dergelijk plan34. Het plan is in 1978 vervangen door het Streekplan Zuid-Holland-Oost,
dat mede de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden omvat. In dit plan komen de ar
cheologische monumenten niet meer voor. Wel kunnen cultuur-historische monumen
ten in het algemeen, waaronder stilzwijgend de archeologische monumenten begrepen
kunnen worden, een rol spelen bij het behoud, eventueel de restauratie van door een
specifiek landschap bepaalde gebieden. Van algemeen belang voor de monumenten is
het karakter van landelijke openheid, voornamelijk weidebouw, met slechts geringe
groei van de kleine kernen, dat volgens dit plan in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden
gehandhaafd zal blijven35.
Meer directe gevolgen voor de toestand van de monumenten hebben de in uitvoering
zijnde ruilverkavelingen: de Alblasserwaard sedert 1964, de Vijfheerenlanden sedert
1978. Wordt in het rapport betreffende de Alblasserwaard met geen woord van archeo
logische monumenten gerept, in het rapport Vijfheerenlanden zijn ze volledig opgeno
men. Het verschil hangt samen met de juist in de zestiger jaren uitgevoerde intensieve
verkenning van de terreinen. Door voortdurend overleg van archeologische zijde met
de ruilverkavelingsautoriteiten is echter voor beide gebieden een verantwoorde inbouw
van de terreinen in de nieuwe landinrichting verkregen36.
Het landschap als historische bron, het is de basis van alle archeologische monumenten
zorg. Het landschap als historische bron vormde vijftien jaar geleden een van de voor
naamste onderwerpen van een door J. L. van der Gouw georganiseerde werkweek op
het eiland Voorne-Putten. De werkweek diende om een tiental studenten in de geschie
denis van de Universiteit van Amsterdam als toekomstige geschiedenisleraren voor regio
nale en locale geschiedenis te interesseren voor directe confrontatie met het bronnen
materiaal. Dit hield in: een verblijf in het gebied, ontmoetingen met de bestudeerders
veelal amateur-historici en bovenal het gebied grondig doorkruisen om alle over
blijfselen van het verleden zelf te bekijken. Vooral dit laatste was voor de meeste deel
nemers, die wel eens de kathedraal van Chartres bezocht hadden, natuurlijk, maar nog
nooit van de kerkring van Spijkenisse zelfs maar hadden gehoord, een regelrechte
openbaring. De betovering van deze kennismaking met het verleden van eigen streek en
andermans dorp is bij velen blijven bestaan. Niemand van de deelnemers is tenslotte ge
schiedenisleraar geworden of gebleven. De belangstelling is echter blijven bestaan en is
tot uiting gekomen in ieders werkkring. Deze bijdrage over een landschap als bewaar-
34 Streekplan Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (1969), Kaart 9: 'Overzicht van veenstroom-
ruggen en kreekruggen en de belangrijkste oudheidkundige terreinen'. Aan de kaart wordt in
de tekst niet gerefereerd; gezien de plaatsing bij paragraaf 2.7.1.: 'Geschiedenis der kernen',
mag de kaart gezien worden als een illustratie hierbij
35 Streekplan Zuid-Holland-Oost (1978), m.n. B 23-24: 'De gewenste ontwikkeling in hoofd
lijnen Deelgebied Alblasserwaard-Vijfheerenlanden' en C 155-156: 'Deelgebied Alblasser-
waard/Vijfheerenlanden (Oost III) Verwachte ontwikkelingen, knelpunten en plannen'.
36 Overleg door de archeoloog Dr. L. P. Louwe Kooijmans van het Rijksmuseum van Oudhe
den. Zie voorts Rapport voor de Ruilverkaveling Vijfheerenlanden (1978), m.n. blz. 52: 'Ter
reinen met oudheidkundige waarde' en Bijlage 2: 'Landschapsplan' (toelichting op blz. 44).
plaats van archeologische bronnen is daarvan een voorbeeld. Het is gegeven ter ere van
dr. J. L. van der Gouw en wordt hem aangeboden door een van de sindsdien betoverde
deelnemers.
SUMMARY
The Alblasserwaard-Vijfheerenlanden: an Archaeological District
The idea of archeologisch ster-gebied (archaeological district) is based upon a regional
concept for the preservation of archaeological monuments. An archaeological district
must fulfil four conditions: a varied landscape, a number of monuments of different
kinds and from different periods, a sufficient survey of the region, and a good state of
preservation now and in the future. On the basis of the different landscapes in the pro
vince of South Holland an outline is given of the occupation history from the neolithic
to the Middle Ages. At the end of the second part the preservation of the archaeological
sites in each region is considered. This leads to the third and most elaborate part, in
which the region of Alblasserwaard-Vijfheerenlanden is selected as an archaeological
district of great importance. The characteristic landscape in this part of the Dutch delta
with its geological features of riverdunes (donken), stream ridges, peat bogs, fen
streams, and big rivers, favoured pioneers from the early neolithic as well as settlers
from all later periods up to the vast reclamations in the late Middle Ages. An extensive
field survey followed by excavations at some sites during the nineteen sixties and seven
ties have considerably enlarged the archaeological potential. Settlements from the neo
lithic, the bronze age, and the iron age are found on the donken and stream ridges
throughout the region. Settlements from the Roman period are situated on the stream
ridges in the western part. The reclamation activities of the Middle Ages are characteri
zed archaeologically by small dwelling mounds (huisterpen) and castle sites, of which
the deserted ones are discussed in particular. By far the greatest number of the archaeo
logical monuments in the region is well preserved. The archaeological input into mo
dern planning has also assured a reasonable preservation in the near future.
[472]
[473]