ning gezamender hand zou dit euvel kunnen verhelpen. Aldus geschiedde: Willem III oorkondt te Aken op 6 januari 1309 Arnout met Gijsbrecht zijn vader die ghesamende hant van het betrokken huis en goed te hebben gegeven, dat wil zeggen zo wordt het nader uitgelegd in geval Arnout voor zijn vader zou komen te overlijden, zouden zijn kinderen bij Jonk vrouwe Marie onser nichten, sinen tvive huis en goed voornoemd in recht leen van de graaf van Holland houden38. Onderscheid tussen deze kinderen wordt niet gemaakt. Het huwelijk van Arnout en Maria was daarvoor waarschijnlijk nog te jong. Achteraf beschouwd had de bisschop zich over het lot van zijn kleinkinderen niet zo bezorgd behoeven te maken: Arnout is zijn vader Gijsbrecht opgevolgd als heer van IJsselstein, zij het pas in 1343, en heeft de ze ruimschoots overleefd39. Treffend is, dat bisschop Guy de gezamendehandse belening ook zelf heeft toegepast. Als heer van Amstel beleent hij op 28 november 1316 zijn voornoemde dochter Marie met al het goed, dat bij de dood van een kinderloze leenman aan hem vervallen is, en hij geeft zijn dochter Aleit, echtgenote van Otto van Asperen die samende hant met de ver klaring, dat Aleit Marie zal opvolgen, als deze zonder wettige nakomelingen komt te overlijden. Van Marie en Aleit, ditmaal dus twee zusters, krijgt Lizebette, de zuster van de overleden leenman, het goed vervolgens in achterleen. Dit laatste uit bisschoppelijke gunst vanwege het feit, dat zij haar broeder Egbert in rechte lenen niet kon opvolgen. De bedoeling was kennelijk, dat alle drie vrouwen bij deze vrij gecompliceerde regeling gebaat zouden zijn40. De slotsom uit het voorgaande kan geen andere zijn dan dat de oorkonde van Rooms- koning Willem voor de drie gebroeders van Poelgeest van 1 juli 1252 in het graafschap Holland een nieuwe ontwikkeling in de gezamendehandse belening heeft ingeluid een ontwikkeling, die ook in het aangrenzende Amstelland tot gelding is gekomen, 38 Oorspr.: S. W. A. DROSSAERS, Het archief van de Nassause Domeinraad, tweede deel ('s- Gravenhage, 1955) inv. nr. 7, reg. nr. 27. Gedrukt: F. VAN MIERIS, Groot Charterboek..., tweede deel (1754) blz. 71 op 6 januari 1308, doch met in een noot de conclusie, dat de betrok ken akte uitgegeven is in 1309. 39 Arnout stierf in 1363: S. W. A. DROSSAERS (1955), Verervingstabel II achterin. Vgl. over het huis IJsselstein: W. A. VAN SPAEN, Historie der Heeren van Amstel, van Ysselstein en van Mynden tot opheldering van Wagenaar. Den Haag, 1807. 40 Oorspr.: S. W. A. DROSSAERS (1955) inv. nr. 840, reg. nr. 59. Gedrukt: F. VAN MIERIS, Groot Charterboek..., tweede deel (1754) blz. 177 op 29 november in plaats van 28 november 1316. Prof. Mr. S. J. Fockema Andreae heeft indertijd 'De Gezamende hand naar de Oud- Nederlandsche rechten' behandeld: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afdeling Letterkunde, derde reeks, vierde deel (Amsterdam, 1887) blz. 15-66; herdrukt: Bijdragen tot de Nederlandsche rechtsgeschiedenis, 5e bundel (Haarlem, 1914) blz. 145-196. Hierin heeft de auteur mede de gezamende hand in het leenrecht aan de orde gesteld met als enig voorbeeld de hier aangehaalde akte (resp. blz. 23-25 en 153-155). [276] maar die tot dusver van elders in het Duitse rijk niet bekend is41. Mogelijk is het hieraan te danken, dat de Hollandse lenen voor splitsing zijn behoed42. SUMMARY Collective Enfeoffment in the County of Holland 'Ein Ineditum König Wilhelms von Holland aus dem Jahre 1252', a privilege for three brothers of the house of Poelgeest, who had jointly become the king's vassals, seems to be misunderstood by the German scholar Dr. Dieter Hagermann. One should see it as a remarkable modification by the king of the enfeoffment coniuncta manu inasmuch as it implied for the younger brothers the postponement of their rights during the senior s lifetime. Though in the new fashion belonging to one vassal at a time the feudal holding could not escape the Poelgeest brothers' claim, i.e. it could not to their expense devolve on the feudal lord for lack of a feudal heir. The charter in question did not fail to create a precedent. So possibly this innovation has saved the fiefs in the County of Holland from being partitioned. W. GOEZ, Der Leihezwang. Eine Untersuchung zur Geschichte des deutschen Lehnrechtes (Tubingen 1962) blz. 94-105 maakt er althans bij de 'Gesamtbelehnung' geen melding van. Daarentegen stelt S. J. FOCKEMA ANDREAE 'In onze akte van 1316 hebben wij te doen met eene verbastering, die ook elders veel voorkomt' (1887, blz. 25; 1914, blz. U5T De bedoe ling van deze zin is bij gebreke van toelichting niet recht duidelijk. De lezer kan zich afvragen, of de auteur de belening gezamender hand in de bewuste, verbasterde vorm misschien ook bui ten Holland in andere Noord-Nederlandse territoria heeft aangetroffen. Als ze er al zijn,Gig gen de betrokken gegevens niet voor de hand, maar een nader onderzoek zou stellig zin heb- Een feit is, dat de 'Gesamtbelehnung' in het Duitse rijk zelfs bij de grote territoria hoewel rechtens niet toegestaan - veelvuldig tot deling heeft geleid. W. GOEZ (1962) blz.101 noemt o.a. Beieren. Voor Nederlanders het interessantst is het beroemde erfverdrag van 1255 tussen de Walramse en de Ottonische tak van het huis Nassau. [277]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 43