Vervolgens spitste spreker zich toe op de rechterlijke archieven zelve. Onder het
ministerie van justitie vallen de archieven van de colleges belast met gewone recht
spraak (kantongerechten, arrondissementsrechtbanken, gerechtshoven, Hoge Raad);
met administratieve rechtspraak (Raden van Beroep, Centrale Raad van Beroep,
Tariefcommissie, Raad van State, College van Beroep voor het Bedrijfsleven); met
militaire rechtspraak (krijgsraden, Hoog Militair Gerechtshof); de notariële archie
ven. Het totale bestand bedraagt thans circa 80 km1 met een jaarlijkse aanwas van
4 km1. Het leeuwendeel bestaat uit de archieven van de gewone rechter (Hoge
Raad 300 m1, Hoven 14 km1, rechtbanken 44 km1, kantongerechten 18 km1). Het
bestand van de Hoge Raad en de Hoven is wel te bergen, maar de rechtbanken en
kantongerechten zijn de zorgenkinderen.
Na enige pogingen van het ministerie van justitie in de 19e eeuw om enige orde in de
chaos te scheppen, werd in 1936 een doeltreffende vernietigingslijst ingevoerd, die
een opgave inhield van wat kon worden weggegooid; voor het restant kon vernieti
ging geschieden met machtiging van het ministerie op advies van de provinciale
rijksarchivaris. Dit gecombineerde stelsel van structurele en incidentele vernietiging
functioneert nog steeds, maar voldoet naar de huidige inzichten niet meer.
Door een tweetal commissies is aan de Archiefraad een voorstel gedaan om het land
in tien districten te verdelen en in elk district per vastgesteld jaar een geselecteerd
bestand te bewaren en het overige te vernietigen. De Archiefraad voelde echter niets
voor deze hoogst willekeurige selectie en stelde de Commissie X in om dit plan en
alternatieven te bekijken. Ook deze commissie wees het tienjarenplan af en studeert
nog op alternatieven, beginnend bij de kantongerechten, omdat daaraan al voorwerk
is verricht. In de Commissie X hebben onder leiding van prof. mr. J. Th. de Smidt
vertegenwoordigers van de rechterlijke macht (o.a. de heer Bosch), het ministerie van
justitie en de universiteiten zitting. Tevens zijn er twee werkgroepen ingesteld voor
de archieven tot 1946 en voor de nieuwe archieven.
Thans spitste spreker zich toe op de kantongerechtsarckieven. Het totale bestand
daarvan is 18 km1, waarvan 2 km1 over de periode 1877-1946 en 16 km1 over de
periode 1946-1976. Het archief is te verdelen in de hoofdgroepen (1) civiele zaken,
(2) strafzaken, (3) extrajudiciële zaken en (4) administratieve rechtspraak. Van de ar
chieven tot 1922 is al veel naar de rijksarchieven overgebracht, terwijl op een groot
deel in het verleden de vernietigingslijst al is toegepast.
Het grootste bestand van deze archieven vormen de strafzaken met een aanwas van
2.000.000 per jaar. De burgerlijke zaken zijn te splitsen in apart geregistreerde blok
ken (pachtrechtspraak, gerechtelijke bevelen tot betaling etc.).
Het blikveld verder verengend, ging spreker thans over tot de strafzaken. Het bewa
ren van het totale bestand moet gezien de hoeveelheid uitgesloten geacht worden.
Thans worden op voet van de vernietigingslijst de zittingslijsten van de kantonrechter
en de processen-verbaal der terechtzitting bewaard, terwijl de rest inclusief parket
archief verdwijnt. Deze bewaring is waardeloos, daar 80% van de zaken door het
O.M. wordt geschikt, in een gering aantal aangebrachte zaken van de terechtzitting
[290]
proces-verbaal wordt gemaakt (een imprimé dat alleen bij appèl wordt ingevuld) en
het overgrote deel stempeivonnissen zijn, die worden weggegooid.
De Commissie X heeft bij haar selcctieplan verschillende criteria opgesteld: (1) de
selectie moet in dienst staan van het toegankelijk maken der materie (bewaar regis
ters); (2) bewaring van een overzicht van het geheel (bewaar ook parketregisters);
(3) bewaring van die groepen waarin men een hoge concentratie van belangwekken
de zaken aantreft (bewaar van appèlzaken en schriftelijke vonnissen alles); (4) de
mogelijkheid in de toekomst voor kantonrechters en het O.M. om zaken die zij van
cultureel, maatschappelijk of historisch belang achten integraal te bewaren. Men
bewaart nu in concreto het algemeen overzicht en een aantal individuele zaken en
gooit weg de differentiatie van het algemene beeld, zoals personalia, data etc.
Het tienjarenplan met een geselecteerd bestand, maar integrale bewaring stuit op
vele bezwaren; het plan om een aantal kleine kantongerechten aan te wijzen, die
geheel worden bewaard, geniet meer enthousiasme.
Volgens spreker zal toepassing van de methode van de Commissie X een beter beeld
van de kantongerechten te zien geven. Als discussiepunten voerde de heer Bosch aan,
dat de commissie (1) nog niet precies weet wat er in de archieven aanwezig is, (2)
niet weet wat het belang daarvan is voor de wetenschap; (3) derhalve geen kwalita
tieve selectiecriteria heeft. Voor oplossing van deze problemen is veldonderzoek
nodig. Spreker suggereerde dat leden van ons dispuut ervaring op dit terrein hebben
en vroeg belangstelling voor deze knelpunten.
Afgezien hiervan vroeg spreker zich af of dit alles voor het nageslacht zin heeft.
Spreker vertelde van het plan van de vroedschap van Kampen in de 13e eeuw om
een brug over de IJssel te bouwen, mede opdat het nageslacht dankbaar zou zijn.
Het plan werd afgewezen, omdat het nageslacht nog niets voor het levende geslacht
had gedaan en besloten werd het plan uit te stellen totdat het nageslacht eens daad
werkelijk zijn dankbaarheid jegens het levende geslacht zou hebben betoond. Met
dit paradoxale verhaal besloot spreker zijn voordracht.
H. van Loo
(secretaris "De Costumieren").
SUMMARY
Juridical records; destruction or keeping?
This is an epitome of a lecture by Mr. A. G. Bosch, public prosecutor (Officier van
Justitie) in Bois-le-Duc, to the juridical debating-club De Costumieren
Mr. Bosch is giving a description of the judicial records particularly of the re
cords of the "kantongerechten" (County and Magistrates Courts, District Courts)
and the problems concerning the keeping and destruction of these records.
Mr. Bosch pleads a plan of selection concerning the keeping of criminal cases with
the criteria: (1) the accessibility of these cases; (2) keeping a synopsis of the whole;
(3) keeping certain groups of cases which use to be interesting; (4) the possibility for
the "kantonrechter' or the public prosecutor to keep cases integrally, which they
esteem interesting in a cultural, historical or social way.
The lecturer proposes to set up inquiries in the field to solve these problems.
[291