Doe meer heden in uw verleden
Finalisme in geschiedbeoefening is tegenwoordig niet populair. De onderliggende ideo
logie: rechtvaardiging van de bestaande orde, met name de souvereine 'nationale' staat,
wordt alom met gefronste wenkbrauwen bekeken en de werkwijze: het aanbrengen van
anachronismen, zou verontwaardigd als oplichting worden bestempeld wanneer ge
amuseerdheid niet een effectievere demonstratie was van eigen superioriteit. Al voor
meer dan 30 jaar was ieder die ook maar enig al dan niet gefundeerd intellectueel
zelfrespect koesterde zedelijk verplicht zich vrolijk te maken over het onderwijs in Suri
name, waar de arme bosnegerkindertjes moesten leren '100 jaar voor Christus de Bata
ven in ons land'. Het is overigens een illusie te menen dat deze kritische geesten (zo heel
anders dan hun 19e-eeuwse voorouders) voortaan onvatbaar zouden zijn voor dit soort
historische vertekening: een mens ontwikkelt blinde vlekken voor de absurditeit van
hem dierbare concepties, finalistische evengoed als bijv. racistische of sexistische. Bo
vendien, anachronismen kunnen ook heel subtiel worden aangebracht.
Gelukkig wordt ook het grovere handwerk nog beoefend, en nog wel in eigen kring. Bij
het Rijksarchief in Groningen is verschenen een inventaris van de Kamer van Koophan
del te Groningen, waarvan de inleiding ons bij herhaling verzekert dat de Groningers al
in het begin van onze jaartelling handel dreven met de Romeinen. Waarschijnlijk moe
ten we ons dat zó voorstellen, dat de eenvoudige legioensoldaten hun inkopen deden op
de Grote Markt, onder de Martinitoren, terwijl de officieren ten raadhuize onthaald
werden op kovvie mit kouke.
Enfin, voor Friezen, althans die Friezen die daar behoefte aan mochten hebben, levert
deze gloednieuwe correctie op de klassieke auteurs nog een onverwacht voordeeltje op:
zij zijn nu retrospectief alsnog ontslagen van elke collectieve verantwoordelijkheid voor
de dood van Bonifatius. Toch jammer van al die schenkingen aan Fulda en Verden.
J. Rinzema.
[66]
Te midden van veertig leden van de familie Berg reikte drs. J. P. ALouman, inventarisator van
het Archief van de familie Berg, 1338-1977, op 24 oktober 1980 in het Rijksarchief in Zuid-
Holland het eerste exemplaar van deze inventaris uit aan het oudste, aanwezige lid van de familie,
mevrouw P. C. de Jonge-jonkvrouwe Berg.
[67]