De aandacht wordt gevestigd op over de keuze der steden, de indeling van de bibliografie, de rubrieken en de keuze der publicaties. Richtinggevend voor het opstellen van de lijst van de op te nemen steden noemt Van Herwijnen het rechtshistorisch criterium: het verkrijgen van stads recht in enige vorm (dus ook als het stedelijk leven niet tot ontwikkeling is gekomen) èn het demografisch criterium: sinds de 19de eeuw opgekomen steden met een be paald minimum inwoners (bijv. Apeldoorn, Hengelo en Hilversum). Aldus kwamen 188 steden in het huidige Nederland in aanmerking. De onderwerpen van de opge nomen titels betreffen deze steden van de vroegste tijden tot 1940, terwijl de publi caties verschenen zijn vóór 1 januari 1977. Het boek begint met een algemeen gedeelte van 220 titels van bronnenuitgaven en literatuur over de Nederlandse stedengeschiedenis. Daarna volgen titels, genummerd 221-3331, ingedeeld per provincie, steeds beginnend met een algemeen gedeelte, dan per stad in alfabetische volgorde. De publicaties, die in de algemene gedeelten en bij de steden afzonderlijk worden vermeld, zijn ingedeeld in zeven rubrieken, waarvan ik om een goed beeld te geven van de veelzijdigheid van de stedengeschiedenis en daarmee van deze bibliografie, het overzicht hier geheel laat volgen. Ia. Archiefinventarissen. Archieven, bibliotheken, musea. Bibliografieën. Atlas sen, overige naslagwerken. Tijdschriften, seriewerken. Ib. Bronnenpublicaties. Ha. Werken die de gehele algemene geschiedenis van een stad/provincie omvatten, lib. Werken die de algemene geschiedenis van bepaalde tijdperken van een stad/ provincie omvatten. IIc. Werken die de algemene geschiedenis van een aantal steden uit een provincie omvatten. III. Stedelijke geografie, topografie, gebouwen. IV. Economische, sociale en demografische geschiedenis. V. Stedelijke instellingen en bestuur. VI. Kerkgeschiedenis. VII. Geschiedenis van onderwijs, wetenschappen, literatuur, kunst, muziek pers en boek. Uiteraard moest de heer Van Herwijnen zich bij het opnemen van titels tal van be perkingen opleggen. Stad en stedelijk leven moeten in een publicatie duidelijk cen traal staan, maar ook anderszins moest er worden beperkt. Zo bevat rubriek Ia alléén na 1965 verschenen archiefinventarissen, terwijl voor die van vóór dit jaar per stad wordt verwezen naar het Repertorium van Formsma-Van 't Hoff-Meinema Voor algemene stadsbeschrijvingen van vóór 1800, rubriek Ha, wordt verwezen naar de Bibliografie van W. Nijhoff. Als laatste voorbeeld van opgelegde beperkingen wijs ik erop, dat artikelen in locale tijdschriften niet afzonderlijk worden vermeld. Achterin het boek zijn indices van plaats- en auteursnamen en een kaart van Neder land met daarop de behandelde steden opgenomen. De Bibliografie van de stedengeschiedenis van Nederland zou in geen archiefbiblio theek mogen ontbreken. De speurzin en grondigheid waarmee de titels zijn vergaard en de doordachte keuze die na veel wikken en wegen uiteindelijk is gemaakt, hebben een boek opgeleverd dat ongetwijfeld een belangrijk apparaat bij de beoefening van de stedengeschiedenis zal zijn. p H j van der Laan 342] Tijdschrift "De Leidse Hofjes" Sinds 1967 bestaat de Stichting Leidse Hofjes, die met succes heeft geijverd voor behoud en herstel van de hofjes in Leiden. Naast het verrichten van sociaal werk onder de Leidse hofjesbewoners wil deze stichting belangstelling vragen voor alle Nederlandse hofjes. Met dit doel voor ogen geeft zij het tijdschrift De Leidse Hofjes uit, waarin behalve nieuwsberichten en boekbesprekingen artikelen zijn opgenomen over historische, kunsthistorische, literaire, sociaal-economische en bouwkundige aspecten van Nederlandse hofjes in heden en verleden. De inhoud van het tijdschrift is dan ook ruimer dan de naam, die verwijst naar de stichting in de stad met de meeste hofjes in Nederland, doet vermoeden. De Leidse Hofjes, een losbladige uit gave, die men kan opbergen in een speciale ringband, verschijnt drie maal per jaar met een totale omvang van ongeveer honderd pagina's. U kunt zich abonneren door U op te geven als donateur van de Stichting Leidse Hofjes, waarna U het tijdschrift automatisch krijgt toegezonden. De donatie be draagt minimaal 15,per jaar. Een opbergband kost 5,U kunst zich opgeven bij de Stichting Leidse Hofjes, postbus 2230, 2301 CE Leiden. Historische Encyclopedie Krimpenerwaard In dit door de Stichting Krimpenerwaard uitgegeven tijdschrift, dat vier maal per jaar verschijnt, komen alle aspekten van de Waardse historie aan de orde. De aan dacht gaat uit naar alles wat met het leven en werken, denken en doen te maken heeft van de mensen in de verschillende episoden van de geschiedenis. Hoewel het gebied tussen Lek en TJssel centraal staat, zullen vele randgebieden bij de beschrij ving betrokken moeten worden, zoals de Alblasser- en Lopikerwaard, het Land van Stein en de stad Gouda. Door de medewerking van het Streekarchivariaat Krimpe nerwaard is het mogelijk illustraties in de tekst op te nemen. Jaarlijks verschijnt een inhoudsopgave, waarin de behandelde onderwerpen alfabetisch zijn gerangschikt. Artikelen met verwante inhoud worden samengebracht. Abonnementsaanvragen en -betaling, 20,per jaar, gelieve men te richten tot de heer A. Coomans, Bilwijkerweg 91, 2821 SE Stolwijk, tel. 01824-1632, giro 3493441 De redactie van de Historische Encyclopedie Krimpenerwaard is gevestigd in het Streekarchief Krimpenerwaard, Koestraat 74, 2871 DS Schoonhoven. 343

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 36