Onderwijs en archieven
Verontreiniging voorkomende voorzieningen treffen.
Voortdurende reiniging van de lucht.
Ongediertenschade
Preventieve maatregelen treffen.
Eventueel bouwkundige veranderingen aanbrengen.
Oorlogsschade
Bij de constructie van depót rekening houden met oorlogsomstandigheden.
Plan opmaken voor evacuatie van archivalia.
Restaur atieschade
Gedegen opleiding van restauratoren.
Goede verslaglegging van de restauratie.
Voordurende controle op de te gebruiken materialen.
Schimmelschade
Zorg dragen voor een juist klimaat in de depóts.
Controle op inkomend archief.
Systematische controle op aanwezig archief.
T emperatuurschade
Brandwerende constructie van het gebouw.
Automatische brandmeldende voorzieningen treffen.
Actieve brandpreventie.
Voorlichting aan archiefpersoneel en archiefgebruikers.
Begeleiding bij tentoonstellingen,
Ver bruiksschade
Deze vorm van schade treedt nu vrijwel niet meer op sinds de invoering van de
archiefwet.
Vochtschade
Zorg dragen voor een goed klimaat in de depóts.
Vochtwerende constructie van het gebouw.
J. R. Sterken, Restaurator Rijksarchief in Gelderland, Arnhem.
SUMMARY
Damage to archival documents
The author has tried to establish a standerd for the description of damage which
may occur to archival documents.
For this purpose first all principal causes of damage which have proved possible so
far have been listed.
The extent of the damage has been expressed in percentages. The author has de
veloped a system of seven categories.
The damage done to all kinds of documents books, bindings, parchments, prints
or maps has been visualized bij means of graphs.
Finally, some suggestions have been made for the prevention of damage to archival
documents in the future.
[322]
Openbaarheid
Sinds 1918 is de openbaarheid van de overheidsarchieven tot wet verheven. Deze
openbaarheid heeft tientallen jaren niet zo heel veel te betekenen gehad. De reden
was dat weinig of niets gedaan werd om een breed en geschakeerd publiek van deze
openbaarheid te laten profiteren. Bovendien was er de moeilijkheid dat onvoldoende
toegankelijk gemaakte archieven van vele ontbraken inventarissen in de prak
tijk niet echt openbaar waren. Toch is aan het toegankelijk maken door inventarise
ren en indiceren met grote energie gewerkt. Maar voor de Tweede Wereldoorlog be
tekende een toenemende toegankelijkheid van de archieven niet een evenredige groei
van het aantal bezoekers. Deze kwamen op een wettelijke proclamatie van openbaar
heid en op de beschikbaarheid van velerlei vindmiddelen niet af, althans niet voor
zover het anderen betrof dan vakhistorici en genealogisch geïnteresseerden, twee
categorieën die hun weg naar de archieven altijd al hadden weten te vinden.
Een nieuw publiek
Toch werd er na de oorlog een nieuw publiek aangetrokken. Dit gebeurde door het
organiseren van tentoonstellingen, waarbij behalve archivalia vooral materiaal uit de
verzamelingen van de topografisch-historische atlassen, die naar hun aard evenzeer
in de rijks- en gemeentelijke archiefbewaarplaatsen thuis horen, de trekpleister vorm
de. Afgezien van het feit, dat in de ambtelijke begeleiding van de bezoekers op de
studiezalen altijd al een educatief element aanwezig was, werd hier toch een nieuw
specifiek terrein van educatief functioneren betreden. Het werd een dwingende eis
het veel tijd vergende voorbereidingswerk gehonoreerd te zien in voldoende grote
bezoekersaantallen. Groepen tentoonstellingsbezoekers werden aangetrokken en
rondgeleid. De archieven waren op de educatieve toer gegaan en een terug bleek niet
meer mogelijk.
Een nieuwe taak
In zijn beschrijving uit 1964 van de taak van de gemeente-archivaris, die wat
ons betreft niet wezenlijk zo veel verschilt van die van een rijksarchivaris, stelde drs.
R. A. D. Renting de administratieve taak als primair, de wetenschappelijke taak als
secundair en de educatieve taak als tertiair. Waar het hier eigenlijk gaat over de
taken van een hele dienst belichaamd in de overkoepelende functionaris, is het inte
ressant te zien hoe in dit artikel, ook blijkens de eraan toegemeten ruimte, mede naar
323