In memoriam
Jan Schimmel
De windmolen van Jan ten Thije te Doesburg.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1971, p. 39.
Doesburg in oude ansichten. Zaltbommel, 1971.
Het wapen van Angerlo.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1972, p. 8.
Ooggetuige-verslag van de laatste dag van de belegering van Doesburg in 1672.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1972, p. 72.
Het wapen van de gemeenten Duiven.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1973, p. 68.
Het oud-archief van Zevenaar en het Ambt Liemers 1501-1816. Zevenaar, 1973.
Het wapen der gemeente Herwen en Aerdt.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1974, p. 30.
De mensen achter de afscheiding in Geesteren en Gelselaar.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1975, p. 18.
Geschiedenis van Spankeren en Laag-Soeren.
In: Korte geschiedenis van Rheden en Rozendaal. Uitgave van de Oudheidkundige Kring
Rheden-Rozendaal, 1975. Ook afzonderlijk uitgegeven.
Het gemeentewapen van Didam.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1976, p. 97.
De mensen achter de afscheiding in Geesteren.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1976, p. 102.
Beiaardiers te Doesburg en hun families.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1977, p. 22.
Het wapen der voormalige gemeente Geesteren.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1977, p. 60.
Het wapen der voormalige gemeente Netterden.
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1978, p. 39.
De windmolen van Jan then Thije te Doesburg (een aanvulling).
In: Archief, orgaan van de Oudheidkundige Vereniging De Graafschap 1978, p. 141.
Om een vrouwenbancksken in de kerk van Steenderen.
In: Gelders Mengelwerk. Korte bijdragen tot de geschiedenis van Gelderland. Zutphen, 1979,
p. 122.
[528]
Vanmorgen ontving ik per post het gedrukte afscheidscollege van prof. dr. J. L. van
der Gouw, waarop deze een opdracht heeft geschreven. Er komt iets in voor van 'oude
strijdmakker' en 'alle denkbare goede wensen'. Jan Schimmel zou ongetwijfeld ook
een dergelijke opdracht hebben gekregen, maar dat kon niet, want hij is er niet meer.
Een constatering, die op momenten als deze pijnlijk treft. Toen ik op 6 oktober 1951 de
collegezaal van het Algemeen Rijksarchief binnentrad om de lessen van de Archief-
school te gaan volgen, zat er recht tegenover de ingang, kouwelijk op de verwarming,
een bebrilde jongeman met verward wit piekhaar, die me monter toeknikte en 'Hoi' zei.
Het was de op 29 augustus 1927 te Delft geboren Johannes Andreas Schimmel, die in
1941 aan het seminarie Hageveld was gaan studeren voor priester, die deze studie om
gezondheidsredenen had opgegeven, die in 1947 staatsexamen had gedaan, die in Lei
den geschiedeniscolleges volgde, die door zijn omgang met Van der Gouw geïnteres
seerd was geraakt in het archiefwezen, die een stageplaats had gekregen bij het hoog
heemraadschap van Rijnland en die dus nu mijn studiegenoot was. De meeste feiten
heeft zijn vrouw Riek mij overigens enige weken geleden verteld. Want wij praatten
nooit over persoonlijke zaken en wel voornamelijk omdat we er nooit aan toe gekomen
zijn. In het archiefwezen was in die dagen namelijk zóveel aan de hand vonden we
toen dat we nagenoeg nergens anders over spraken. Er lag altijd wel een vergadering
van de VAN in het verschiet waarvoor wij plannen of moties beraamden, ofwel er was
juist een VAN-vergadering geweest, waarover wij zeer verontwaardigd waren. Na het
tweedeklasexamen troffen we elkaar regelmatig in de bijeenkomsten van de 'Abituriën
ten' (een vondst van Kees Postma, waarvan aanvankelijk niemand begreep wat het be
tekende). We hadden ook een blad, waarin Jan Schimmel in 1953 zijn lezing 'De huidi
ge toestand van het Archiefwezen' publiceerde. Het verhaal is geschreven in de typische
stijl, die hem ook in het spreken eigen was: bij wijze van inleiding een aantal bedacht
zame, min of meer los van elkaar staande opmerkingen, zodat je je afvroeg waar hij nu
eigenlijk heen wilde, en dan opeens een aantal conclusies die je naar adem deden hap
pen. Het bestuur van de VAN heeft hem deze publicatie zeer kwalijk genomen. De
voorzitter, tevens gemeentearchivaris van Den Haag, presteerde het zelfs Schimmel
voor een sollicitatiegesprek uit te nodigen, tijdens welke hij onze vriend waarschuwde
zich toch vooral rustiger te gedragen, aangezien hij dan wellicht best nog wel eens voor
een eventuele aanstelling bij het archiefwezen in aanmerking kon komen.
[529]