("Op welk moment dient de archivaris aan het beheer door de administratie deel
te nemen?').
E. J. Harenberg, Het nieuwe oorkondenboek van Gelre en Zutphen; opzet en uit
voering
(Over de voornaamste functie van een oorkondenboek, wenselijkheid van een nieuw
oorkondenboek van Gelre en Zutphen, organisatie van het project, uitgangspunten
voor de opzet, globale schets van het nieuwe oorkondenboek, opmerking over het
kopregest, praktijkvoorbeelden uit de origineelbeschrijving, aanpak van het opspo
ringswerk. (vgl. Werkinstructie voor het nieuwe oorkondenboek van Gelre en Zut
phen, Arnhem 1972 (stencil, 49 pp.)).
21 juni 1974, Nijmegen:
G. M. M. Pieters en R. W. M. van Schalk, De laat-middeleeuwse fiscaliteit in stad
en land (T. landsheerlijk, II. stedelijk)
(over (o.a.) historische kritiek van fiskale bronnen, domaniale inkomstenverwer
ving van de vorst, herkomst en ontwikkeling van de direkte belastingen, de infra-
struktuur van de directe belastingen, het verschijnsel van fiskale exemties, belasting
fraude, gedwongen leningen, accijnzenstelsel. (vgl. Gerard Pieters en Remi van
Schalk, Fiskaliteit en sociaal-ekonomische evoluties in het kwartier van Zutphen
tijdens de 15e eeuw, 2e banden, Inst. ME. gesch., KU Nijmegen, 1974/1975).
J. A. Schimmel, De educatieve taak van een gemeentearchief t.a.v. basis- en voor
gezet onderwijs
(Met zeer uitgebreide documentatiemap over allerlei educatieve activiteiten van het
Nijmeegse gemeentearchief).
30 september 1974, Arnhem:
K. Schaap, Opmerkingen naar aanleiding van het rapport van Van Meerendonk
(Opmerkingen, voorzien van acht stellingen; vgl. H. J. van Meerendonk, Criteria
voor het vernietigen. Motieven, voorwaarden, maatstaven, 's-Gravenhage 1974).
A. Gruijs, Boekarcheologische aspecten van de kroniek van Doesburg (Over de
analyse van de materiële hoedanigheid van een "boekwerk"; restauratie naar de
oer-vorm; beschrijving van banden; vgl. A. G. Weiier, Necrologie, kroniek en car-
tularium c.a. van het fraterhuis te Doesburg (1432-1559), voorzien van paleografi-
sche en boek-archeologische aantekeningen door A. Gruijs, Leiden 1974).
Instelling van een werkgroep tot opstelling van "een overzicht van in Gelderse open
bare archiefbewaarplaatsen berustende archieven". De werkgroep is als volgt samen
gesteld: E. J. van Ebbenhorst Tengbergen (prov. archief-inspectie), A. Elfrink (ge
meentearchief Nijmegen), A. H. Jenniskens (rijksarchief in Gelderland, tot juni
1977), H. J. Metselaars (rijksarchief in Gelderland, secretaris), A. Schoonderbeek
(gemeentearchief Arnhem) en J. O. van de Vegte (gemeentearchief Apeldoorn).
3 november 1975, Apeldoorn:
J. H. M. Wieland en J. O. v. d. Vegte, Ervaringen opgedaan bij de inspectie (van
archieven)
(Gang van zaken bij de rijksarchiefinspectie in de provincie (Gelderland); gang van
zaken bij de gemeentelijke archiefinspectie te Apeldoorn. "Er is te weinig tijd voor
het toezicht op- en de zorg voor de nog over te nemen archieven. Er is te weinig
aandacht en tijd voor het onderricht in de moderne registratuur bij de opleiding tot
archiefambtenaar").
Mededelingen over de Gelderse archiefgids
(Omgezet in een VAN-commissie).
