ten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden berust, is hoofdzakelijk gedurende de
laatste drie decennia tot stand gekomen. Tot aan 1950 waren er incidentele vondsten en
waarnemingen, maar de toen op gang gekomen bodemkartering met archeologische be
geleiding heeft de gegevens niet alleen in belangrijke mate doen toenemen, maar deze
vooral ook gesystematiseerd. De verkenning van de fysische ondergrond gekoppeld aan
bestudering van daarbij gedane oudheidkundige vondsten leverde niet alleen een aantal
zogenoemde 'oude woongronden' op, maar vormde ook het stramien voor een verder
gaande, intensieve archeologische verkenning. Deze werd vanaf 1960 uitgevoerd door
amateur archeologen onder deskundige begeleiding. Hierbij werden de voor bewoning
in de verschillende perioden in aanmerking komende plekken met grondboor en proef-
kuilen nader verkend, zodat een compleet beeld van de bewoning vanaf het neolithicum
tot aan de middeleeuwse ontginningen verkregen kon worden. De verkenningen leidden
op enkele plaatsen, waar de vindplaatsen door planologische maatregelen dreigden te
verdwijnen, tot volledige opgravingen. In een latere fase van verkenningsarbeid werden
vanaf de late zestiger jaren ook de middeleeuwse fenomenen door veldverkenning op
gespoord, zodat de inventarisatie van archeologische monumenten in de Alblasser-
waard-Vijfheerenlanden, op een enkele nog onbekende uitzondering na, nu compleet
is32.
De staat waarin de monumenten zich bevinden is over het algemeen goed te noemen.
De aantasting in het verleden - en bedoeld is de aantasting in archeologische zin, dus
van de overblijfselen en sporen beneden het maaiveld - is betrekkelijk gering geweest.
Tevens is het huidige gebruik vaak van dien aard dat in deze toestand geen verandering
lijkt te komen33. Rest de vraag wat de planologische vooruitzichten voor het ster-gebied
zijn. Deze gaan in de richting van beleidsvoornemens (streekplan) en uitvoeringsbeslui
ten (ruilverkaveling).
Uit 1969 dateert het Streekplan van de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden waarin een
overzichtskaart is opgenomen van de belangrijkste archeologische terreinen uit pre
historie en Romeinse tijd gekoppeld aan de geologische ondergrond. Welk planologisch
effect deze kaart beoogde, is uit de tekst van het plan niet op te maken; van belang is
evenwel al - voor het eerst in Nederland! - de signalering van dergelijke terreinen in een
L. P. LOUWE KOOIJMANS, The Rhine/Meuse Delta, blz. 79-83: overzicht van verkennin
gen in de periode 1846-1974; L. J. PONS, 'Vijfheerenlanden: oudheidkundige vondsten en
bodemgesteldheid', in Westerheem 10 (1961) blz. 1-5: bodemkartering en archeologie in de
ïjfheerenlanden; H. A. DE KOK, 'De prehistorie van de Alblasserwaard en de Vijfheeren
landen', ,n Westerheem 14 (1965) blz. 119-123 en Dez., 'De begaanbaarheid van onze Streek',
in Onze streekhistorie; bijgedragen over de historie van de Alblasserwaard en de Vijfheeren-
'onden 2 (1966) blz. 5-26: verkenning van prehistorische vindplaatsen in de Alblasserwaard-
Vufheerenlanden; G. VAN DEN BEEMT, 'Iets over de Romeinse nederzetting te Alblasser-
dam', in Westerheem 16 (1967) blz. 137-148: verkenning van Romeinse vindplaatsen in de Al
blasserwaard; omstreeks 1970 documenteerde G. van den Beemt de huisterpen en H. Sarfatij
de kasteelterreinen in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ten behoeve van het CAA-ROB
Een lijst van alle tot 1974 bekende pre- en protohistorische vindplaatsen in de Alblasserwaard-
Vijfheerenlanden, 96 in getal, bij L. P. LOUWE KOOIJMANS, The Rhine/Meuse Delta, blz
361-372.
33 Men raadplege hiervoor de hierna opgenomen lijst.
[470]
Fig. 4 Onbebouwde
huisterp uit de middel
eeuwen te Lakerveld
(nr. 33 in de lijst)
(foto Matilda Jurris-
sen, Amersfoort).
Fig. 5 Terrein van de
neolitische nederzet
ting aan de Kromme
Elleboog (nr. 27 in de
lijst) gezien uit het
noorden. De nederzet
ting ligt op een van
links naar rechts gaan
de verhoogde stroom-
rug en bestaat uit twee
kernen ter weerszijden
van een dwarskreekje
(de lichte depressie
links van het hek).
Een gedeelte van de
nederzetting is opge
graven bij de aanleg
van de moderne ruil-
verkavelingsweg en
heeft geleid tot de op
merkelijke naamge
ving: Klokkebeker-
weg. Achter het hek
dr. L. P. Louwe
Kooijmans (foto
ROB).
[471]