in hun scrinium deponeerden15. Blijkbaar konden deze zelfs door derden worden ge
raadpleegd, want Hieronimus geeft omstreeks 400 iemand de suggestie een bepaalde
brief in het chartarium van de Romeinse kerk op te vragen16. Sinds paus Gregorius de
Grote (590-604) is de archiefdienst annex kanselarij hecht georganiseerd als een korpo-
ratie. Uitgaande brieven en stukken betreffende de komptabiliteit worden in registers
afgeschreven en er worden overzichten van goederen en inkomsten aangelegd en bijge
houden. In de 7e eeuw berusten de archivalia al niet meer in het door Damasus gebouw
de depot, maar blijkt een nieuwe bewaarplaats in het Latheraan in gebruik te zijn17, ter
wijl zeer belangrijke stukken, zoals geloofsbelijdenissen van pausen, in de S. Pieter
lagen, als het ware aangeboden aan het lichaam van de apostel Petrus18.
Wij vinden nu ook buiten Rome herhaaldelijk kerkelijke archieven vermeld. Zo schrijft
Victor van Tunnunna in zijn kroniek, dat patriarch Euphemios van Constantinopel
keizer Anastasios I voor zijn troonsbestijging in 491 schriftelijk liet beloven zich aan de
besluiten van het koncilie van Chalcedon tegen het monophysitisme te houden. Het
chirographum daarvan werd in het archief van de kerk van Constantinopel gedepo
neerd, waaruit de keizer het overigens later met geweld terughaalde19. Ook in het
westen ontmoeten wij al vroeg kerkelijke archieven. Zo werden de besluiten van de sy
node van Orange in 529 door Caesarius, bisschop van Aries, in arcivo ecclesiae
gelegd20. Radegondis, stichteres van de abdij van Poitiers wilde dat een brief, die zij
kort voor haar dood in 587 had geschreven aan de bisschoppen in de omgeving, werd
15 Paus Bonifacius I schrijft in 419 een brief aan Rufus, bisschop van Thessalonica, aan wie de
zorg voor de kerken in Griekenland en Macedonië is opgedragen, ut scrinii nostri monimenta
declarant, Regesta potificum Romanorum, ed. P. Jaffé-K.Kaltenbrunner, I, Leipzig 1885, nr.
350, biz. 53. Paus Caelestinus I (422-432) fecet constitutum de omnem ecclesiam, maxime et
de religione, quae hodie archivo ecclesiae detenentur recondite, Liber pontif., ed. Duchesne,
blz. 230. Paus Gelasius I (492-496) fecit tractatos et ymnus sicut beatus Ambrosius episcopus
et libros adversum Euthycem et Nestorium, qui hodie bibliotheca ecclesiae archivo reconditi
tenentur, ibidem, blz. 255 nt. 17. Paus Hormisdas (514-523) voegde aan een brief aan de syno
de van Constantinopel na de datering (521 mrt. 26) toe: gesta in causa Abundantii episcopi
Traianopolitani in scrinio habemus, A. Thiel, Epistolae Romanorum pontificum genuinae et
quae ad eos scriptae sunt a S. Hilaro usque ad Pelagium II, t. II, Braunsberg 1868, blz. 967.
16 Si a sue fictam epistolam suspicaris, cur earn in Romanae ecclesiae chartario non requiris?
Hieronymi Apologia adversus libros Rufini, III, 20, ed. J. P. Migne, Patr. lat., XXIII, Parijs
1883, kol. 493.
17 Hoc vero decretum a nobis factum subter ut prelatum est manibus propriis roborantes in
arcivo domine nostrae sanctae Romane ecclesiae scilicet in sacro Lateranensi scrinio pro futu-
rorum temporum cautela recondi fecimus, Liber diurnus Romanorum pontificum, ed. H.
Foerster, Bern 1958, blz. 145. Dit formulier voor een pauselijk dekreet stamt waarschijnlijk
uit de 7e eeuw.
18 III. gratia Dei episcopus sanctae catholicae et apostolicae ecclesiae urbis Rome huic professio-
ni recte et orthodoxe fidei sicut superius legitur subscripsi in venerabile corpus tuum beatae
Petre apostolae optuli conservandam, ibidem, nlz. 157.
19 Anastasii autem fide, immo perfidia proeul iam patriae nota coactus est Euphemio Constanti-
nopolitano episcopo insistente scripto promittere nihil sinistrum contra apostolicam fidem et
synodum Calchedonensem agere, chirographum Euphemius episcopus suscipit et in archivo
ecclesiae reponit, Victoris episcopi Tonnennensis Chronica, ed. Th. Mommsen, MGH, AA,
XP, Berlijn 19612, blz. 192.
