Uit het boek blijkt duidelijk, dat de Overmase kwestie geen beperkte regionale beteke
nis had, maar het belangrijkste geschilpunt tussen Spanje en de Republiek was, waar
door zelfs de jonge vrede in gevaar kon komen. De heer Haas plaatst de kwestie her
haaldelijk tegen de achtergrond van de Europese verhoudingen. In 1658 was Spanje tot
toegeven in een bepaalde zaak bereid, nadat dit land tegen Frankrijk een beslissende ne
derlaag had geleden bij Duinkerken; Engeland en Frankrijk waren er op uit de Repu
bliek tegen Spanje op te zetten. Na de Spaans-Franse vrede van 1659 was een financieel
interim-verdrag tussen de Republiek en Spanje snel mogelijk, omdat Spanje nu de han
den vrij had en met geweld haar zin zou kunnen doorzetten. Het Engels-Spaanse con
flict om Portugal van 1661 deed Spanje naar een verdrag met de Republiek uitzien,
waardoor het slepende overleg tenslotte aan het eind van dit jaar een verdelingsverdrag
opleverde, dat ondanks de absurde territoriale versnippering van Overmaas (zie stelling
4), voor de Republiek voordeliger was dan voor Spanje. Voorjaar 1662 ratificeerden de
Nederlandse Staten en de Staten-Generaal het Partageverdrag, de Spaanse koning kon
hiertoe pas in oktober worden bewogen. De tekst van het verdrag wordt in een bijlage
aan het proefschrift toegevoegd.
Dr. Haas heeft voor zijn boek diepgaand archiefonderzoek verricht in de Algemene
Rijksarchieven te 's-Gravenhage en Brussel, in het Archivo General de Simancas, in
zijn eigen Rijksarchief, in het archief van de abdij Kloosterrade te Kerkrade en in het
Graflich von und zu Hoensbroech'sches Archiv zu Schloss Haag bei Geldern. Op uit
muntende wijze geeft hij blijk van beheersing van deze gecompliceerde materie, die hij
met alle details duidelijk en vlot leesbaar weergeeft. Al vond de promotie al weer gerui
me tijd geleden plaats, een gelukwens mag in deze bespreking met achterwege blijven.
Geheel los van het thema van het proefschrift citeer ik tenslotte de laatste stelling: De
toenemende specialisatie bij de wetenschappelijke bewerking en materiele verzorging
van archieven wordt niet bevorderd door kleinschaligheid in de opbouw van het ar
chiefwezen.
P. H. J. van der Laan.
A short-title catalogus of books printed at Hoorn before 1701; a specimen of t e
STCN; with an Englisch and Dutch intr. on the Short-title catalogue Netherlands by J.
A. Gr'uys and C. de Wolf Nieuwkoop, B. de Graaf, 1979. Bibliotheca bibliographica,
XII, f 65,— BTW.
De Short-title catalogue Netherlands is bedoeld als retrospectieve nationale bibliografie
voor de periode 1540-1800. Tot op heden ontbreekt een overzicht van de Nederlandse
boekenproductie uit die jaren. De samenstelling is in handen van het STCN-bureau, ge
vestigd in de Koninklijke Bibliotheek. Allereerst wordt daar een basiscatalogus samen
gesteld - voorlopig voor de periode 1540-1700 - waaruit deelcatalogi in boekvorm zullen
verschijnen. Deze eerste deelcatalogus is nog een proefcatalogus en de publicatie hier
van sluit de tweede proeffase van het project af. De eerste proeffase bestond uit het
[166]
samenstellen van regels voor de opzet van de STCN en was vooral gericht op het ont
werpen van een werkblad en het samenstellen van regels voor uniforme beschrijving
van de titels. Het eindresultaat werd gepubliceerd in de Handleiding voor de medewer
kers aan de STCN, 's-Gravenhage, 1977 (hier besproken jrg. 82 (1978), blz. 88/89). De
tweede proeffase was er vooral op gericht de in de eerste proeffase uitgestippelde werk
wijze te toetsen. Na een derde proeffase moet het hele project worden geautomatiseerd.
Geschat wordt dat het verwerken van de ca. 100.000 17e eeuwse titels 10 jaar zal vergen;
de ca. 200.000 18e eeuwse titels zullen in de volgende 15 jaar worden verwerkt, zodat
het hele project over 25 jaar moet zijn voltooid.
De keuze voor de eerste proefcatalogus is op Hoorn gevallen, omdat de boekenproduc
tie van deze stad representatief is voor een Nederlandse stad en gericht was op de natio
nale markt. Voor Hoornse uitgevers werkten o.a. drukkers uit Alkmaar, Haarlem,
Amsterdam en Leiden, terwijl Hoornse drukkers boeken produceerden voor uitgevers
in verschillende plaatsen in Holland, waaronder Amsterdam. Giganten op drukkersge-
bied als Amsterdam en Leiden, waarvan de productie bovendien voor een deel gericht
was op de internationale markt, lenen zich uiteraard minder voor het samenstellen van
een proefcatalogus.
De boekenproductie van Hoorn echter is beperkt genoeg om hiertoe te kunnen dienen,
terwijl het beschikbare materiaal toch veelzijdig genoeg is om alle aspecten van de cata
logisering te kunnen toetsen. Het beschreven materiaal is inderdaad verrassend veelzij
dig. Men treft theologische werken aan, geschiedschrijving (de oudste Hollandse
plaatsbeschrijving, de kroniek van Hoorn door Velius uit 1604), kluchten, schotschrif
ten en pamfletten, reisbeschrijvingen (Bontekoe), liedboekjes en vele anderen. De
eerste (klandestiene) druk van Hugo de Groot's Apologeticus verscheen in Hoorn. In
totaal zijn 360 publicaties beschreven, waaronder veel bezit uit het Hoornse gemeen
tearchief. Zij zijn geordend volgens hoofdwoord. De regels voor de bepaling van het
hoofdwoord en de andere criteria voor de beschrijving, die in de genoemde Handlei
ding werden beschreven, worden in een uitgebreide inleiding nog eens duidelijk uiteen
gezet, soms verduidelijkt met voorbeelden. Door het afdrukken van een aantal titelbla
den, kan de gebruiker zelf nagaan wat het resultaat is van de toegepaste regels. In een
appendix zijn de boeken vermeld, die niet voor opname in deze lijst in aanmerking
kwamen, b.v. omdat de samenstellers geen exemplaren van uit de literatuur bekende
uitgaven in handen hebben kunnen krijgen. De gegevens uit deze titels zijn echter niet
opgenomen in de indices.
Verschillende indices maken de titels voor gebruik toegankelijk. Allereerst is er een al
fabetische index op Hoornse drukkers, boekverkopers en uitgevers, die per persoon een
(chronologisch) overzicht geeft van de geproduceerde titels. Daarna volgt een chrono
logische lijst van deze drukkers, daarna een index op drukkers en uitgevers buiten
Hoorn. Dan volgt een index op persoons- en één op geografische namen uit de boekti
tels. Een index per categorie is in deze catalogus niet opgenomen, maar het vervaardi
gen van dergelijke indices hoort wel tot het werkterrein van het STCN-bureau. De cate
gorische overzichten van Nijhoff's: Catalogus van boeken in Noord-Nederland ver
schenen van den vroegsten tijd tot op heden, 's-Gravenhage, 1911, hebben hun nut im
mers wel bewezen.
[167]