De voorzitter vult aan, dat in Tilburg pogingen in het werk worden gesteld een restaura tieatelier in te richten, waarin het textielmuseum en de gemeentelijke archiefdienst sa men de deskundigheid inbrengen. Fasel haakt in op een andere opmerking van de voorzitter om meer aan public-relations te doen. Onlangs hebben we de archieffilm gehad, een schitterende film. (Hilariteit). Eveneens kwam recentelijk het boek 'Het archiefwezen in oude ansichten' of zoiets, van de pers. (Grote hilariteit). Hij vraagt zich af, wat we nog méér kunnen doen. De voorzitter wijst op contacten met de pers, die erg belangrijk zijn. Eveneens geldt dat voor contacten met leden van een gemeenteraad, zeker in Zuid-Nederland. Public- relations in goede vorm levert nationaal gezien papier en geld op. Berkenvelder informeert naar de mogelijkheid de resultaten van deze studiedag mede te verwerken in een boekje in de zgn. Blauwe Reeks van de VNG. De voorzitter neemt deze uitstekende suggestie graag over. Schimmelpenninck van der Oije heeft de indruk, dat bij een gedecentraliseerde archief dienst de kostenfactor minder duidelijk uit de verf komt. Vooral bij kleinere gemeen ten, die het archief in huis houden, drukken de kosten van de archiefberging en huis vesting vaak niet op de begrotingspost archiefzorg en zeker niet op de begroting van de gemeenschappelijke regeling. Bij een gecentraliseerde dienst komt de post huisvesting duidelijk tevoorschijn. Daarom moet ziens inziens bij financiële vergelijking van beide systemen dit punt in de gaten gehouden worden. Men kan niet simpelweg naar de be grotingstotalen kijken om de vergelijking te trekken. Verder is hij van oordeel dat bij meer public relations de democratische controle op de archiefcommissies of het lid van het college van burgemeester en wethouders, dat archiefzorg in zijn portefeuille heeft, mogelijk versterking behoeft. Schoute heeft goede ervaringen met het bestuursorgaan voor het streekarchief in de Krimpenerwaard. In de algemene vergadering zitten vertegenwoordigers uit de raden en colleges van burgemeester en wethouders van alle aangesloten gemeenten, evenals ver tegenwoordigers uit het college van dijkgraaf en hoogheemraden en de verenigde verga dering van het hoogheemraadschap. Men vergadert twee keer per jaar; het dagelijks bestuur vaker. Toen spreker gemeenteraadslid van Schoonhoven was, klonk steeds kri tiek op de gemeenschappelijke regelingen onder het mom: 'kost veel geld en wat doen ze eigenlijk?' De raadsleden doen echter meestal zelf weinig moeite zich terzake te laten informeren. Als archivaris moet men echter de gemeenteraden goed informeren, ook individuele raadsleden, aangezien zij uiteindelijk het geld moeten voteren. Woelderink zegt dat in de discussie is stilgestaan bij de 350 gemeenten in Nederland met een eigen of streekarchivaris; bij de 450 gemeenten zónder archivaris echter wat weinig. Hij doet het bestuur van de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen het voorstel in een brief aan de minister van binnenlandse zaken uiteen te zetten, dat be leidsvoornemens inzake de wijziging van de Archiefwet, tenderende naar verplichte be noeming van een gemeentearchivaris, bestaan en hem te verzoeken, of hij bij de richtlij nen die door zijn ministerie opgesteld zijn of zullen worden, bij discussie over de sa menvoeging van gemeenten ook daarbij te willen betrekken, wat met de archieven van de samen te voegen gemeenten gebeurt. Concreet: de benoeming van een streekarchiva ris reeds in het vooroverleg op het tapijt te brengen. Immers, een tiental jaren geleden geloofde men nog heilig in de grootscheepse bestuurlijke reorganisatie van het land. Bij de meesten onzer is het geloof daarin niet zo sterk meer aanwezig. Concreet kan men op dit moment wel zien het opnieuw ter hand nemen van de plannen tot gemeentelijke her indeling. Jamar vult aan dat men in Zuid-Limburg al jaren met het proces van gemeentelijke her indeling doende is. In het door de minister gepresenteerde wetsontwerp staat een arti kel, dat de archieven zullen worden overgebracht naar de nieuw te vormen gemeente. Woelderink zegt, dat zo'n bepaling altijd al is toegepast. Hij wil dat men een concentra tie van gemeenten aangrijpt om het beheer van de archieven beter te regelen. De voorzitter neemt het voorstel graag in beraad. Hij kan zich indenken dat ook de af deling archieven van CRM als beleidsafdeling in deze een taak zou kunnen hebben. Misschien kan het van meerdere kanten komen. Caminada denkt niet dat de minister van binnenlandse zaken een herindeling van ge meenten zal aangrijpen om een andere zaak, nl. een ander archiefbeleid, meteen mee te regelen. Den Teuling zegt dat een tweetal jaren geleden terzake een correspondentie heeft bestaan tussen binnenlandse zaken en de provinciale besturen met als resultaat een aan wijzing van de minister dat juist de provinciale besturen, als zijnde nauw betrokken bij de voorbereidingen tot herindeling van gemeenten, het beste toegerust zijn om voor dergelijke voorzieningen in te springen. Men hoeft op dat punt van de centrale overheid niets te verwachten. De voorzitter dankt vervolgens de inleiders en de deelnemers aan de studiedag voor hun bijdrage aan de discussies. Als hij het gesprokene goed beluisterd heeft, is een eerste stap gezet. Mogelijk is het goed elke vijf jaar het jaar 1955 te herdenken. Over de vorm van publicatie zal het bestuur zich met de inleiders beraden. Juist de essentie zal lezens waard genoeg moeten zijn voor externen, vooral bestuurders, omdat die de beslissingen nemen. We zijn het eens over het 'sluitend net'. Hij dankt de heren Van Ebbenhorst Tengbergen en Schimmelpenninck van der Oije van de archiefinspectie Gelderland voor de goede zorgen en bereidwillige ontvangst van de deelnemers in het provinciehuis te Arnhem en sluit de bijeenkomst. [133]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 23