SUMMARY Bewaring der notariële archieven in België landse' nederzettingen is nu groter dan vlak voor de eerste Wereldoorlog. Het komt mij wenselijk voor, dat het voorhanden archiefmateriaal eens integraal van Neder landse zijde onderzocht zou worden om zodoende een visie van deze kant te kunnen leggen naast de Poolse, temeer omdat men wederzijds de literatuur over dit onder werp onvoldoende kent. Slotopmerkingen Ah algemene conclusie van deze geslaagde studiereis zou ik met kracht willen plei ten voor een duidelijke voortzetting van de uitwisselingscontacten tussen Neder landse en Poolse archivarissen. Het stadsarchief van Danzig bevat nog veel mogelijkheden voor een nader onder zoek van Nederlandse zijde naar bronnen van belang voor de contacten tussen beide landen. Hetzelfde geldt voor de stadsarchieven van Elblag (Elbing) en Chelmna (Culm) die respectievelijk te Danzig en te Torun bewaard worden. De Poolse col lega's anderzijds zijn zeer geïnteresseerd in bezoeken aan ons land, waarbij behalve de historische contacten ook de algemene vakcontacten vanwege het niveau van de Nederlandse arc'.iivistiek en de veeljarige daadwerkelijke praktijk van het archief beheer hun belangstelling heeft. Ik waag het daarbij te betwijfelen of wij aan Nederlandse zijde het Poolse gastheer schap kunnen evenaren. De vriendelijkheid en behulpzaamheid van collega's zowel in het zakelijke als het persoonlijke vlak hebben het. mij mogelijk gemaakt om in een kleine twee weken een maximum aan werk te verrichten en contacten te leggen. Ik betuig hen daarvoor mijn oprechte dankbaarheid. B. Woelderink Dutch-Polish archival relations The cultural agreement between the Polish and Dutch governments provides in a regular exchange of archivists. The director of municipal archives in Deventer, drs. B. Woelderink, visited in may 1979 archival authorities and state archives in Poland. He was received by the Central Direction of Archives, the chairman of the Asso ciation of Polish archivists and the Dutch Ambassador in Warszawa. Furtheron he brought visits to the state archives in Gdansk and Torun. Special at tention was gwen over there to the documents concerning commercial relations between the two countries. The author asks also for a more detailed investigation of the settlements in the Vistula region the so called 'Dutch villages' (16 th - 18 th c.). He is pleading for an exchange program between Poland and the Netherlands of very valued historical information on microfilm. The director of state archives in Gdansk, dr. C. Biernat, brought september 1979 a return visit to the Netherlands. 300] De bewaring der notariële archieven is in België geheel anders en naar mijn be scheiden mening op enkele punten minder goed geregeld dan hier te lande. Dank zij de welwillendheid van onze collega Dr. I. Decavele, archivaris der stad Gent, ben ik in staat hier uit de doeken te doen, hoe deze zaak bij onze zuiderburen is geregeld. Juist als in Nederland blijven de notariële archieven aanvankelijk onder de 'ver lijdende' notarissen en hun ambtsopvolgers berusten. Zij worden echter niet, zoals in Nederland, na dertig jaar overgebracht naar notariële archiefbewaarplaatsen (de ze bestaan in België niet), maar blijven, althans in beginsel, 'ten eeuwigen dage' onder de opeenvolgende notarissen berusten. Het kan dan ook in België, naar ik mij heb laten vertellen, voorkomen, dat een notaris aan een in dergelijke zaken be langstellende cliënt of andere bezoeker van zijn 'studie'1 vol trots een lange en indrukwekkende reeks soms fraai ingebonden notariële protokollen kan tonen, die wel eens tot in de 17e, ja een enkele maal tot in de 16e eeuw teruggaan. Eerst in 1963 is in België de mogelijkheid geopend notariële archieven die meer dan een eeuw oud zijn, naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen in de hoofdplaatsen der pro vincies (voor Brabant is dat het Algemeen Rijksarchief te Brussel) over te bren gen. Van deze mogelijkheid (van een verplichting is geen sprake) wordt zeer veel gebruik gemaakt: menig notaris zal de slechts zelden of nooit geraadpleegde proto kollen van zijn ambtsvoorgangers met vreugde zien verdwijnen al was het alleen maar omdat daardoor te zijnen kantore ruimte vrijkomt. Uit een oogpunt van al gemeen belang is het natuurlijk toe te juichen, dat de overgebrachte archieven door een ieder geraadpleegd kunnen worden. Van de mogelijkheid bij de overbrenging de openbaarheid van het overgebrachte te beperken of zelfs uit te sluiten wordt slechts zeer zelden gebruik gemaakt. De hier te lande bestaande mogelijkheid notariële archieven onder bepaalde voor waarden aan gemeenten in bewaring te geven bestaat in België niet. Wie daar het archief van een notaris uit vroeger eeuwen wil raadplegen zal zich dus naar een Rijksarchiefbewaarplaats moeten begeven, tenzij hij gebruik maakt van de in België juist bij ons, bestaande regeling dat archivalia kunnen worden uitgeleend. 1 Het woord 'studie' (Frans: étude) voor een notariskantoor begint in België plaats te maken voor het woord 'kantoor', dat overigens (men geeft zich daar niet altijd reken schap van) in oorsprong ook Frans is (comptoir). De Belgische deurwaarders begin nen eveneens in plaats van 'studie' te zeggen en te schrijven 'kantoor'. 1301

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 15