De kursus 1979-1980 van de rijks archiefschool* Het levenseinde van Mr. B. van 't Hoff is triest geweest. Kort voor zijn pensio nering in 1965 openbaarde zich de ziekte van Parkinson, die zich aanvankelijk niet al te ernstig liet aanzien, maar op den duur een deerniswekkend aftakelingsproces teweeggebracht. Als een verlossing kwam tenslotte de dood in de Clara Feyoena- stichting te Heemse bij Hardenberg 22 mei 1979, kort voor hij zijn negenenzeventig ste verjaardag zou hebben bereikt. Mevrouw van 't Hoff heeft haar echtgenoot niet lang overleefd. Typerend voor de heer van 't Hoff was zijn menselijkheid. Al te goed van vertrou wen heeft hij eens een Franse bezoeker met oplichtersneigingen toegang gegeven tot het dépot van het Algemeen Rijksarchief en hij zou de man nog in de gevangenis hebben opgezocht, als de Algemene Rijksarchivaris hem hiervan niet weerhouden had. Dikwijls stond de mens in hem naar mijn indruk de ambtenaar in de weg. Veel meer komt in onze bureaucratie het andere uiterste voor: de ambtenaar, bij wie de mens in het gedrang raakt. J. Fox 278 Leerlingen Aan de kursus 1979-1980 nemen 16 aspirant-hogere en 41 aspirant-middelbare ar chiefambtenaren deel. De opleiding hoger-archiefambtenaar wordt door een toe hoorder gevolgd, evenals de opleiding middelbaar-archiefambtenaar. De samenstelling van de groep aspirant-hogere archiefambtenaren is als volgt: twee met hoofdvak oude geschiedenis, vijf mediëvisten, zes met hoofdvak nieuwe ge schiedenis, twee met hoofdvak nieuwste geschiedenis en een kunsthistorica. Aan een leerling werd voor de aanvang van de kursus een tentamen Latijn afge nomen op grond van art. 30, lid 2 van het archiefbesluit. De toehoorder is jurist en reeds in het bezit van het diploma middelbaar-archiefambtenaar. De vooropleiding van de middelbare archiefambtenaren is HAVO 13, MMS 1. Atheneum 8, HBS 4, Gymnasium 9. Velen van hen hebben na de middelbare school een of enkele jaren gestudeerd aan een universiteit, een instelling voor hoger beroepsonderwijs e.d. Daaronder is een deelnemer met een doctoraal Engels en een met een doctoraal Scheikunde. Met dispensatie werden 6 deelnemers toegelaten, waarvan 4 met S.O.D. II (totaal aantal deelnemers met S.O.D. II 6). De gemiddelde leeftijd van de aspirant-middelbare archiefambtenaren is 26 jaar, nl. 4 jonger dan 20, 21 tussen 20-29 jaar, 15 tussen 30-39 jaar en 1 ouder dan 40 jaar. De gemiddelde leeftijd van de aspirant-hogere archiefambtenaren is, inklusief de toehoorder, 27 jaar. Laatstgenoemden zijn praktisch werkzaam bij de derde af deling van het algemeen rijksarchief (2), de rijksarchieven in Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht (2), Noord-Holland, Noord-Brabant en Limburg en de ge meentearchieven van Amsterdam, 's-Gravenhage, 's-Hertogenbosch, Maastricht, Rotterdam en Tilburg. De toehoorder is werkzaam bij het rijksarchief in Drenthe. De aspirant-middelbare archiefambtenaren zijn praktisch werkzaam bij de eerste, tweede (4, waarvan twee verbonden aan het ministerie van financiën, een aan het ministerie van verkeer en waterstaat) en derde afdeling van het algemeen rijksar chief, bij de rijksarchiefinspektie, bij de rijksarchieven in Friesland (2), Overijssel, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Voorts bij de gemeentearchieven van Alk maar, Amsterdam, Arnhem, Breda, Delft (2). Deventer, Eindhoven (3), Haarlem, Leeuwarden, Leiden, Maastricht (2), Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht (2), Vergelijk de mededelingen over de kursus 1978-1979 in N.A.B. 82 (1978), blz. 285-288. [279]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 4