c. corresponderende leden, d. ereleden. 2. Leden van de vereniging kunnen zijn: natuurlijke personen, die de hoedanigheid van hoger of middelbaar archiefambtenaar volgens het Koninklijk Besluit van zes en twintig maart negentienhonderd acht en zestig (Staatsblad tweehonderd) (hierna te noemen: de hoedanigheid) bezitten, of zij, die bij besluit van de alge mene vergadering als lid worden toegelaten. 3. Aspirant-leden kunnen uitsluitend zijn: natuurlijke personen, die als leerling van de rijks archiefschool staan ingeschreven, of die minder dan twee jaar voor hun aanmelding ingeschreven hebben gestaan bij voormelde school. 4. Om lid of aspirant-lid te kunnen worden, moet men zich schriftelijk aanmelden bij het bestuur, dat over de toelating beslist, tenzij degene, die zich aanmeldt als lid niet de hoedanigheid bezit; in dit laatste geval legt het bestuur de aanmelding ter beslissing voor aan de algemene vergadering. 5. Bij niet toelating door het bestuur kan de persoon, die zich aangemeld heeft als lid of aspirant-lid, schriftelijk in beroep gaan bij de eerstvolgende algemene ver gadering. 6. Corresponderende leden kunnen uitsluitend zijn: buitenlandse ambtgenoten, die op voorstel van het bestuur of van een lid bij besluit van de algemene vergadering als zodanig worden benoemd. 7. Ereleden kunnen uitsluitend zijn: natuurlijke personen, die op voorstel van het bestuur of van tenminste vijf leden als zodanig worden benoemd bij een met meerderheid van twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering. Einde lidmaatschap Artikel 5. 1. Het lidmaatschap eindigt door: a. het overlijden van het lid; b. schriftelijke opzegging door het lid. Het lidmaatschap houdt dan op met het einde van het boekjaar, waarin is opgezegd, mits de opzegging schriftelijk en tenminste een maand voor het einde van het boekjaar is gedaan; c. ontzegging door het bestuur, indien een lid in gebreke is met de betaling van de jaarlijkse bijdrage en door het bestuur driemaal is aangemaand om de verschul- drage te voldoen; d. ontzetting krachtens een besluit van de algemene vergadering, genomen op voor stel van het bestuur, met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, indien een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze bena deelt. 2. Het aspirant-lidmaatschap eindigt, behalve door het gestelde in lid 1 sub a, b, c en d, ook door: e. toetreding als lid; [274] f. op een en dertig december van het tweede jaar, na het jaar, waarin het aspirant lid de cursus van de rijks archiefschool heeft voltooid; g. het afbreken van de studie op de rijks archiefschool. Bijdrage Artikel 6. 1. De leden en aspirant-leden moeten een jaarlijkse bijdrage betalen, waarvan het bedrag door de algemene vergadering wordt vastgesteld. 2. Het bestuur is bevoegd voor degenen, die niet in archiefdienst werkzaam zijn, een reductie op de bijdrage te verlenen, zulks ter beoordeling aan het bestuur, tot maximaal de helft van de bijdrage. Een lid, dat in de loop van een jaar in werkelijke archiefdienst treedt, is de ge wone bijdrage verschuldigd. 3. Wanneer twee of meer samenwonende personen lid of aspirant-lid van de vere niging zijn, kunnen zij aan het bestuur vermindering van de bijdrage verzoeken. Indien deze vermindering verleend wordt, zal slechts één exemplaar van het van de vereniging uitgaande tijdschrift of drukwerk naar deze leden gezamenlijk worden gezonden. Geldmiddelen Artikel 7. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: a. de jaarlijkse bijdragen van de leden en de aspirant-leden; b. de omslagen, welke zonodig door de algemene vergadering met twee/derde meerderheid worden vastgesteld; c. andere inkomsten. Bestuur Artikel 8. 1. Het bestuur bestaat uit tenminste vijf leden, die uit de leden worden gekozen door de algemene vergadering. 2. Op de jaarlijkse algemene vergadering treedt telkens tenminste één bestuurslid af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een aftredend bestuurslid is niet terstond herbenoembaar. 3. De algemene vergadering kan een bestuurslid te allen tijde ontslag verlenen. Het bestuurslidmaatschap eindigt ook wanneer het lidmaatschap van de vereni ging eindigt. 4. Bij een vakature in het bestuur benoemt de eerstvolgende algemene vergadering een opvolger, die op het rooster van aftreden de plaats van de afgetredene in neemt. 5. De voorzitter wordt in functie gekozen; de overige functies worden door het bestuur onderling verdeeld. 6. Bestuursbesluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. 7. Van het verhandelde in bestuursvergaderingen worden notulen gehouden. [275

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 2