archiefinspecteur avant la lettre, maar ook een soort all-round gemeentearchivaris.
Door zich met deze werkzaamheden in te laten diende hij drie doeleinden. Hij verbeter
de de gemeentelijke archiefzorg, verkreeg via deze arbeid voor het rijksarchief de rech
terlijke archieven en verwierf tenslotte een goed inzicht in de Brabantse archieven en
hun wetenschappelijke inhoud. Intussen kreeg hij in de persoon van mr. A. C. Bondam
enige assistentie. Begin 1885 kwam deze werken als volontair. Op 15 mei 1885 werd hij
tot commies-chartermeester benoemd. Hiermede was het herhaalde verzoek tot weten
schappelijke bijstand gehonoreerd48.
9. Inventarisatie
Al lag het accent van de werkzaamheden na het gereedkomen van het nieuwe gebouw
op het ordenen, Krom heeft zich intussen ook ernstig ingespannen om waar hij kans
zag inventarissen samen te stellen. Wij wezen reeds op het in 1882 uitgebrachte over
zicht in vijfenzeventig gedrukte pagina's van de oude rechterlijke archieven.
Reeds in 1880 was hij bezig de collectie van het kapittel van St.-Pieter te Oirschot, een
zeer belangrijke verzameling uit kerkhistorisch oogpunt, te inventariseren. Ook met de
inventarisatie van het archief van de landdrost van Ravenstein maakte hij een begin.
Hij moest dit werk in 1881 echter staken, omdat de plaats voor behoorlijke rangschik
king der stukken hem ontbrak49.
Het waren met name ook de bezoeken aan de gemeenten die hem tot inventarisatie
brachten. Zo had hij op verzoek van het gemeentebestuur van Deurne het archief geor
dend en geïnventariseerd. Hetzelfde was het geval met de archieven van Oosterhout en
Heusden. Maar ook van de andere hierboven genoemde geordende archieven had hij
inventarissen gemaakt. Naar schatting werd in totaal een vijftiental inventarissen door
Krom ontworpen. In het algemeen waren deze inventarissen globaal van karakter. Een
enkele keer stelde hij, wat hij zelf noemde, een wetenschappelijk verantwoorde catalo
gus op. Krom was van plan, als hij vijfentwintig inventarissen gereed had, een voorstel
te doen om tot publicatie via drukwerk over te gaan. Dit bleek later niet nodig, omdat
sommige gemeenten zelf het initiatief namen tot het laten drukken50.
Hoe creatief Krom was in het toegankelijk maken van de archieven blijkt uit het feit,
dat hij in 1885 met de algemeen rijksarchivaris breedvoerig van gedachten wisselde om
trent 'de opportuniteit van een uitgaaf eener nieuwe lijst van Noordbrabantse oorkon
den vóór 1300'. Hij zou daartoe nasporingen doen te Brussel en wel in de zomer van
188651.
48 Versl. R.O.A. VIII 1885, blz. 9.
Voor Krom als 'archiefinspecteur' zie I. W. L. A. Caminada, Een eeuw Bossche archiefinspectie,
in Vriendenboek stadsarchivaris Kuyer, 's-Hertogenbosch 1980, blz. 35-41.
49 Prov. Versl. 1880 blz. 5 en Versl. R.O.A. IV 1881 blz. 9.
50 Versl. R.O.A. IV 1882 blz. 10 en R.O.A. VII 1884 blz. 16. De inventarissen van Oosterhout
en Heusden kwamen gereed in 1884. Zij werden in 1885 gedrukt. R.O.A. VIII 1885 blz. 17.
51 Versl. R.O.A. VIII 1885 blz. 16. Zie ook het in noot 47 genoemde verslag.
[162]
10. Externe dienstverlening
De dienstverlening naar buiten was aanvankelijk zeer beperkt. Zij bestond vooral in het
doen van onderzoek voor rijksinstanties en genealogiebeoefenaars. Op deze laatste had
Krom het niet zo voorzien. In de loop der jaren nam het aantal beoefenaars der weten
schap echter aanmerkelijk toe. In dit verband verdienen vermelding de diepgaande on
derzoekingen die Jhr. Mr. van Sasse van Ysselt in het rijksarchief deed. Voorts ver
meldde Krom met graagte de grote belangstelling die Belgische onderzoekers voor zijn
archief aan de dag legden52.
