I Moet het onderhavige charter oorspronkelijk deel hebben uitgemaakt van het familie archief der heren van Poelgeest; nadat dit geslacht in 1739 was uitgestorven, voltrok zich tot tweemaal toe een vererving in de vrouwelijke lijn op het geslacht van Merode. Ontdekt werd de oorkonde door de huidige Algemene rijksarchivaris van België dr. C. Wyffels, die haar met het hele familie-archief de Merode-Westerloo in beheer heeft ge kregen en die niet naliet dr. Hagermann van zijn vondst in kennis te stellen6. Belangwekkend mag het bewuste charter alleen reeds hierom worden geacht, omdat het de oudste oorkonde is, waarin leden van het geslacht van Poelgeest onder deze naam en als zodanig herkenbaar voorkomen. De heer Hagermann vergist zich, als hij 'Poelgeest, der Stammsitz des Hauses, ein Herrengut bei dem Ort Koudekerk am Rijn, südöstlich von Leiden' noemt7. Als bakermat van het geslacht der heren van Poelgeest geldt voor de Nederlandse historicus in het voetspoor van de heer W. J. J. C. Bijleveld Oud- Poelgeest onder Oegstgeest8. Naar het oordeel van Jhr. H. A. van Foreest moet het kasteel Groot-Poelgeest onder Koudekerk aan de Rijn oorspronkelijk als Huis te Hoor- ne bewoond zijn door een geslacht van deze naam alvorens aan de al dan niet verwante Poelgeests over te gaan9. Al mag men er een buitenlander als Hagermann niet te hard om vallen, wanneer hij Poelgeest onder Oegstgeest en Poelgeest onder Koudekerk aan de Rijn niet weet te onderscheiden, niet minder valt daarom te betreuren, dat de auteur bij zo'n specifiek Nederlands onderwerp geen Nederlandse hulp heeft ingeroepen. Ook op andere punten is de heer Hagermann onmiskenbaar te kort geschoten. Ge plaatst voor een studie, die hem niet vermag te bevredigen, zal een Nederlands histori cus herziening geboden achten. Het komt erop neer, dat dit Duitse betoog als deze beeldspraak geoorloofd is door een Nederlandse zeef moet. Achtereenvolgens ware na te gaan: de genealogische samenhang van de betrokken leden van het geslacht van Poelgeest; hun vroegste bezit aan goederen en rechten; de rechtshandeling, waarmee koning Willem ons in zijn charter confronteert, ten slotte de gevolgen, die deze in wij der verband heeft gehad. In genealogisch opzicht springt de waarde, die de oorkonde van 1 juli 1252 voor het geslacht van Poelgeest heeft, in het oog. Ze stelt ons drie broeders in volgorde van ou derdom voor: Dirk, Herman en Gerard. Men moet tot 1 januari 1326/'27 wachten voordat men opnieuw een oorkonde aantreft, die in dit geslacht een duidelijk familie verband aangeeft: Dirk van Poelgeest draagt dan zijn huis te Poelgeest (d.w.z. Groot- 6 D. HAGERMANN (1971) blz. 295. 7 D. HAGERMANN (1971) blz. 296. 8 W. J. J. C. BIJLEVELD, 'Een en ander uit de geschiedenis van het kasteel Oud-Poelgeest', in Leidsch Jaarboekje anno 1904 blz. 140-149, inzonderheid blz. 142. Nader: 'Oud-Poelgeest', in Leidsch Jaarboekje 4 (1907) blz. 75-92. 9 Dit oordeel geuit in Holland 11 (1979) blz. 149-150 kan juist zijn. Echter zou dan bij voorkeur vast moeten staan dat de benaming Huis te Hoorne ouder is dan Huis te Poelgeest en het is on der deze laatste naam, dat dit kasteel voor het eerst voorkomt. Men zie voor de betrokken akte noot 11 [268] Poelgeest, want Oud-Poelgeest was destijds in andere handen10) met ruim zestien mor gen land aan Willem III graaf van Holland op om het als erfleen terug te krijgen. Het goed zal niet aan de grafelijkheid vervallen, zolang er nakomelingen van zijn grootva der Gerrit van Poelgeest in leven zullen zijn en zelfs dan nog niet direct11. Voegt men hierbij een Alveradis van Brederode, die als vrouwe van Koudekerk optreedt en in 1305 een kapellanie sticht voor het zieleheil van zichzelf, heer Dirk van Poelgeest en verdere verwanten, dan maakt heer Dirk de indruk haar gemaal te zijn en schijnen de voorhan den gegevens de onderzoeker de mogelijkheid te bieden de oudste generaties van het geslacht der heren van Poelgeest in een genealogisch min of meer verantwoorde constructie samen te vatten12. De heer Hagermann doet dit in navolging van W. M. C. Regt aldus: de Dirk van Poel geest van 1252 huwt met Alveradis van Brederode, de Dirk van 1326/'27 wordt hun zoon, de grootvader van de laatste Gerrit alias Gerard neemt de plaats van de overigens onbekende stamvader der heren van Poelgeest in, die 1 juli 1252 al niet meer in leven was13. Een genealogische tabel is het geëigende middel om deze opvatting in beeld te brengen. Zo'n tabel komt er als volgt uit te zien: Gerard van Poelgeest Djrk I Herman Gerard a° 1252 a° 1252 a° 1252 Gemalin: Alveradis van Brederode, vrouwe van Koudekerk (waarschijnlijk ca. 1282) Dirk II a° 1323 10 Duidelijk worden Groot-Poelgeest, Klein-Poelgeest en Oud-Poelgeest onderscheiden in S. J. FOCKEMA ANDREAE, J. G. N. RENAUD en E. PELINCK, Kastelen, ridderhofsteden en buitenplaatsen in Rijnland (Leiden, 1952) blz. '84-85, terwijl D. HAGERMANN (1971) blz. 296, voetnoot 15 alle Poelgeest-aanduidingen op een en dezelfde plaats betrekt. 11 F VAN MIERIS Groot Charterboek der Graaven van Holland, van Zeeland en Heeren van Vriesland, tweede deel (Leiden, 1754) blz. 374 op 1 Januari 1326 zonder rekening te houden met de Paasstijl, die bij de graven van Holland in zwang was. 12 Men zie voor Alveradis van Brederode, vrouwe van Koudekerk, als weduwe van heer Dirk van Poelgeest het artikel van JHR. W. A. BEELAERTS VAN BLOKLAND, 'Vaststelling der identiteit van enkele edelvrouwen', in Bijdragen voor Vaderlandsche Gesch,edenis en Oud heidkunde, vierde reeks 10 (1912) blz. 252-259, inzonderheid blz. 255. De akten betreffende vrouwe Alveradis door P. L. MULLER opgenomen in zijn Regesta Hannonensia s- Gravenhage, 1881) zijn ontleend aan het Cartularium van de Commanderij der Johanmter- orde te Haarlem, thans berustend ten Gemeente-archieve van Haarlem, Kloosterarchieven 13 De amateur-historicus W. M. C. REGT had in Nieuw Nederlandsch Biografisch Woorden boek, zevende deel (Leiden, 1927) kol. 987 vergeleken met D. Hagermann uiteraard het na- [269]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 39