In dit gezelschap meen ik er goed aan te doen de samenwerking van provincie en ge
meenten te benadrukken. Concreet betekent dit o.a. dat gemeente- en streekarchivaris
sen niet lijdelijk een optreden van de provincie moeten afwachten, maar in onderling
overleg, in overleg met hun besturen en in overleg met de provinciale inspecteur zo goed
mogelijk de zaken moeten verdedigen, waarvoor zij zijn ingehuurd.
Discussie
Na de lunchpauze stelt de voorzitter, drs. J. N. T. van Albada, de aanwezigen in de ge
legenheid met de inleiders over hun exposé's te discussiëren.
Schimmeipenninck van der Oije vraagt of Schoute nader kan ingaan op het verband
tussen de streekregistrator en het feit of het een streekarchief, dan wel een streekarchi-
variaat betreft, aangezien hem dat subtiele verschil ontgaat. De streekregistrator zal im
mers altijd rondreizen. Caminada en ook diens voorganger als provinciaal archief
inspecteur in Noord-Brabant hebben moeite om de streekarchivariaten met goede ge
kwalificeerde krachten te bemannen. Hij meent dat dit voor veel meer functies opgeld
doet; kennelijk werkt de grotere afleveringscapaciteit van de rijks archiefschool pas na
een aantal jaren door in de geschiktheid van de kandidaten.
Verder zou hij het op prijs stellen, indien het gesprokene op deze studiedag in enigerlei
vorm zou worden gepubliceerd.
De indruk heeft bij hem postgevat, dat ieder streekarchief of -archivariaat zijn eigen
totstandkoming meebrengt. Fasel heeft zijn model niet aangeprezen als het enig moge
lijke of enig wenselijke. Wartena heeft er ook niet voor gepleit zijn streekarchivariaat in
die vorm steeds te laten. Caminada's opmerking, dat vanuit de provinciale archief
inspectie slechts met een brede oriëntatie gewerkt kan worden onderschrijft hij van har
te. De provinciale archiefinspecteur dient daartoe niet uitsluitend historische motieven
aan te dragen. Het zou wenselijk zijn eens te bespreken, hoe men aan een indeling
komt; welke ratio daar achter zit of welke juist niet.
De voorzitter zegt dat indien deze dag straks als geslaagd kan worden beschouwd, aan
de voorzitter van de VAN gevraagd wordt te willen bevorderen het verslag in het Ar
chievenblad op te nemen. Door middel van overdrukken zouden externen kunnen wor
den geïnformeerd. Het was al een hachelijke onderneming in één zaal streekarchivaris
sen, gemeentearchivarissen en provinciale inspecteurs bijeen te brengen. De vraag in
de wandelgangen gesteld waarom geen bestuurders van locale organen zijn uitgeno
digd, kan beantwoord worden met: 'we durfden het nog niet'. Misschien voelden colle
gae zich dan enigszins belemmerd. Gezien de discussie in het Archievenblad en het blad
voor Overheidsdocumentatie, o.a. door een aantal provinciale inspecteurs, geloof ik,
dat die het beter eerst zelf eens kunnen worden over wat ze willen doen, alvorens de nog
moeilijker invulbare component bestuurders nu al uit te nodigen.
Schoute meent dat de inspectie bij een streekarchiefdienst niet per definitie beter of
slechter werkt, dan bij een streekarchivariaat. Hij heeft willen zeggen dat de inspectie
door de archivaris door het simpelweg periodiek z'n neus laten zien weinig zinvol is.
[124]
Het is zaak een deskundige ter beschikking te hebben, die de gemeenten bijstaat, vooral
om de archiefvormer met deskundigheid te adviseren. Om hem de onafhankelijke posi
tie te bezorgen die wenselijk is, is het beter de streekregistrator te verbinden aan de ar
chiefdienst. De indeling van archiefdiensten zou niet alleen zo goed mogelijk moeten
overeenkomen met de huidige administratieve indeling, doch tevens dient men te stre
ven naar aansluiting bij een al veel langer bestaande; in zijn geval is dat een waterstaat
kundige indeling. Jensma (Dordrecht) zou wellicht kunnen trachten het baljuwschap
Zuid-Holland als ambtsgebied te herstellen.
Caminada vindt de vraagstelling over de begrenzing van archivariaten wat merkwaardig
a-historisch; de begrenzing van Nederland is ook volstrekt willekeurig. Als Frederik
Hendrik niet zo'n doortastend type was geweest, behoorde het huidige Zuid-Nederland
wellicht niet tot het Koninkrijk. De indeling van de streekarchivariaten in Brabant is
betrekkelijk willekeurig, gegroeid op basis van vrijwilligheid en uitgekristalliseerd rond
om een aantal gemeenten die bereid waren met elkaar samen te werken. Regelmatig zijn
daar gemeenten aangeplakt. Onverlet blijft de vraag naar de zin van een indeling, die
men logisch zou kunnen noemen, of zinnig, of aansluitend aan welk criterium dan ook,
historie of huidige situatie. Wil men die vraag beantwoorden, dan moet men de conse
quentie onder ogen zien, dat, voor wat Brabant betreft, een herverkaveling moet wor
den doorgevoerd met gevolgen voor alle 131 daarin gelegen gemeenten. Bij het provin
ciaal bestuur bestaat, hangende de plannen voor een bestuurlijke herindeling, daartoe
geen bereidheid. Dat de modellen sterk lokaal of regionaal gekleurd zijn is de conse
quentie van het ontbreken van een centraal archiefbeleid voor de locale organen, waar
door ieder die zich op dit terrein beweegt een wijsheid kan verkondigen met de kans,
dat hij ook nog gelijk krijgt. Meer coördinatie zou bereikt kunnen worden door inter
provinciaal overleg; door middel van de kring van griffiers zijn in het I.P.O.-overleg
daartoe aanzetten gegeven.
Woelderink zegt naar aanleiding daarvan dat de overheid op derden al vaak duister
overkomt; het I.P.O.-overleg is voor die derde al helemaal schimmig. De wijze van uit
voering van de provinciale taken ingevolge de Archiefwet wordt op een zeer verschei
den manier door de provincies uitgelegd. Het ware al heel wat, indien bij een aantal
provinciale besturen de principiële bereidheid tot het initiëren, tot het aanzetten geven
voor ontwikkeling van streekarchiefdiensten of -archivariaten zou bestaan. Ziet de heer
Caminada hierin al licht aan de horizon?
Caminada meent dat het antwoord kort kan zijn: 'het overleg is inderdaad zeer vrijblij
vend; men kan wel naar de resultaten kijken en constateren, dat hetgeen wat Fasel het
Brabantse model noemt inmiddels ook door de provincies Zeeland en Gelderland op
ruime schaal wordt gehanteerd. Daar zal dan wel een zekere olievlek werking van uit
gaan. Op dit moment zijn de vooruitzichten via het I.P.O.-overleg even mistig als voor
U kennelijk dat overleg op zich is'.
Woelderink is opgevallen, dat zowel Van Agt als Fasel een element beklemtoond heb
ben in de ontwikkeling van streekarchieven/-archivariaten, wat erg waardevol is, n.l.
het niet geïsoleerd hebben of zijn van dat betrekkelijk gering aantal steden in ons land,
dat van oudsher een archiefdienst heeft, met het hen omringende platteland. Men heeft
op verschillende aspecten gewezen. Zelf kan hij er een aan toevoegen wat hem per-
[125]