Inspektie:
Met het veelvuldig contact tussen archivaris en de gemeentesecretarie is het afgelopen.
Dat is niet erg: de archivaris is niet de praatpaal van de plaatselijke ambtenarij. Een
deskundig toezicht op vorming en beheer van de secretarie-archieven is beter verzekerd
door de streekregistrator. Hij leidt wél een zwervend bestaan, d.w.z. dat hij nu hier,
dan daar enkele weken of maanden achtereen werkt.
Het enige nadeel van het streekarchief zijn de kosten van het gebouw; dit zijn alleen
reële extra kosten waar al voldoende depotruimte aanwezig is. Op een kleine dienst
drukken deze kosten relatief zwaarder dan op een grote; het draagvlak van een streek
archief dient dus niet te klein te worden genomen.
Mr. A. L. G. M. van Agt: archivaris in de agglomeratie
Zeker herinneren velen van U zich nog de tumultueuse vergadering van de VAN op
29 november 1973 in de voormalige statenzaal van het toenmalige provinciehuis in Den
Bosch.
In de namiddag vond de bespreking plaats van het concept-rapport gewestvorming, dat
aldus de makers de mogelijkheid bood om vele gebreken die de archiefwet 1962
getolereerd had (en nog tolereert met betrekking tot de zorg en het beheer van lokale ar
chieven) op afdoende wijze te verhelpen.
Helaas is dit rapport in de concept-fase blijven steken; wellicht, het leek er althans op,
omdat de rijksarchiefdienst c.a. vele leden had gemobiliseerd om het rapport af te
stemmen, bang als ze waren voor uitholling van de rijksarchieven en overgang van ta
ken naar de gewestelijke archieven. Dit gemobiliseerde leger werd hierin bijgestaan
door een aantal andere leden, die toen al zo'n grote afkeer toonden van gewesten, dat
zij alleen daarom al het kind met het badwater weggooiden. Er was zo een grenzeloze
verwarring, dat het concept werd afgestemd met 49 tegen 44 stemmen en een blanco.
De toch wel zeer bittere pil werd door dr. Pirenne op zijn bourgondische manier nog
wat verguld door te stellen, dat er goed werk was verricht: ik citeer: Ongetwijfeld zal
blijken dat het rapport in het kader van de ontwikkeling van het Nederlands archief
wezen kostbare studiestof heeft aangedragen. Einde citaat.
Ik meende met deze inleiding te moeten beginnen, omdat juist in die tijd het prille begin
van het initiatief opkwam om voor de agglomeratie Eindhoven en voor het gebied van
het streekorgaan Kempenland een gemeenschappelijke archiefdienst op te zetten.
"Goed werk heeft tijd van doen", zegt men: nü, 7 jaar later zijn we zover, dat de ge
meenschappelijke regeling in de Staatscourant is gepubliceerd en dat een dezer dagen
naar ik hoop de eerste vergadering van het bestuur van het Streekarchief Zuid-Oost-
Brabant zal worden gehouden.
Ik zal U niet vermoeien met te vertellen, wat in de vele voorafgaande vergaderingen zo
al besproken is, ik ga U slechts de voornaamste gebeurtenissen schetsen.
[110]
Er bestaat in de bij de wet opgerichte 'agglomeratie Eindhoven' vroeger 'samenwer
kingsorgaan A.E'. (voelt U de nuance) geheten een periodiek overleg tussen de ge
meentesecretarissen van de aangesloten gemeenten. Dit secretarissenoverleg had weer
diverse werkgroepen in het leven geroepen, waarvan één voor ons verhal van belang is
m.n. de 'Studiegroep uniformering gemeentelijke voorschriften'. Hierin werd op
21.6.1973 vastgesteld dat het beheer van gemeentelijke archieven onderwerp van coör
dinatie zou kunnen zijn.
Als gevolg daarvan kreeg ik een uitnodiging om in de daaropvolgende vergadering van
het secretarissenoverleg een mondelinge uiteenzetting te geven en het resultaat hiervan
was, dat mij hoe kan het anders verzocht werd het besprokene op papier te zetten.
De boodschap werd erbij gegeven, dat de mogelijkheden moesten worden bekeken van:
a één gemeenschappelijke regeling met eventueel gedecentraliseerde depots;
b enkele afzonderlijke gemeenschappelijke regelingen voor groepen van gemeenten.
Op 30 november 1973 kwam ik met een rapport dat 5 modellen behandelde:
a één gemeenschappelijke archiefdienst en één gemeenschappelijke archiefbewaar
plaats;
b één gemeenschappelijke archiefdienst en bewaarplaatsen voor elke gemeente (de rei
zende archivaris);
c Eindhoven en het overige gebied van de agglomeratie opgedeeld in meerdere streek-
archivariaten met per streekarchivariaat een centrale archiefbewaarplaats ofwel in
elke gemeente afzonderlijke;
d één gemeenschappelijke archiefdienst met uitzondering van het gebied van het reeds
bestaande streekarchivariaat Noord-Kempenland;
e de stadsarchiefdienst verleent tegen kostprijs diensten bij de ordening, beschrijving
en inventarisatie van archieven van andere gemeenten.
Het rapport ging in op alle modellen en mijn conclusies waren:
a Een gewestelijke archiefdienst met één centrale bewaarplaats zou als meest efficiën
te en goedkoopste oplossing nagestreefd moeten worden. Vooralsnog zou het
streekarchivariaat Noord-Kempenland als zelfstandige eenheid gehandhaafd kun
nen worden.
b De grotere efficiency wordt bereikt doordat niet telkens archiefambtenaren behoe
ven rond te reizen naar de aangesloten gemeenten,
c Er behoeft slechts één aan de wettelijke eisen beantwoordende archiefbewaarplaats
beschikbaar te zijn, wat kostenbesparend is.
d Er behoeven maar op één plaats een historische handbibliotheek, documentatie- en
topografische verzameling te zijn.
e De onderzoekers kunnen permanent terecht en zijn steeds verzekerd van deskundige
hulp, begeleiding en hulpmiddelen,
f Het in het leven roepen van meer streekarchivariaten zou duurder zijn dan één ge
westelijke archiefdienst met één centrale archiefbewaarplaats,
g De educatieve werkzaamheden, welke toen reeds meermalen de grenzen van Eind
hoven overschreden, zouden gebundeld kunnen worden voor alle gemeenten.
[111]