schrijvers van de Maximes, had als gedeputeerde van de derde stand van Parijs een be langrijk aandeel in de ontwikkelingen. Hij was voorzitter geweest van het Parijse kies college en gaf leiding aan dertig tot veertig jansenistische afgevaardigden. Dit gezel schap werd, nadat de drie standen zich in de Assemblee verenigd hadden, versterkt met honderdvijftig pastoors. Beginselvastheid, zin voor orde en wantrouwen tegen elk ker kelijk en wereldlijk gezag kenmerkten deze groep, die deel uitmaakte van la partie la plus prononcée du cöté gauche23. Overeenkomstig het program van de Maximes werd overgegaan tot de organisatie van een dépöt, een centraal dépot des lois. Op 29 juli 1789 werden de Archives Nationales opgericht en op 4 augustus 1789 koos de Assemblée de afgevaardigde Camus tot archivaris24. Het comité voor de constitutie werd belast met het ontwerpen van een ar chiefwet. De meeste leden van dit comité hingen de opinie aan, dat een constitutie bestond uit historisch verkregen en verworven rechten. Men leefde nog in de 'extase go- thique' en was vervuld van eerbied voor de traditie, het oude bewijs en de historische oorsprong25. De idee van een rationele constitutie won eerst later veld. Camus schreef het ontwerp van de wet, die, na vaststelling door de Assemblée, op 12 september 1790 door Lodewijk XVI werd getekend26. De wet gaf in artikel 1 de taakstelling: les Archives Nationales sont le dépöt de tous les Actes qui établissent la Constitution du Royaume, son Droit public, ses Loix, sa distri bution en Départements21Er werd geen onderscheid gemaakt tussen dynamisch en sta tisch archief. Men zag het nog als de taak van het archief en de geschiedbeoefening de vaste waarden van het verleden veilig te stellen en door te geven met op de achtergrond de gedachte dat dat, wat oorspronkelijk is, goed is. De opvatting, dat de geschiedenis een ontwikkeling, een evolutie is, kreeg eerst na 1800 de overhand. Artikel II stelde de Archives Nationales sous la garde de l'Archiviste National, qui sera responsable des pièces confiées a ses soins. Artikel III versterkte de positie van de Ar- chiviste National en gaf de grondslag voor een onschendbaar, veilig archief met de be paling, dat de benoeming moest geschieden door de Assemblée en dat de archivaris in beginsel onafzetbaar zou zijn, Archiviste nommé par 1'Assemblée et ses successeurs seront perpétuels. De onaantastbaarheid van het dépöt werd verder verzekerd door het artikel XVI, dat bepaalde, dat enkel krachtens een speciaal decreet stukken aan het ar chief konden worden onttrokken. Een grote verdienste van de wet van 1790 is het streven 'political intrusion' en 'patrona ge' uit te sluiten, misstanden, waarvan de archiefdiensten her en der nog veel te lijden hebben. Enkele jaren geleden kwam in de Verenigde Staten van Noord-Amerika 'the political intimidation of the Archivist of the United States into full bloom'. Stukken 23 CH. LACRETELLE, Histoire de l'Assemblée Constituante I (Parijs, 1844) biz. 332. 24 H. BORDIER, Les archives de la France (Parijs, 1855) biz. 2. 25 GODECHOT, a.w., biz. 45; TALMON, a.w., biz. 71. 26 BORDIER, a.w., biz. 4. 27 Algemeen Rijksarchief, Gazette National ou le Moniteur Universe! september 1790 biz. 1028, 1040. Bij verschillen tussen BORDIER, a.w. en de Moniteur wordt de Moniteur gevolgd, waarover CAMUS, a.w., I biz. 14 schreef 'Le journal intitule Gazette Nationale ou Moniteur universel, est le répertoire le moins incomplet et le moins inexact. (Je ne parle pas de l'époque depuis laquelle (7 nivöse, an VIII) il est devenu Journal officiel)'. werden aan de National Archives onttrokken buiten de 'Archivist of the United States' om ten behoeve van een politieke relatie, een weggejaagde president. De Amerikanen werden erdoor overtuigd van de noodzaak van een zekere 'institutional independence' en van de onontbeerlijkheid van het dépöt sur van de Maximes23. De onaantastbaarheid van het archief had gevolgen voor de geloofwaardigheid. Artikel IX van de wet bepaalde, dat de archivaris de afschriften, die van de akten in de Archi ves Nationales gemaakt werden, diende te tekenen en te zegelen met het zegel, dat als zinnebeeld de woorden zou dragen: la Nation, la Loi et le Roi en als tekst Archives Na tionales de France. De aldus afgeleverde afschriften hadden als publiek instrument in rechte volledige bewijskracht: les expéditions délivrées en cette forme seront authenti- ques, et feront pleine foi en jugement et ailleurs. De openbaarheid werd gewaarborgd: artikel XIII bepaalde, dat het archief drie dagen in de week van 9 tot 2 en van 5 tot 9 geopend zou zijn pour répondre aux demandes du Public en artikel XIV schreef de inventarisatie voor aux Archives.de toutes les pièces qui y seront déposées. De vraag van Thorbecke van 1827 dat de bronnen toegankelijk gemaakt en volledig in haren zamenhang gekend zijn werd in de wet van 1790 beant woord en voorkomen29. De politiek-kritische openbaarheid van de wet van 1790 ging uit van de gedachte, dat macht bederft en dat gezagsdragers gecontroleerd moeten worden. Deze gedachte werd uitgewerkt in artikel 15 van de inleiding op de constitutie van 1791de beroemde verkla ring van de rechten van de mens en de burger. Dit artikel stelde vast, dat de gemeen schap het recht heeft iedere overheidsfunctionaris om verantwoording te vragen: la so- ciété a le droit de demander compte a tout agent public de son administration. De constitutie van 1791la grande charte de la Nation, die op 14 september 1791 door Lo dewijk XVI in de vergaderzaal van de Assemblée getekend werd30, gaf heel excessief in deze geest alle macht aan de volksvertegenwoordiging en daardoor aan de censuskie zers, de électeurs; la tyrannie de l'électeur n 'a d'égale que la complaisance de l'élu31. De uitvoerende macht was krachteloos gemaakt. Opzien baarde het felle protest hiertegen van de hoogbejaarde Raynal (1713-1796), na Voltaire misschien de beroemdste onder de philosophen. Raynal verweet de Assemblée in krachtige termen, dat de weg was vrij gemaakt voor anarchie en despotisme en hij drong aan op herstel van het regeringsgezag32. Dit protest werd verworpen. De grote invloed van de comités van Lé- gislative en Conventie, met als grofste exces het almachtige comité de Salut Public, werd niet voorzien. Evenmin zag men, dat vooral in de vaktechnische comités nogal wat oud-functionarissen gingen domineren. Op die wijze kreeg een bewonderaar van de gehate minister Terray, de plattelandsgedeputeerde, grootgrondbezitter en fabrikant Charles Francois Lebrun (1739-1824), die jarenlang de belangrijkste medewerker was 28 The American Archivist XXXIX, 4 okt. 1976 blz. 489, 490. 29 Algemeen Rijksarchief, archief Thorbecke 517; P. F. HUBRECHT, De onderwijswetten in Nederland V 2e deel ('s-Gravenhage, 1882) blz. 44. 30 R. AUBERT, Journal d'un bourgeois de Paris sous la révolution (Parijs, 1974) blz. 80. 31 G. DODU, Le parlementairisme et les parlementaires sous la révolution (1789-1799) (Parijs, 1911) blz. 71. 32 LACRETELLE, a.w., blz. 338. [444] [445]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 127