Personalia
en het daaraan voorafgaande artikel 15 van de Archiefwet 1918, Stb. 378;
dat immers de Memorie van Toelichting bij laatstgenoemd artikel stelt dat de ge
meente-archivaris evenals de secretaris rechtstreeks onder burgemeester en wet
houders staat en dat zijn benoeming dan ook op soortgelijke wijze als die van de
secretaris is geregeld, terwijl voorts artikel 25 van de Archiefwet 1962 op dit punt
geen wijziging heeft gebracht;
dat vorengenoemd raadsbesluit afbreuk doet aan de door de wet geregelde positie
van de gemeente-archivaris, omdat deze op grond van dat besluit zal worden opge
nomen in het hiërarchische verband van het gemeentelijke apparaat en niet meer
rechtstreeks onder burgemeester en wethouders zijn wettelijke taak zou kunnen
uitoefenen;
dat mitsdien dit besluit in strijd is met de wet en niet in stand kan blijven;
Gelet op artikel 185 van de gemeentewet;
De Raad van State gehoord (advies van 11 april 1979, nr. 4);
Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris van Cultuur, Recre
atie en Maatschapeplijk Werk van 3 mei 1979, MMA/AR 203.057 en van Onze
Minister van Binnenlandse Zaken van 15 mei 1979, nr. CD 79/24, Afdeling Coör
dinatie Documentatieaangelegenheden, Bureau Interdepartementale Documentatie-
zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het besluit van de gemeenteraad van Goes van 14 september 1977, nr. 25, wordt,
voor zover het betrekking heeft op het gemeentelijk archief, vernietigd wegens strijd
met de wet.
Onze Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk is belast met de
uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan af
schrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
Soestdijk, 22 mei 1979
Juliana
De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,
G. C. Wallis de Vries
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. Wiegel
Uitgegeven de zestiende augustus 1979
De Minister van Justitie,
J. de Ruiter
[270]
Bucheliusprijs
De Vereniging van Nederlandse kunsthistorici kende in 1979 de Bucheliusprijs
voor het beste archivalische onderzoek toe aan de dames mr. W. E. S. L. Keyser-
Schuurman en drs. M. Wishaupt, chartermeester I en middelbaar archiefambtenaar
bij het rijksarchief in Limburg. Ze kregen deze onderscheiding voor hun aandeel
in de samenstelling van een rijk geïllustreerd boekwerk over de geschiedenis en de
betekenis van het oude Maastrichtse zilversmedenambacht en zijn werken. Dit boek
verscheen als catalogus van een grote overzichtstentoonstelling van Maastrichts
zilver, vervaardigd tussen de 15e eeuw en 1800, waarop ruim 320 voorwerpen van
meer dan 50 zilversmeden werden getoond.
Benoemingen
Dr. S. Hart, oud-gemeentearchivaris van Amsterdam en archivaris van de Evan-
gelisch-Lutherse gemeente aldaar, is op 20 maart 1979 benoemd tot Fellow of the
Holland Society of New York als blijk van erkenning van het belang van zijn boeken
en artikelen over de invloed van Nederlanders op de ontwikkeling van de Verenigde
Staten: Protocol of the Lutheran Church in New York city, 1958; The Pre-History
of the New Netherland Company, 1959; Lutheran Church in New York and New
Jersey 1722-1760, 1962 en The Albany Protocol, 1971, alsmede talrijke artikelen in
het tijdschrift van de Holland Society De Halve Maan geschreven tussen 1961 en
1975.
Op 25 september werd in het Stedelijk Museum te Zutphen afscheid genomen van
drs. C.O.A. baron Schimmelpenninck Van der Oije als gemeentearchivaris en direc
teur van de stedelijke musea wegens zijn benoeming tot provinciaal inspecteur der
archieven in Gelderland. De scheidende functionaris werd toegesproken door de
burgemeester mr. J. J. Roeters van Lennep, de gemeentesecretaris C. Smit, de vice-
voorzitter van het Gelders Oudheidkundig Contact burgemeester W. W. Hopperus
Buma van Warnsveld en de voorzitter van de Museumcommissie en de Vereniging
Vrienden van het Stedelijk Museum de heer J. M. Germans. Als gemeentearchivaris
wordt de heer Schimmelpenninck opgevolgd door drs. F. W. J. Scholten, charter
meester bij de derde afdeling van het Algemeen Rijksarchief, terwijl tot directrice
van de stedelijke musea is benoemd mevrouw drs. D. A. S. Cannegieter.
[271]
