In memoriam Jan Hendrik Pool en "Het Dorp" groeiende samenwerking zijn naar schatting ruim 1300 personen bij het indiceren ingezet. In 1978 werkten 275 w.s.w.-ers aan indiceerprojecten ten behoeve van de rijksarchiefdienst. Bij het beantwoorden van de genealogische vra gen. maakt de dienst gebruik van anders onbenutte particuliere werkkrachten buiten de dienst. De rijksarchieven in Groningen, Drenthe. Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en Zeeland geven de verzoeken voor genealogische inlichtingen door aan betrouwbare onderzoekers, die tegen het voor de rijksarchiefdienst vast gestelde tarief werken. De andere rijksarchieven verwijzen naar onderzoekers op de lijst, die vorig jaar door de drie landelijke genealogische organisaties in overleg met archiefdiensten is samengesteld. Op die lijst komen zowel beroepsgenealogen voor als amateurs, die bereid zijn tegen enige vergoeding genealogisch onderzoek in te stellen. De reacties van het publiek zijn tot nu toe positief. In nauwe samenwerking met de genealo gische organisaties moet het kunnen lukken deze service beter te regelen dan in vroeger jaren mogelijk was. Het dienstbetoon is verder verbeterd door de invoering van de zelfbediening. De DTB-registers staan bijna overal in kopie in de studiezaal; in dezelfde tijd kan, volgens sommige klanten, al naar de mate van ervaring, drie tot tien maal zoveel onderzoek worden verricht als weleer bij bediening. Het in film-cassettes beschik baar stellen van de burgerlijke stand, waarmee het rijksarchief in Drenthe is ge start, betekent een verdere verbetering van de service. Als alles meezit volgt het omvangrijke rijksarchief in Zuid-Holland in 1980. De vele tijd, die de voorbereiding en uitvoering van dergelijke projecten kosten, moet ergens gewonnen worden. In geen geval mag dit ten koste gaan van acquisitie, inventarisatie of studie. Met betrekking tot het overleg met de Landelijke Kring van gemeente- en streek archivarissen kan worden verwezen naar het antwoord van de staatssecretaris op de vragen van het Kamerlid Van Ooijen. Het overleg met de Kring moet zeker worden versterkt. Ik merk overigens op, dat de sluiting gedurende een hele of halve werkdag per week van de gemeente-archieven in Delft, Dordrecht, Haarlem, Mid delburg en Tilburg en het feit, dat de gemeente-archieven op acht na, op zaterdag gesloten zijn, uiteraard ook hun weerslag hebben bij de rijksarchieven. Het gemeen telijke tariefbeleid is hiernaast een thema apart. De uniformering van de openings tijden bij 38 gemeente- en streekarchieven moet men tussen de middag de deur uit is een zaak, die tijdens de studiedagen ook wel aandacht zou verdienen. Wanneer op de komende studiedagen de provinciale archiefoverzichten met enige plechtigheid en publiciteit, ze verdienen het, gepresenteerd worden, ligt een grootse prestatie van de VAN en van het hele corps op tafel. De studiedagen behoren duidelijk te maken dat dergelijke resultaten alleen bereik baar zijn, wanneer belangen worden afgewogen en prioriteiten worden gesteld. Met een herhaling van de "breakdown" is niemand gediend. De Algemene Rijksarchivaris Mr. A. E. M. Ribberink [202] Nadat door de chef van bet militair hospitaal te 's-Gravenhage zwart op wit omtrent Jan Hendrik Pool, geboren 20 oktober 1898 te Uithoorn, was verklaard, dat "het gemis van het linkerbeen geen verhoogde kans op een vervroegd invaliditeitspen sioen" bood, werd hij met ingang van 1 juni 1936 aangesteld als tijdelijk binder bij het Algemeen Rijksarchief. Hij bleek een uitstekend vakman, vulde door het volgen van avondlessen zijn kennis aan, dus sprak het vanzelf, dat hij met ingang van 1 juni 1938 in vaste dienst werd benoemd. Toen ik op 2 januari 1944 mijn werk op de 3e afdeling van het Algemeen Rijksarchief begon, was Pool de enige echt vakbekwame boekbinder, die aan die instelling was verbonden. Tijdens diens veelvuldige afwezigheid verving hij ook de fotograaf we hadden toen op zolder al een begin van een foto-atelier De wijze waarop Pool die fotograaf verving was voor de vaste bezoekers van de studie zaal aanleiding om bij elke bestelling te informeren, of de fotograaf ziek was; zo neen, dan kon de bestelling wachten tot de vervanger moest optreden! Op 1 juli 1948 werd Pool de fotograaf van het Algemeen Rijksarchief. De "reprografie" was toen in opkomst. Er was een Genootschap voor opgericht (met collega Bloemen als voorzitter) en ik verzeilde als oud-schoolmeester vanzelfsprekend in de opleidings commissie. Er kwam een vakcursus tot stand (later door de scholen voor fotografie overgenomen) na heftige disputen over de vraag of de fotografen alleen maar handgrepen hoefden te leren, dan wel ook moesten leren begrijpen wat er optisch en chemisch gebeurde. Tot mijn voldoening heeft de tweede opvatting het toen gewonnen. Pool hoorde bij de eerste jaargang van onze leerlingen. Met een bewonderenswaardige energie wierp hij zich op de stof (en op de achterstand in schoolkennis die ik hem op som mige punten moest helpen inhalen). Op 22 januari 1949 behaalde Pool het diploma reprograaf A en B, hetwelk hem per 1 januari 1950 een bevordering tot technisch hoofdassistent opleverde. Samen werkten we aan de opbouw van een echte foto afdeling, probeerden van alles, sjouwden beurzen af en hebben zelfs nog eens samen een week met een stand van het Algemeen Rijksarchief op zo'n beurs gestaan. Met afschuw herinner ik mij onze bezoeken aan de Utrechtse Jaarbeurs waar toen alles nog stond: om negen uur stonden we voor de deur en als ik tegen vijven volkomen kapot was, begon Pool denk er aan, met maar één been nog eens flink aan een aantal stands, waar we nog geen kennis van genomen hadden waar we wellicht nog wat konden leren! 203

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 6