1. Agenda's per dag. 2. Ingekomen brieven, in de agenda's gelegd, op hun (jaar) nummer. 3. Minuten van uitgaande brieven, in de agenda's gelegd op het (jaar) nummer van het corresponderende ingekomen stuk, dat in principe niet hetzelfde was als dat van de minuut. 4. Indices, waarin de stukken rubriekgewijze werden ingeschreven. De indices ver vullen tevens de functie van net-agenda. Meer en beter dan de agenda verwijst de index bij de nummers van de ingekomen brieven (volgens het nummer daar van werd ingeschreven) naar het nummer van de minuut, die er mee correspon deerde. De hoofdenlijst bevat tevens veel trefwoorden, waarbij naar één van de rubrieken verwezen wordt. Een stuk komt niet in meerdere rubrieken voor, al krijgt men wel het idee, dat de scheiding tussen de rubriek "diversen" en de andere rubrieken niet zo waterdicht is (zie b.v. index 1900 onder het woord "Akten"). Uit het onder 1 tot 3 vermelde blijkt, dat men bij het rangschikken van de bescheiden is teruggekeerd tot het verbaalstelsel-1823, dat in 1827 werd verlaten, (zie p. 8). De structuren van de bestanden B-stukken en J(acht)-stukken van het Hoofdbureau van de 1ste Afdeling leveren geen nieuws op. De bescheiden van het Bureau Militie en Schutterijen (M S) van de 1ste Afdeling zijn met uitzondering van de net-agen da's, de militieregisters en een gering aantal dossiers en bundels in 1958 vernietigd5. Een bijzondere structuur valt op te merken bij de bescheiden van de 2de Afdeling (autonomie). (11 m1). We kunnen de volgende categorieën onderscheiden. 1. Agenda's per dag voor de hele afdeling. Agenda's van uitgaande stukken per Bureau (zie onder 3). 2. Ingekomen brieven. Slechts een enkele hiervan bleef in de agenda's liggen, de overige werden doorgegeven aan een ander orgaan (vooral GS) of kwamen terecht bij de minuten van uitgaande brieven. 3. Minuten van uitgaande brieven en kantmeldingsformulieren. De minuten werden steeds per Bureau (Hoofdbureau, Bureau Waterstaat en Bureau Financiën) be waard. Aanvankelijk werden ze met de kantmeldingsformulieren in één door lopende jaarnummering voor de hele Afdeling opgenomen. Doch al spoedig begon dit te veranderen. Met ingang van oktober 1881 kregen de minuten van Bureau Waterstaat en die van Bureau Financiën ieder een aparte nummering, die soms over meerdere jaren doorliep. De minuten van het Hoofdbureau kre gen met ingang van 1895 een eigen nummer. De nieuwe nummers werden niet op de Afdelingsagenda vermeld, in tegenstelling tot de oude uit de doorlopende nummering voor de hele Afdeling. Op de Bureauagenda's van de minuten werd trouwens ook niet naar de nummers van de corresponderende ingekomen stuk ken, op de agenda's voor de hele Afdeling vermeld, verwezen. Wel kan men de ingekomen brief soms bij de minuten aantreffen. 5 Archief Provinciaal Bestuur van Friesland - bundel 1.852.12.: Het vernietigen, met toepassing van de lijstvan stukken uit het archief1951-1970 (berust nog bij de administratie). [32] Nu waren in de doorlopende nummering van minuten van de hele Afdeling alleen nog maar de kantmeldingsformuiieren opgenomen. Zij kregen, in tegen stelling tot de minuten, geen Bureausignatuur (HB, W of F). Ze bleven zitten om de ingekomen stukken, waarbij ze behoorden en men vindt ze in het archief van de Commissaris niet meer terug. Stukken en formulieren werden aan andere autoriteiten ter afdoening doorgegeven. 4. Indices hebben de bescheiden van de 2de Afdeling slechts incidenteel. Onder de rubrieken staan alleen nummers van ingekomen brieven, beschrijvingen van die brieven ontbreken. De structuur en registratuur van de groep bescheiden, behandeld door de 3de Afde ling, leveren geen nieuwe gezichtspunten op. II. Het Kabinetsarchief van de Gouverneur, later Commissaris des Konings, 1816-1918. (6 mi). Het oudste stuk uit dit archief dateert uit 1816, maar eerst in 1821 krijgt het kabi netsarchief noemenswaardige omvang. In dit archief dat niet onderverdeeld is naar Griffieafdeiingen zijn de volgende categorieën bescheiden: A. "Confidentiële stukken" 1816-1864. 1. Een tweetal agendas, de oudste wel, de jongste niet gebonden. Deze ver tonen een grote gelijkenis met de agenda's in het hoofdarchief uit de periode 1813-1824. Een index vond men niet nodig, dit deel van het archief is trou wens maar krap 1 mi groot. 2—3. Ingekomen en minuten van uitgaande brieven vindt men in één reeks opge borgen. De beide soorten brieven hebben per jaar elk een aparte nummering. De minuut ligt bij de corresponderende ingekomen brief. Het nummer van de ingekomen brief is bepalend voor de volgorde van de stukken. B. "Kabinetsstukken", ook "letter A" en vanaf 1848 "geheim" genoemd, 1841-1918. 1. Agenda's die alleen van die van de "confidentiële stukken" verschillen, om dat ze van een index zijn voorzien. 2-3. De ingekomen brieven zowel als de minuten hebben een aparte nummering, die ongeacht jaarwisselingen doorloopt. Pas bij een nieuwe agenda beginnen nieuwe nummeringen. De opberging is tot november 1848 op de zelfde wijze geregeld als bij de "confidentiële stukken". Vanaf die maand krijgt men af zonderlijke omslagen ingekomen en minuten van uitgaande brieven, per jaar of twee jaar achter elkaar in een portefeuille verpakt. Met ingang van 1908 legde men van zoveel mogelijk jaren de ingekomen brieven achter elkaar in portefeuilles. Pas na de serie ingekomen brieven begint die van de minuten. 4. In latere tijd heeft men de ingekomen en minuten van uitgaande brieven 1908-augustus 1914 tot dossiers en bundels omgewerkt, die men zelden van een opschrift, maar bijna steeds van een nummer uit code VNG voorzag. C. Buiten de genoemde categorieën vallen enige dossiers en bundels en de serie mi nuten van bestuursverslagen, door de Gouverneur krachtens artikel 6 van zijn instructies van 1820 en 1850 aan de regering uitgebracht. Enkele dos- [33]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 19