- - - Inbewaringgeving door particulieren BIJLAGE Schematische analyse van de inhoud van het Cartularium Gewest Streek Plaats Aantal Akten Lopende over de jaren Collatie data 1588 Aantal Ongecoll. Akten Vermeld op de folio's Akten in latijn frans Holland Rijnland Coudekerke 35 1270-1588 21 mei lr- 21r 4 Leiderdorp 3 1575 21 mei 22r- 23r Voorhout 4 1584-1586 21 mei 6 juni 23r- 27r Wassenaar 4 1587 6 juni 27v- 31 v Delftland Den Haag 32 1380-1590 6 juni 9 okt. 3 36r- 53v 5 Zuid- Maasdam 26 1386-1583 6 juni 58r- 73v 1 Holland Langstraat1 18 1578-1587 18 juni 75r- 93r Raamsdonk 4 1580-1591 18 juni 2 95r- 96v Altena 16 1491-1584 9 okt. 98r-106r Het Land Middelharnii van Putten Sommelsdijk 44 1437-1591 9 okt. 1 108r-150r 4 Zevenbergen 14 1475-1580 10 okt. I54r-I65v Niervaart 15 1580-1587 10 okt. 168r-179v 4 Zeeland Zuid- Beverland 5 1577-1581 10 okt. 185r-191v Sommelsdijk 1 1577 10 okt. 192r-v Brabant Baerlebos St. Maartens polder Ouderbos Jansla nd Hoeven Etten 52 1567-1583 10 okt. 197r-239v 1 Vlaanderen Aalst 2 1588-1592 2 242r-244r 1 De Langstraat behoorde in 1588 nog niet tot Brabant. [242] In de eerste aflevering van deze jaargang van dit blad heeft dr. F. C. J. Ketelaar in zijn artikel "Openbaarheid en privacybescherming in het bijzonder met betrekking tot advocatenarchieven hoewel nagenoeg buiten het onderwerp daarvan, een be schouwing gegeven over het juridische karakter van de opneming van particuliere archieven in openbare archiefbewaarplaatsen!. Terecht stelt hij, dat dat geen bewaar geving is zoals bedoeld in de 12e titel van het 4e boek van het Burgerlijk Wetboek. Evenmin is het bruikleen zoals bedoeld in de 13e titel (de wet spreekt van bruik- lening), o.a. omdat artikel 1788 in bepaalde gevallen de eigenaar de bevoegdheid geeft het geleende terug te vorderen, voordat de overeengekomen tijd is verstreken. Het is dus een rechtsfiguur van eigen aard, niet geregeld in het B.W. Nu kent de Archiefwet 1962, die uitsluitend betrekking heeft op de archieven van de overheid, in artikel 2 het begrip inbewaringgeving, dat in hoofdstuk II van het Archiefbe- sluit nader wordt geregeld (artikelen 11-16). Uiteraard is hier sprake van een publiekrechtelijke rechtsverhouding. Nu terug naar de opneming van particuliere archieven. De heer Ketelaar spreekt hier van een privaatrechtelijke overeenkomst. Hierbij moet ik opmerken, dat de overeenkomst, die tot de opneming leidt, naast privaatrechtelijke ook publiekrechte lijke facetten heeft. Ik zou het een administratiefrechtelijke overeenkomst willen noemen. Immers in het administratiefrecht gaat het dikwijls om de verhouding bur- ger-overheid. En het feit, dat er geen wet of besluit is, waarin het woord "inbewa ringgeving anders wordt gebruikt dan in de verhouding tussen twee overheidsor ganen, dwingt ons niet dat woord uitsluitend voor die verhouding te reserveren. Door een geringe verruiming van het begrip kunnen we het woord ook gebruiken, als de inbewaringgevende partij geen overheidsorgaan is. De term "opneming" zou ik willen reserveren voor het feitelijk in ontvangst nemen ter uitvoering van de over eenkomst tot inbewaringgeving (dus in de hier bepleite ruimere zin) of eventueel ter uitvoering van een "overbrenging" als bedoeld in artikel 5 van de wet. 14 juli 1979 W. Downer. 1 p. 40 en 41. 1243

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 26