««10*53**.
^3-- ^aS^Jcsafcï^sS
^rar "\v(w
to 7 siwAsj„vait
-4^&U*l wü^ jSI— 1
cN-JmTS^S^oF (\<ry. QU4~% Intj
19-fV ifi$tnHh>l-&e
■fë&yJ' 6" -
- wi-VG^
MIN U L/~J~— AKTOP INGEDIEND K£QUË5T
het stuk blijkt uit het feit dat er tijdens de afhoring door of op last van de auditeurs nog
van alles en nog wat aan kan veranderen. Afgehoord, vastgesteld en het slot reces ge
naamd door de afhoorders of hun penvoerder ondertekend zijnde (en in het reces-
boek geregistreerd) is de rekening voor de rekenplichtige veranderd in het bewijs van
zijn decharge.
Een befaamd spiekpapier voor een toespraak is het request. De aanhef 'Geeft reveren-
te ijk te kennen' houdt de révérence voor de heren achter de tafel met het groene laken
in herinnering, de nog eeuwenlang verplichte indiening door een procureur is een over-
ijfsel uit de tijd, dat alleen door tussenkomst van een taalman tot de overheid ge
sproken kon worden. Het merkwaardige slot 'quo facto etc.' of in het nederlands "t
Welk doende enz.' is het rudiment van de slotclausule na het eigenlijk verzoek "t welk
doende zult gij wel doen en God zal 't U lonen'. Maar het request is aan het begin van
de nieuwe geschiedenis al een indiengeschrift, al heet het kantoor van de Bourgondische
administratie, waar het wordt ingediend dan nog audience en het hoofd van die instel-
[506]
ling audiencier. Het kan dan tijdens de behandeling twee kanten op. Het kan allereerst
dienen als 'Unterlage' voor de minuut van een uit te reiken bezegelde beschikkingsoor
konde; denk maar aan de octrooien. Als minuut van die oorkonde blijft het request vol
doorhalingen en aanvullingen dan in het archief van de beschikkende instantie achter.
De andere mogelijkheid is, dat de beschikking op het verzoek als appointement in de
marge van het request wordt geschreven en bekrachtigd met de handtekening van de
griffier. Het request is nu voor de verzoeker, die het terugkrijgt, veranderd in een be
wijsstuk voor de verleende toestemming. De beschikkende instantie houdt van het ver
zoek en de beschikking erop aantekening in het resolutieboek of in het daarvan af
gesplitste requestboek, deftig ook register van appointementen genoemd.
En dat resolutieboek is zelf weer een voorbeeld van een metamorfose: wie ooit kennis
genomen heeft van het begin van de op initiatief van Jan de With geheel gedrukte reeks
resolutieboeken van de Staten van Holland, waaruit geauthentiseerde afschriften in de
17de en 18de eeuw onbetwistbare rechtsbewijzen waren, moet het opgevallen zijn dat in
de eerste helft van de zestiende eeuw de resolutieboeken beginnen als particulier aan
tekenboek van de part-time landsadvocaten vader en zoon Van der Goes. Zij zijn even
informeel als de particuliere notulen die later door sommige stedelijke gedeputeerden
ter dagvaart ten behoeve van de verslaggeving in hun vroedschappen werden gehouden.
Een duidelijk symptoom van het officieel worden van het resolutieboek is de vermel
ding van de resumptie van de resoluties in de volgende vergadering. De resolutieboeken
van de plaatselijke besturen beginnen in de zestiende eeuw al even informeel. Ten plat-
telande heten ze nog vaak memoriaal en men krijgt de indruk dat de enige man, die er
belang in stelt, degene is, die het volschrijft. De publieke breedsprakigheid van de
Bataafse tijd doet ze veranderen in notulenboeken en dan komt ook het ondertekenen
door voorzitter en secretaris ten bewijze dat de tekst aldan niet na wijziging door
de vergadering is goedgekeurd. Hier werkt ongetwijfeld de invloed van het Franse
proces-verbaal. Dat in de jongste tijd het resumeren en tekenen van de notulen zo vaak
achterwege blijft, is een teken dat de bewijsfunctie van deze stukken weer op de achter
grond raakt.
Soms is het een maatregel van hogerhand, die de wijziging van memoriestuk tot be
wijsstuk forceert. De ingevolge de besluiten van het concilie van Trente door de
parochiegeestelijkheid bijgehouden doopboeken hadden alleen intern-kerkelijke bete
kenis totdat zij in 1811 bij gelegendheid van de inrichting van de administratie van
burgerlijke stand moesten worden ingeleverd op de raadhuizen om te dienen als retro-
acta van de burgerlijke stand. Een gewaarmerkt uittreksel uit zo n boek, dat zelf geen
enkele authentisering kende, diende toen al vele jaren als geboortebewijs onder de bij
lagen tot de huwelijksakten. Naarmate meer mensen trouwden, die na 1811 geboren
waren sleet het oneigenlijk gebruik van de kerkeboeken af.
Allerlei stukken, waaraan oorspronkelijk geen bewijskracht werd verbonden, konden
die ad hoe verkrijgen: een dijkceduul of het door een leenheer bijgehouden leenboek
kon bewijsstuk worden door het te 'bestedigen', dat wil zeggen door het met een eed te
bekrachtigen. Dat een door een belanghebbende bijgehouden document ten allen tijde
,-0.'
K.»+-
^-*'T' f3^,0l0»^U-ö^flnr&) <i[) Vs?** f, Vn.j "V" frApHS
77 -fbwrj&wi Lij ««L o>«^— f<i BW-eb-iH* -
&-fW*.4vrr jwVs- ^.s-^
lm'».
OMfMt^-
,cr0+<<7xA4s=ïrïa<=i>-x
a f?» A^^yxhr^ji
%Mih* ■h'^-^l^vrf, o*. J>- 4«.a-ta- <W^AJ
3 e*uj&^ ^s, ^sUèsuHa-^ -A-tI
oerrft
Aj- fv'CX^i— O^pifA^rS
ArvV-v: 0>fy^1A>Jv'*^4jJ>
vy AAv^ ($jQ>rr&C
>Vx^eySxl^
-\}n/V cêV&A
!^V Htj0?4 (I
V tfiyj <0 V-*- W
w 'Krv^v/iv^ *\W*n£j C^KWt~(^J Oa/l^vA W>H^W 0^4-^Zri Sv4k ~l- S
f ij *x<vy&^fr>r~vdy ^«£^^3wyjL_
j VdM, |t»«3$-^ Vfo c-g>Tj
[507]