denken aan de baas van een overigens goedbeklante winkel die, omdat hij meent werk genoeg te hebben, niet aan modernisering van zijn zaak of aan vernieuwing van zijn aanbod hoeft te denken. Op het kwade ogenblik dat hij meent daar wel aan toe te zijn zitten zijn klanten bij de concurrentie en kan hij zich laten saneren. Waar hun maatschappelijke relevantie in laatste instantie bepalen zal in welke vorm archiefdiensten in de toekomst zullen functioneren afhankelijk van de voor hun diverse taken beschikbaar gestelde gelden is een bijstelling van die taken op grond van wat er aan behoeften onder het publiek leeft een voortdurende eis. Behalve voor de personele sfeer heeft het educatief bezig-zijn ook consequenties voor de ruimtelijke accommodatie. Een klas, die begeleid meet worden, is nu eemaal op een studiezaal niet zo op haar plaats. Een ruimte welke aan de eisen voldoet van een volgens moderne opvattingen ingericht vaklokaal geschiedenis zal zeker tot de standaarduitrusting van de archieven moeten gaan behoren. Een klank- en beeld ruimte voor de vertoning van educatieve diaseries, liefst als onderdeel van het hele tentoonstellingsgebeuren, is ook geenszins overbodig. Een aparte filmzaal bewijst al gauw haar nut, maar als het niet anders kan kan ook het genoemde vaklokaal voor filmvoorstellingen geschikt gemaakt worden. Relaties met leraren kunnen best op initiatief van de archieven worden aangeknoopt; ook hierin is een wervend beleid mogelijk en afwachten tot men aan de archiefpoort aanklopt niet geboden. Dat leraren graag bereid zijn met hun klassen te komen, als er inderdaad zinvol gewerkt kan worden met het door het archief aange boden materiaal, kan veilig worden aangenomen. Door het leveren van materiaal voor scripties, voor lessen bronnenonderzoek, en voor historische projecten in team verband zal het educatieve werk van de archieven weliswaar een nieuwe, pas hier en daar aarzelend ingeslagen weg opgaan, maar dat daarmee een grote sector van potentiële archiefgebruikers aan zijn trekken komt. ten aanzien van behoeften die al lang leefden, zal niet anders dan winst betekenen voor het archiefwezen in Nederland. A. M. van der Woel. SUMMARY Education and Archives After World War II a new public has been drawn to the archives by organizing exhibitions. In 1964 it was asserted that besides the main tasks in the administrative and in the scientific sphere the archivist also has an educational task. In describing the aim of educational work up till now the interests of the archives themselves have been accentuated. Consequently education in archives had no other character than public-relations and 'archive-promotion'. Archives have te learn that education can be practised in more ways and more purposeful in trying to give answers to specific needs that live outside the archives. Particularly the challenge brought about 332 by the didactic and methodological renewal of instruction, especially in history, geography and sociology. It is inevitable that archives find their public increasingly in the sector of education as museums do. A more active approach of schoolclasses is preferable to the somewhat passive attitude of today. The employment of specialized professional educational workers is desirable. Tasks in relation to the elementary schools are enumerated. The limited possibilities of receiving classes urges the archives to concentrate on secondary schools. Special attention may be given to the teachers' seminaries. A useful new task of the archives consists in the selection of source-materials for use by secondary school students making their papers. Archief tentoonstelling In het Rijksarchief van Overijssel, Eikenstraat 20 te Zwolle, is tot 15 februari 1979 de tentoonstelling te zien "400 jaar Staten van Overijssel". De expositie toont de ontwikkeling van de provinciale bestuursvorm door de eeuwen heen door middel van archiefstukken, schilderijen, kunstvoorwerpen en curiosa. Het is vier eeuwen geleden, dat het tot een werkelijke breuk kwam tussen de staten van Overijssel en hun landsheer koning Philips II. De staten gingen toen functio neren als het zelfstandig bestuurslichaam van een onafhankelijke, souvereine pro vincie Overijssel. Het rijksarchief, dat de stukken van de Overijsselse staten bewaart, herdenkt het gebeuren van 1578 met deze tentoonstelling om op die manier iets van de geschie denis van de staten aanschouwelijk te maken. Op de tentoonstelling is het boekje "In alle Staten" voor 19,90 te koop. Daarna is de prijs 22,50. De toegang tot de expositie is gratis. Het archief is geopend van maandag t/m vrijdag 917 uur en zaterdag 912.30 uur. 333

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 31