Boekbespreking Michael Cook - Archives and the computer. Butterworths Co, 146 biz., 12.50. London, 1980; ISBN 0 408 10734 0 Slechts weinig archiefbeheerders zijn volledig op de hoogte van de mogelijkheden en de praktische problemen die het gebruik van een computer bij het beheer van archieven, zowel statische als dynamische, biedt. Iets meer archivarissen, wellicht ook maar een handvol, hebben een vage notie van de toepassing van computers. Dit laatste is nu juist te betreuren. Het is veelzeggend dat het in 1973 verschenen boek 'Computers in biblio theek en documentatie' door D. van Bremen en L. Sicking nog steeds verkrijgbaar is. Het snel groeiende gebruik van computers in de administratie zal niet halt houden bij de deuren van de archiefbewaarplaats. Het is daarom zaak om enig inzicht te hebben in het actief en passief gebruik van de computer om te voorkomen dat wij niet gehinderd door kennis van zaken uitspraken doen die we maar beter voor ons hadden kunnen houden. Het boekje van Michael Cook, als archivaris verbonden aan de universiteit van Liverpool, beoogt een algemene inleiding te geven op de computer en zijn moge lijkheden als een stuk gereedschap bij het beheer van archieven. Bewust wordt de toe passing van de computer bij het doen van archief-onderzoek buiten beschouwing gela ten. De aard van een aantal systemen voor geautomatiseerd archiefbeheer en hun ver houding tot de klassieke methode wordt besproken. Cook geeft hierbij menige nuttige aanwijzing in de trant van niet te trachten het wiel wederom uit te vinden maar gebruik te maken van bestaande systemen en deze te beoordelen naar de toepasbaarheid bij het eigen project. Minder zakelijk maar wel stimulerend zijn zijn opmerkingen omtrent het kostenaspect. Hij acht versluiering van kosten legitiem en normaal. De haalbaarheid van een project wordt op die wijze dus omgekeerd evenredig aan de vaardigheid van de projectleider anderen voor de kosten te laten opdraaien. Er bestaat in feite geen inzicht in de kosten van computerprojecten bij archiefdiensten. In de nederlandse museumwe reld staat men er iets beter voor. Om een indruk te geven van de verhouding tussen di recte en indirecte kosten wil ik wijzen naar het werk van de 'Commissie Documentatie Nederlandse Maritieme Collecties'. In een onlangs uitgebracht rapport (J. P. van der Voort - Van model naar werkelijkheid. Mardoc-publicatie nr. 3 Vlaardingen, 1980) staat te lezen dat de directe computerkosten van verwerking van één document plm. 3,04 zijn, maar nemen wij de andere kosten in de berekening mee, als salaris van de functionaris die het document moet beschrijven, zijn kantoorkosten enz., dan kost de automatische verwerking het veertienvoudige, nl. 42,10. Voorzichtigheid is dus gebo- [182] den. Dit is ook het geval bij indexeren. Hier schuilt het probleem in het samenstellen van de thesaurus, een lijst van voorgeschreven descriptoren die gebruikt wordt bij het indexeren. Onverschillig of het gekozen systeem uitgaat van pre- of postcoördinatie bij het verfijnd ontsluiten van bescheiden, de kwaliteit van de thesaurus bepaalt de kwali teit van het eindproduct. Deze beschouwingen beogen niet de geïnteresseerde te ont moedigen, integendeel, maar het is wel de bedoeling de realiteit niet uit het oog te ver liezen. Cook behandelt vervolgens een selectie van in Engeland en in de Verenigde Staten in ge bruik zijnde systemen eensdeels ontworpen voor het beheer van dynamische archieven, andersdeels ontworpen c.q. aangepast voor het beheer van omvangrijke verzamelingen archieven zoals die berusten in het Engelse Public Record Office en in de Amerikaanse National Archives. Een apart hoofdstuk is gewijd aan het hoog gespecialiseerde terrein van het beheer van geautomatiseerde archieven. In een lezenswaardige beschouwing passeren de bekende vragen de revue. Wie moet dergelijke archieven beheren, de klassieke archivaris of spe ciale beheerseenheden? Wie de beheersinstantie zal zijn, het blijven archiefbescheiden die geraadpleegd moeten kunnen worden. Behalve de gebruikelijke problematiek van selectie en vernietiging, stelt hier de bewaring bijzondere eisen en natuurlijk ook het le zen. Geautomatiseerde archieven kunnen alleen geraadpleegd worden met behulp van machines van dezelfde generatie als het databestand. De techniek staat echter niet stil, zodat op een gegeven moment, en dat is doorgaans al heel vroeg aangebroken, het oude databestand niet meer door de nieuwe machine kan worden gelezen. U kunt het vergelijken met de ontwikkelingen die zich in de grammofoonplaten industrie hebben voorgedaan. Hoevelen onder U hebben stapels 78-toeren platen van de hand gedaan omdat ze niet meer afgespeeld konden worden? Kortom, teneinde geautomatiseerde archieven raadpleegbaar te houden, staan ons twee mogelijkheden ter beschikking. Eén is het databestand telkens overbrengen op een nieuwe drager die aan de technische specificatie van de dan gangbare machine voldoet, of samen met het databestand een machine overnemen die tot in lengte van dagen ter beschikking van het bewuste databestand moet blijven. In het eerste geval gaat alles goed totdat iemand een fout maakt en het databestand verloren gaat. In de loop van een eeuw of wat komt zoiets echt wel voor. In het tweede geval zitten wij niet alleen op gescheept met die oude machines, maar ook met nog oudere meegeleverde monteurs die niet het eeuwige leven hebben. Geruststellende oplossingen als het basismateriaal of de uitdraai bewaren, zijn sofismen. Het basismateriaal bewaren is gekkenwerk, alleen al door de omvang ervan. De uitdraai bewaren geeft ook het kwantitatieve probleem en bovendien is de uitdraai zo zonder meer niet begrijpelijker dan de opgeslagen gegevens zelf. Om de gegevens te transformeren tot informatie moeten deze weer bewerkt wor den als basismateriaal. Hetzelfde geldt voor de CIM- en COM-systemen (computer input c.q. output on microfilm). Hier vervangt de microfilm de tape als informatie drager. Voldoende problemen dus om een fundamentele discussie niet uit de weg te gaan. Cook besluit met een glossarium van technische termen, drie bijlagen, bevattende resp. een overzicht van angelsaksische archiefsystemen, richtlijnen voor de selectie en be- [183]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 44