[130]
bewaard in universalis aeclesiae archevo22. In 681 ontmoeten wij nogmaals het genre
der geloofsbelijdenissen in archieven in een bepaling ten aanzien van de Joden, toege
voegd aan de lex Wisigothorum. Omdat Joden onbetrouwbaar zijn moeten alle
priesters belijdenissen van bekeerde Joden zorgvuldig in de archieven van hun kerken
bewaren22. Het is verleidelijk hieruit al het bestaan van parochiearchieven af te leiden,
maar nog eeuwen lang zouden archieven beperkt blijven tot bisschopskerken en abdijen
en al mogen wij aannemen, dat deze al zeer vroeg hun schenkingsoorkonden in een scri
nium of armarium bewaarden, de vermeldingen daarvan in de bronnen zijn spaarzaam.
Soms vermelden kroniekschrijvers, dat zij gegevens putten uit een archiefstuk, zoals
Odilo van Soissons, die omstreeks 920 de translatio van S. Sebastiaan beschreef en
daarvoor een stuk uit het kathedraalarchief van Soissons raadpleegde23. Soms schrijven
zij wel eens een oorkonde af en lassen die in het verhaal in, zoals Hariulf van Ouden
burg omstreeks 1100 in zijn abdijkroniek van Saint-Riquier24. Deze voorbeelden zijn te
vermenigvuldigen, maar het toevallige karakter van zulke vermeldingen blijkt duidelijk
uit de abdijkroniek van Fontenelle uit het tweede kwart van de 9e eeuw, die twee oor
konden noemt, die in het archief lagen, te weten een bevestigingsoorkonde van koning
Dagobert II uit ca. 680 en een privilege van koning Pepijn III, terwijl de abdij zoveel
oorkonden blijkt te hebben, dat abt Ansegisus (822-833) een domus cartarum liet
bouwen25. Ongeveer tezelfdertijd werd ook in de kathedraal van Reims een archief
bewaarplaats gebouwd, onder de kerk, met nadruk op de veiligheid26. Zij was tevens
Caesarius in Christi nomine episcopus (sc. Arelatensis) exemplar constitutionis nostrae edidi
et autenticum in arcivo ecclesiae reservavi, Concilia aevi Merovingici, ed. F Maassen MGH
LL, sect. Ill t.I, Hannover 1956\ blz. 53.
Radegondis schreef haar brief 'aan alle bisschoppen' en de abdis Agnes zond er afschriften
van aan de bisschoppen in de wijde omgeving. Het slot van de brief vangt aan met de woor
den, volgens de weergave van Gregorius van Tours: Et ut haec supplicatio mea, quam manu
propria subscripsi, ut in universalis aeclesiae archevo servetur ---, Gregorii episcopi Turonen-
sis Historiarum libri decern, IX, c. 42, ed. B. Krusch - R. Buchner, Berlijn 1951, II, blz. 316.
Nam et illud necessario huic legi adicimus, ut omnium professionum at que conditionum scrip-
turas, quas quisque ille Iudeus sacerdoti suo amodo obtulerit, sollicita diligentia unusquisque
sacerdos eas ipsas professionum vel condicionum scripturas in archivis sue ecclesie recondat,
qualiter pro eorundem perfidorum testimonio studiosus conservate persistant, Leges Visigo-
thorum, XII, 3, 38, ed. K. Zeumer, MGH, LL, sect. I, t. I, Hannover-Leipzig 1902 blz 455
456.
23 Enimvero superest hodietenus in cartofilacio nostro scedula Rodoini ad memorabilem Hildui-
num abbatem transmissa, in qua numerosaplurimum capitulatione virtutum eius insignia bre-
viata personaliter habentur inserta, Ex Translatione S. Sebastiani ad S. Medardum Suessio-
nensem auctore Odilone, ed. O. Holder Egger, MGH, SS, XV"1, Hannover 1887, blz. 391.
Pro qua ratione venerabilis pastor scriptam chirographum archivis nostris reposuit, quod ita
se habet: (volgt tekst), Hariulf, Chronique de l'abbaye de Saint-Riquier (5e siècle-1104) ed F
Lot, Parijs 1894 (coll. Picard), blz. 232.
Unde statim privilegium confirmationis a praedicto rege (sc. Dagoberto) aeditum accipere
curavit, quod adhuc in scriniis nostri coenobii reconditum retinetur, Gesta abbatum Fontanel-
lensium, ed. S. Loewenfeld, MGH, SS. rer. Germ, in usum schol., Hannover 1886, blz. 25;
Quod privilegium (sc. Pippini) in scriniis huius nostri coenobii pro munere sacro adhuc con-
servatur, ididem, blz. 43; In medio autem porticus, quae ante dormitorium sita videtur,
domum cartarum constituit, ibidem, blz. 56.
[131]