geroepen, waarin zitting hadden vertegenwoordigers uit de agglomeratie Eindhoven en uit het streekorgaan Kempenland, de archiefinspecteur van Noord-Brabant, de ge meentearchivaris van Eindhoven en de streekarchivaris van Noord-Kempenland. Op 11 februari 1974 kwam voor de eerste maal deze werkgroep bijeen. Op 12 augustus 1976 kwam zij voor de laatste maal bijeen. In de tussenliggende periode had de werkgroep drie concept-gemeenschappelijke regelingen ontworpen. De laatst ontworpen regeling werd naar de gemeentebesturen van de agglomeratie Eindhoven en het streekorgaan Kempenland gezonden om de nodige besluiten tot het aangaan van de gemeenschappe lijke regeling te nemen. Van de 20 betrokken gemeenten trok één zich terug en sloot zich aan bij het streekarchivariaat Langs Aa en Dommel en één gemeente schoof de zaak op de lange baan. De regeling werd gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant van 14 december 1979. 18 Gemeenten nemen thans deel aan het streekarchief, te weten, Best, Eindhoven, Geldrop, Leende, Nuenen c.a., Oirschot, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre (agglomeratie Eindhoven), Bergeyk, Bladel, Eersel, Hoogeloon c.a., Luyks- gestel, Reusel, Riethoven, Vessem c.a., Westerhoven (streekorgaan Kempenland). Het inwonertal bedraagt ca. 400.000. De meest opvallende kenmerken van deze regeling zijn: 1 Er wordt een centrale archiefbewaarplaats aangewezen; er kunnen zg. hulpdepots (rayon-archiefbewaarplaatsen) worden aangewezen. 2 Het dagelijks bestuur heeft de zorg voor de gemeentelijke archiefbescheiden voor zover deze zijn overgebracht naar de centrale of rayon-archiefbewaarplaatsen. 3 Het dagelijks bestuur heeft dientengevolge ook de bevoegdheid regels te stellen voor het beheer en gebruik van de overgebrachte archieven en verzamelingen. 4 Alvorens het streekarchief in zijn volle omvang gaat functioneren, zullen de nog niet geïnventariseerde gemeentearchieven eerst dienen te worden beschreven en geïnven tariseerd. Dit betreft een 8-tal gemeenten. Deze inventarisatiewerkzaamheden die nen op 31 december 1981 gereed te zijn. 5 Gedurende de overgangsfase zal wel de inspectie van de nog niet overgebrachte ar chieven van alle aangesloten gemeenten worden uitgeoefend. 6 Na de overgangsfase, dus met ingang van 1 januari 1982, zal het streekarchief al zijn taken gaan vervullen. Op dat moment ook zullen de archiefdienst van Eindhoven en het streekarchivariaat Noord-Kempenland worden opgeheven en opgaan in het streekarchief Zuid-Oost Brabant. Het algemeen bestuur is op 19 mei 1980 voor de eerste maal bijeengekomen. De feitelij ke werkzaamheden van inventarisatie en inspectie zullen waarschijnlijk in september van start gaan. Verslag tweede bijeenkomst van bibliothecarissen in overheidsarchieven. Op 24 april jl. werd in de Rijksarchiefdienst in Utrecht een tweede bijeenkomst gehou den voor bibliothecarissen werkzaam in overheidsarchieven. Dat met deze bijeen komsten in een behoefte wordt voorzien mag blijken uit het feit dat het aantal aanwezi gen zelfs hoger was dan bij de eerste bijeenkomst (46). [188] Voor de ochtend was het thema 'systematiek' gekozen. De bedoeling was om de voor- en nadelen van een eigen ontworpen systeem en een bestaand systeem af te wegen. De heer Jagerman, bibliothecaris van het Gemeentearchief in Amsterdam, hield een in leiding over het eigen systeem dat in zijn bibliotheek gebruikt wordt. Sinds 1959 werkt men aan de uitbreiding en aanpassing van het oude systeem, waarbij men uitgaat van het vragenpatroon van de bezoekers en het aanwezige materiaal. Op deze manier hoopt men een systeem te ontwerpen waarin de zeer specifieke begrip pen die men in een archiefbibliotheek tegenkomt, kunnen worden ondergebracht. De heer Jagerman gelooft dat een bestaand systeem daarvoor te algemeen is; oude begrip pen als 'poorterschap' zijn b.v. moeilijk onder te brengen. Het Gemeentearchief in Den Haag is sinds 1 januari 1980 overgegaan op het SISO. Me vrouw Mazure vertelde in haar inleiding waarom zij hiervoor gekozen hadden. Ook zij hebben overwogen om een eigen systeem te ontwerpen maar hebben hiervan afgezien omdat het ontwerpen van een goed systeem én het aanvullen en verbeteren in de toe komst zéér veel tijd kost. Een bestaand systeem kan meteen worden gebruikt en wordt door deskundigen steeds bijgehouden. De UDC heeft men afgewezen omdat die voor de gebruiker meestal te moeilijk is. Het SISO is betrekkelijk beknopt en heeft een duidelijke notatie waardoor het voor de bezoeker makkelijk te gebruiken is. Dit is vooral van belang omdat de ge bruikers voor het grootste deel amateur-historici zijn. Enkele rubrieken zijn te alge meen en moeten wel verder onderverdeeld worden en verder is een trefwoorden catalo gus nodig als hulpingang. Daarin kunnen o.a. de specifieke begrippen worden opgeno men. Na deze twee inleidingen werd gediscussieerd. Verschillende archiefbibliotheken ge bruiken een vereenvoudigde UDC en zijn daar tevreden over. Combinatie van UDC en trefwoordencatalogus heeft als voordeel dat niet alleen aan de amateur-historici maar ook aan de wetenschappelijke onderzoekers tegemoet wordt gekomen. Aan het eind van de ochtend kwam uiteraard niet hét ideale systeem uit de bus. Wél zijn de voor- en nadelen van de genoemde systemen op een rijtje gezet. Na de lunch sprak de heer Knul van het NBLC over de dienstverlening van het NBLC. Vervolgens werd de lijst van aanbevelingen besproken uit het rapport 'Bibliotheek en Rijksarchiefdienst' van de Conventcommissie. Eén van de aanbevelingen is het gebruik van het SISO! Als laatste punt op de agenda stond het rapport van het commissie die zich zou buigen over de mogelijke organisatievorm van de archiefbibliothecarissen. Er was informatie ingewonnen bij het NVB (Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen), de VAN (Vereniging van Archivarissen in Nederland), de Vereniging De topografisch- historische Atlas en de Vereniging van Archiefrestauratoren. De laatste twee organisa ties adviseerden om bij de VAN aan te sluiten. De VAN berichtte dat het bestuur werkt aan een voorstel om de vereniging open te stellen voor allen werkzaam in het archiefwe zen. De NVB heeft te kennen gegeven dat de archiefbibliotheken als 'groep' welkom is binnen haar organisatie. De aanwezige bibliothecarissen bleken nog steeds verdeeld over deze kwestie. De ene [189]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 51