25 mei 1976, Arnhem:
F. Keverling Buisman, Inrichting en raadpleging van archieven van hypotheken en
kadaster
(Uiteenzetting over deze materie m.n. voor de periode 1812-1863 (vgl. F. Keverling
[260]
Buisman, Inventaris van het archief van de hypotheekbewaarder te Assen, 1811-
1948, zj. 1973)).
P. R. A. van Iddekinge, Enige opmerkingen over het persklaar maken en uitgeven
van documenten
(Over technische en financiële kanten van het uitgeversbedrijf. Over offset, "camera-
ready" kopij kopijvoorbereiding (vgl. "Camera-ready kopij; hoe doet U dat?" en
"Camera-ready kopij, composerwerk of "echt" zetsel", samengesteld door de Afde
ling Design van Wolters-Noordhoff b.v. te Groningen), (o.a. in: Wenken voor au
teurs, in: Bijdr. en Medcd. Gelre, 1977/1978, p. 287-289).
Mededelingen over de Gelderse archiefgids.
VII 4 november 1976, Arnhem:
O. Moorman van Kappen, Iets over kantongerechtsarchieven (vgl. O. Moorman van
Kappen, Gelderse Kantongerechtsarchieven. Vernietigings- en inventarisatieproble
men, in NAB, 81e jg. (1977) p. 127-167).
G. J. Mentink, Archiefwezen. Presentatie en uitbuiting van mogelijkheden? ("Het
archiefwezen speelt een betrekkelijk onbelangrijke rol in de Nederlandse samenle
ving. Daarvoor is meer dan een reden te noemen: een belangrijk deel van het ar
chiefwerk b.v. is niet spectaculair en spreekt dus niet tot de verbeelding. Juist op
gebieden waar het archiefwezen wat meer naar buiten treedt (wetenschappelijk
onderzoek, publicatie, educatie) bestaat weinig samenhang. Te zeldzaam zijn ook de
pogingen om het archiefwerk tot een geïntegreerd deel van een cultuurpolitiek te
gaan rekenen.
Een echt jaarverslag (met vermelding van successen èn mislukkingen; van moge
lijkheden) en een gedurfde presentatie bij andere sectoren van het maatschappelijke
en culturele leven zijn nodig").
Mededelingen over de Gelderse archiefgids.
VIII 7 juni 1977, Arnhem:
A. Groeneweg, Bibliotheek Arnhem, taak en praktijk
(Over postleenverkeer, uitlening, verzameling van gedrukte stukken, bewaring van
oude brochures, Bibliographie van Gelderland, prentbriefkaartenverzameling).
P. L. J. Dullaert en A. H. Jenniskens, Het D.T.B.-project van september 1972-heden:
opzet, voorgang, einddoel
(Over het klapperen van de doop- trouw- en begraafregisters van Gelderse kerke
lijke gemeenten en parochies (c. 1620-1811, behalve die van Arnhem, Nijmegen en
Zutphen). Het werk, o.l.v. het rijksarchief in Gelderland, loopt sinds september
1972 en wordt uitgevoerd in zes Adm. Centra (c. 80 personen). Het totale werk kan,
bij ongewijzigd beleid, c. 1985 gereed zijn).
Mededelingen over de Gelderse archiefgids.
IX 24 april 1978, Arnhem:
P. L. A. Janssen, De verzamelingen van het Arnhemse gemeentemuseum (met be
zichtiging)
(Onorthodoxe opmerkingen over de museumnota. "Vul het woord archief in waar
museum staat en je hebt een archiefnota").
H. J. A. H. G. Metselaars, De nieuwe bezoekers- en uitleenadministratie bij de Rijks
archiefdienst
Mededelingen over de Gelderse archiefgids
X 6 november 1978, Arnhem:
J. Drost, De totstandkoming van het vervolg op de Gelderse plakkatenlijst, 1740-
1815.
(Over de werkwijze en resultaten van het project. De heer Drost verbonden aan de
K.U. te Nijmegen, is feitelijke werkzaam ten rijksarchieve in Gelderland. Voor de
periode 1740-jan. 1798 worden 700 plakkaten e.a. verwacht. De parafrase van de fh-
[261