11. Deelname van de rijksarchivaris aan het wetenschappelijke en culturele leven
Aan het eind van ons verhaal gekomen zouden wij een ogenblik willen stilstaan bij de
bijdrage, die Mr. Krom en daardoor indirect ook het rijksarchief aan het wetenschappe
lijke en culturele leven van Brabant en Nederland heeft geleverd. Hoezeer ook in beslag
genomen door zijn werk op het archief en in de provincie toch zag Mr. Krom nog tijd tot
deelneming aan het wetenschappelijke en culturele forum. Hij wist tussen zijn werk door
of in de vrije avonduren nog tot het schrijven van een tiental publicaties, in de vorm van
artikelen en lezingen, te komen53. Het is dan ook niet te verwonderen, dat hij in 1885 op
nog zo'n jeugdige leeftijd als nummer twee voorkwam op de voordracht voor de vervul
ling van een lectoraat in het Oudnederlandse recht te Amsterdam54.
52 Gedrukt verslag Archivaris der provincie Noord-Brabant over 1877 blz. 3. Prov. Versl 1878
blz. 6 en 7. Versl. R.O.A. III 1880 blz. 11 en R.O.A. IV 1881 blz. 9 en 10. Versl R.O.A. VI 1883
blz. 11. Versl. R.O.A. VII 1884 blz. 15 en Versl. R.O.A. VII 1885 blz. 17.
53 De volgende publicaties van Krom konden wij achterhalen:
Oud-Nederlandsch erfhuisrecht, dissertatie Leiden, Nijmegen 1878.
Mierlo, Heerlijkheid en laatbank in de vorige eeuw, in Nieuwe Bijdragen voor Rechtsgeleerdheid
en Wetgeving, Amsterdam 1881.
Eene geheime resolutie der Staten-Generaal in de 18e eeuw, in Bijdragen voor vaderlandsche ge
schiedenis en oudheidkunde, R3, d. I (1882) pag. 311-318.
Eene rechterlijke organisatie in het departement Brabant in 1802 en 1803, in Rechtsgeleerd Maga
zijn 2 (1883), blz. 216-253.
Oorkonden betreffende Helmond; uitgegeven in vereniging met de heer A. Sassen, 's-Hertogen-
bosch 1884. Reg. VIII, 262 blz., in Werken van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en We
tenschappen in Noord-Brabant, Nieuwe Reeks I.
De domeinrechten van den hertog van Brabant. Lezing voor het Provinciaal Genootschap in
1883. Resumé in Handelingen van het Provinciaal Genootschap 1883 blz. 12-14.
De patriotten in de Meierij in 1787 en 1788. Lezing voor het Provinciaal Genootschap in 1885, op
genomen in de Bijlagen der Handelingen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en We
tenschappen 1885, blz. 35-95.
Oudste stadsrekening van 1457 van de gemeente Heusden, in Handelingen van het Provinciaal
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant 1884-1885, blz. 95 e.v.
Voorts verschenen van de hand van Krom artikelen in:
Minerva, Algemeen Nederlandsch Studenten-Weekblad (Leiden);
De Nederlandsche Spectator, Weekblad van den ouden heer Smits (Arnhem);
Het Schoolblad, Weekblad voor lager middelbaar en gymnasiaal onderwijs (Groningen);
Tijdschrift voor Noord-Brabantsche Geschiedenis, Taal en Letterkunde (Helmond).
Kroms begonnen werk aan de 'Stadsrechten van Nijmegen' is, nadat zijn opvolger A. C. Bondam
aanvankelijk hiermee was voortgegaan, voltooid door M. S. Pols. (Werken der Vereeniging tot
uitgave der bronnen van het oude vaderlandsche recht, Eerste Reeks XI, 1894).
54 Macalester Loup, Levensbericht blz. 296.
[163]