L. Lieuwes werd hoofd van de afdeling archieven van het ministerie van CRM en mevrouw drs. D. E. Herpin werd secretaris van de Archiefraad. Bij gelegenheid van haar 80e verjaardag kreeg mevrouw dr. A. J. Maris de lijst van haar geschriften aangeboden. Ons erelid dr. W. J. Formsma mochten wij gelukwensen met de 50e verjaardag van het behalen van de doctorsgraad. Mr. A. E. M. Ribberink werd benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Gaarne willen wij hem nu zij het een week te vroeg feliciteren met zijn koperen jubileum als algemeen rijksar chivaris. Op 10 oktober van het vorige jaar nam prof. dr. J. L. van der Gouw afscheid als bui tengewoon hoogleraar in de archiefwetenschap en de paleografie van de 14e tot de 17e eeuw aan de Universiteit van Amsterdam. Dr. C. Dekker is hem opgevolgd. De af- 1 NRC Handelsblad van 10 januari 1981. 2 Publikaties van het archivariaat Nassau-Brabant 55 (Willemstad 1980). [104] [105]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 5