Memory of the nation, tools for the administration
Van meer belang is het bezwaar van mijn opponent tegen mijn formulering 'inspectie
van de archiefbescheiden', waardoor volgens hem de met inspectie belaste functionaris
sen in hun taak zouden worden beknot. Zij zouden geen greep meer hebben op de ar
chiefvorming en op de wijze van bewaring. Wat het laatste betreft ben ik ervan uitge
gaan, dat een archief wordt geïnspecteerd ter plaatse waar het wordt bewaard, in de
kluis of op de zolder. Daarbij heb ik misschien te weinig rekening gehouden met de mo
gelijkheid, dat recalcitrante beheerders de stukken wel voor de inspecteur te voorschijn
willen halen, maar de zolderdeur dicht houden. Dat hoeft Den Teuling zich in de
Drentse gemeenten niet te laten welgevallen, aangezien hij op grond van artikel 58
eerste lid van het archiefbesluit ook de ruimten, waarin de archiefbescheiden worden
bewaard, moet inspecteren. Om nu buiten twijfel te stellen, dat iedere archiefinspecteur
op elk bestuursniveau het recht van toegang tot de bewaarruimten heeft, verdient de
ruimere formulering van artikel 58 de voorkeur boven de mijne. Daarmee vervalt te
vens Den Teuling's bezwaar, dat de inspectie van de toestand van het archief door mijn
formulering niet zou worden gedekt.
Ik kan echter niet inzien, dat de formulering 'inspectie van de archiefbescheiden' een
beletsel zou zijn om zich met de werkwijze van de beheerder te bemoeien. Het archief is
het produkt van het archiefbeheer en door inspectie van dat produkt krijgt men zicht
op de wijze van produceren, met andere woorden op het beheer: aan de vruchten kent
men de boom. Wanneer de inspecteur ziet, dat de dossierinventaris niet is bijgewerkt
om bij het voorbeeld van Den Teuling te blijven constateert hij daarmee een tekort
koming in het beheer. Hij kan daar dan ook wel degelijk iets aan doen, want niets belet
hem daarop aanmerking te maken en dit eventueel te rapporteren bij het bestuurlijk ge
zag: integendeel, hij behoort dat te doen. Dat zijn bevoegdheden door mijn formule
ring zouden worden verengd is niet vol te houden. Aan de door Den Teuling voorgestel
de oplossingen van het probleem heb ik dan ook geen behoefte en ik vind ze bovendien
geen van beide juist. Kiest men voor a., dan sluit men de ogen voor het feit dat de wet
dezelfde term (toezicht) in twee verschillende betekenissen gebruikt; kiest men voor b.,
dan doet men inderdaad het taalgebruik geweld aan door te spreken van 'inspectie van
het beheer', een formulering die ik al eerder heb verworpen, zie blz. 141.
Tenslotte Den Teuling's pleidooi voor een nieuwe kamer voor het rijksarchieftoezicht,
even onafhankelijk als de algemene rekenkamer. Ik blijf erbij, dat in ons staatsbestel
geen sprake kan zijn van toezicht op de zorg voor de rijksarchieven, tenzij door de
staten-generaal. Iets anders wordt het, als men aan zulk een nieuw instituut slechts een
controlerende taak, analoog aan die van de rekenkamer, wil toekennen. Maar zou
daaraan nu werkelijk behoefte bestaan naast of boven de archiefraad, waarvan de ad
viezen en jaarverslagen toch ook gepubliceerd worden en die zijn bestaansrecht al dub
bel en dwars heeft bewezen? In een topzware organisatie met doublures zie ik geen heil.
W. J. van Hoboken.
[578]
Verslag van de 19e Table Ronde des Archives
Van 5 tot en met 8 november 1979 had de 19e Table Ronde des Archives plaats in
Gosier, bij Pointe-a-Pitre, de hoofdplaats van Guadeloupe (Franse Antillen). Op het
programma stonden twee onderwerpen: 'Gouvernement, administration, archives' (de
betekenis van archieven voor de overheid) en de internationale archiefstatistiek.
De Table Ronde komt jaarlijks bijeen, behalve in het jaar waarin een internationaal ar
chiefcongres wordt gehouden. Anders dan bij het voor iedere belangstellende toeganke
lijke internationaal archiefcongres is deelneming aan de Table Ronde beperkt tot de le
den van de International Council on Archives (Conseil International des Archives). Per
land kunnen in beginsel slechts twee instellingen lid zijn: de nationale archiefdienst en
de nationale vereniging van archivarissen. Daar lang niet overal archivarissenverenigin-
gen bestaan, treft men op een Table Ronde voornamelijk de staatsarchivarissen of hun
plaatsvervangers aan. Evenals in 1974 en in 1978 was besloten aan Nederlandse zijde,
gezien de te behandelen onderwerpen en de kosten, de delegatie te beperken tot één
man, die zowel de rijksarchiefdienst als de Vereniging van archivarissen in Nederland
vertegenwoordigde.
Het aantal deelnemers bedroeg 55, uit 34 landen en van enkele internationale organisa
ties: minder dan op voorgaande conferenties (in 1978: 82; 1977: 91). Er waren ditmaal
geen vertegenwoordigers uit bijv. de DDR, Ierland, Hongarije, Portugal, Roemenië,
Bahamas en Denemarken. Onder de aanwezigen, naast oude bekenden, nieuwkomers;
de sympathieke nieuwe staatsarchivaris van Zweden Lundqvist, Kelvadi uit India, de
dames Zon (Maleisië) en Tan (Singapore), vertegenwoordigers van Mexico, Puerto-
Rico, Brazilië, Saoedi-Arabië, de Verenigde Emiraten en Peru.
De Table Ronde had plaats in een modern hotel bij Gosier op Guadeloupe. Dit ten
noorden van de Bovenwindse eilanden van onze Antillen gelegen eiland vormt, samen
met het Franse deel van Sint Maarten, een afzonderlijk Département d'Outre-Mer van
Frankrijk. De opening van de conferentie (maandag 5 november) geschiedde dan ook
door de prefect, als hoogste Franse autoriteit ter plaatse. Hij las een boodschap voor
van minister Lecat (cultuur en communicatie), waarin met trots gewezen werd op de
nieuwe Franse archiefwet van 3 januari 1979. Archivarissen moeten geen passieve getui
gen van een levende administratie zijn, maar actief bij de administratie betrokken zijn.
Het onderscheid tussen historische archieven en dynamische archieven is kunst
matig.
[579]