Jacobus Leonardus van der Gouw Afscheid van een schoolmeester Geboren te Zwolle op 24 december 1914. 1929-1933 1933-1935 1935 1935-1943 1936 1938-1943 1941 1942-1943 1944-1948 1946-1956 1948-1950 1948-1957 1949 1949-1953 1949-1956 1955-1968 1956 1957 1957-1966 1957-1968 1960-1968 1963-1972 1964-1972 1966-1968 1967 1968-1969 1968-1975 1969-heden 1971-1977 1972-1980 1976-heden Onderwijzersopleiding aan de kweekschool van het Haags Genootschap Onderwijzer (kwekeling met akte) te Den Haag, openbare lagere school Hoofdakte onderwijzer Onderwijzer te Helmond, school van de Neutrale-schoolvereniging Akte van bekwaamheid als godsdienstonderwijzer in de Nederlandse Hervorm de Kerk Volontair bij het Rijksarchief te Den Bosch; deeltijdfunctie op woensdag- en zaterdagmiddagen en in de vakanties Diploma wetenschappelijk archiefambtenaar der tweede klasse Archivaris van de Hervormde Gemeente te Helmond; deeltijdfunctie Archiefambtenaar bij de Derde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief te Den Haag Archiefambtenaar bij de gemeenten Voorschoten, Wassenaar, Leiderdorp, Leidschendam en Pijnakker voor de ordening en beschrijving van de oude ar chieven van die gemeenten; deeltijdfunctie Docent archiefkennis aan de Vakcursus voor antiquaren te Amsterdam Secretaris van het Algemeen Rijksarchief te Den Haag, belast met de zorg voor huishoudelijke en financiële zaken, de bibliotheek en de studiezaal Colloquium doctum voor de geschiedenisstudie Docent paleografie en archivistiek aan de particuliere archiefschool te Den Haag Geschiedenisstudie te Leiden; doctoraal-hoofdvak middeleeuwse geschiedenis bij dr. F. W. N. Hugenholtz (lector) Docent paleografie en archivistiek aan de Rijksarchiefschool te Den Haag Doctoraal examen geschiedenis Diploma wetenschappelijk archiefambtenaar der eerste klasse Provinciaal inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in Zuid- Holland Redacteur van het tijdschrift 'Zuid-Holland' en redactie-secretaris van de 'Zuid-Hollandse Studiën', uitgaven van de Historische Vereniging voor Zuid- Holland Lid, vanaf 1966 tevens voorzitter, van de Staatscommissie belast met het afne men van de archiefexamens, vakken paleografie, archivistiek en chronologie Hulppredikant in de classis Leiden van de Nederlandse Hervormde Kerk Docent met bijzondere leeropdracht voor de paleografie van de 14e tot de 17e eeuw aan de Universiteit van Amsterdam Algemeen Rijksarchivaris, directeur van de Rijksarchiefschool, waarnemend inspecteur der archieven in de provincie Zuid-Holland Promotie aan de Rijksuniversiteit te Leiden tot doctor in de Letteren, proef schrift 'De Ring van Putten', promotor prof.mr. J. Th. de Smidt Lid van het bestuur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis Provinciaal inspecteur der archieven in Zuid-Holland Lid van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis Lid van de Raad van advies van het Economisch Historisch Archief te Amster dam Buitengewoon hoogleraar in de archiefwetenschap en in de paleografie van de 14e tot de 17e eeuw aan de Universiteit van Amsterdam Lid van de Commissie van toezicht inzake het nieuwe Oorkondenboek van Gelre en Zutphen [198] niet de geleerde nog geleerder te maken daarvoor ontbreekt het ons aan niets maar de beginneling op weg te helpen. Tenslotte is dat de roeping waarmee ik nu al gedurende tientallen van jaren geroepen ben'. Deze zinsnede, ontleend aan zijn voorbericht bij 'Oud schrift in Nederland' tekent de scheidende hoogleraar Van der Gouw ten voeten uit. Én wetenschapsman te zijn, én onderwijzer, docent, leermeester voor een zo breed mogelijk publiek, het zijn twee zaken die voor Van der Gouw een welhaast vanzelfsprekende eenheid vormen. Hieraan dient zonder twijfel de betekenis te worden afgemeten van het afscheid dat hij dezer dagen van ons neemt als buitenge woon hoogleraar in de archiefwetenschap en de paleografie van de 14e tot de 17e eeuw aan de Universiteit van Amsterdam. Een afscheid van de geleerde, de onderzoeker en de publicist zowel op het gebied van de beide terreinen van zijn leeropdracht als op het veel ruimere vlak van de geschiedwetenschap is dit niet. Integendeel, men behoeft maar naar hem te luisteren om te begrijpen dat hij niet in het minst van plan is op dit punt in de toekomst stil te gaan zitten. Wél zet hij een punt achter een periode van niet veel minder dan een halve eeuw waarin hij schier continu vanuit heel verschillende functies en posities les heeft kunnen geven, kennis heeft kunnen overdragen. Voor de geboren docent Van der Gouw persoonlijk moet dit een belangrijke stap zijn. Even zo gedenk waardig is dit moment voor meer dan één generatie historici en archivarissen. Zijn stu denten, oud-studenten en collega's van het Historisch Seminarium te Amsterdam gaat het afscheid weliswaar in de eerste plaats aan, maar toch zeker niet hen alleen. Van der Gouws Amsterdamse hoogleraarschap kan nu eenmaal niet los worden gezien van dat gene wat hij als archivaris én historicus decennia lang in de eerste plaats is geweest, de veelzijdige leraar in het wereldje van geschiedbeoefening en archiefbeheer. Richten wij ons op dit aspekt van zijn loopbaan dan kan worden vastgesteld dat twee zaken hem steeds van groot nut zijn geweest en in hoge mate het zeer eigen karakter van zijn docentschap hebben bepaald. In de eerste plaats is dat het feit dat hij zijn loopbaan is begonnen als gewoon onderwijzer. Het is nauwelijks voorstelbaar: Van der Gouw be zig met het 'aap-noot-mies' voor de kindertjes in Helmond. Eén ding is echter zeker, de wijze waarop hij altijd in staat is geweest ingewikkelde problemen tot eenvoudige pro porties terug te brengen en helder en beeldend aan zijn gehoor uit te leggen heeft wel haast zeker iets te maken met die periode bij het lager onderwijs. Een tweede factor is van even groot belang. Van der Gouw is het archiefwezen niet binnen gestapt als acade micus, maar omgekeerd: de aankomende student die zich in 1949 laat inschrijven voor het vak geschiedenis aan de Universiteit van Leiden is op dat moment al jaren werk- [199]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 4