Het pertinentiebeginsel op z'n Oeteldonks Als ik Den Bosch bezoek zal ik zelden nalaten een kaars te ontsteken bij het beeld van O.L. Vrouw in de St. Jan. Een bijzondere intentie heb ik daaraan nooit ver bonden, hetgeen mij thans spijt. Ik had de Hemelse Moeder moeten verzoeken een wakend oogje te houden op perceel Waterstaat 20, voor het geval men daar de collectie-Cuypers van Velthoven zou gaan inventariseren. Jammer, want nu is de ordeningsarbeid zonder hemelse en, naar ik vrees, ook zonder deskundige leiding tot stand gebracht. Het moet mij van het hart, dat ik alleen al bij het lezen van de inleiding van de ene verbazing in de andere ben gevallen. Voor een goed begrip: de collectie Cuypers van Velthoven is geen archief en ook geen familie-archief, maar een heterogene verzameling originele archiefstukken (die door C.v.V. zijn "gekocht gekregen en geleend"), afschriften van archiefstukken en "documentatie", die be staat uit kranten, drukwerken, aantekeningen, zegels, prenten, gravure's, foto's enz. enz. De naam "collectie" is derhalve zeer juist gekozen. De collectie Cuypers van Velthoven is een verzameling, zoals men die in de meeste archiefbewaarplaatsen wel aantreft. Overal in den lande woonden namelijk nijvere amateur-historici, die aantekeningen maakten, die afschriften van archiefstukken vervaardigden, ruilden of verkwanselden en die er voorts geen been in zagen archiefstukken te "lenen". Het beste wat men in zo'n geval kan doen, is de archief stukken naar hun plaats van herkomst terug te brengen, de drukwerken in de biblio theek op te nemen en de prenten in de prentverzameling, waarna men het restant, dat doorgaans bestaat uit archiefstukken afkomstig van particulieren (transport akten, testamenten e.d.), alsmede handschriften en pakken aantekeningen, beschrijft in de Collectie Aanwinsten. Aldus doet men het bij sommige archiefdiensten en tevens maakt men er een gewoonte van om alle stukken, welke niet op het eigen ambtsgebied betrekking hebben, aan te bieden aan de collega die er meer belang bij heeft. De ideale situatie is voor mij nog altijd een archiefdienst, die vier duidelijk onderscheiden blokken beheert, n.l. Archieven (verdeeld in duidelijk omschreven categorieën) Bibliotheek (d.w.z. één bibliotheek zonder particuliere boekcollec ties) Prentverzameling (d.w.z. één verzameling) Collectie Aanwinsten of Handschriftenverzameling (bevattende alle geschreven stukken, die niet tot enig archief behoren). De ervaring leert namelijk, dat als men een bepaald boekwerk niet in de bibliotheek vindt, men meestal nalaat om ook nog even in de collecties Innemee, Klaver, De Bruin en Jansen te kijken. Wij hebben deze boekcollecties dan ook opgeheven. Er kan echter een reden zijn om zo'n collectie intact te laten, n.l. als [250] afzonderlijke bewaring in het verleden bij de schenking is bedongen. In zo'n geval kan men de collectie in zijn geheel in de bibliotheek plaatsen, doch de titel beschrijvingen neemt men op in de centrale catalogus. De "afzonderlijkheid" blijkt dus alleen uit het feit dat de boeken bij elkaar staan. Met de collecties afschriften, aantekeningen e.d. ligt het precies hetzelfde. Verreweg de meeste collecties zijn rommelverzamelingen, die weinig samenhang vertonen. Het is om dol te worden, als men behalve de collectie aanwinsten ook nog eens vijf, tien of meer inventarissen van particuliere verzamelingen moet doornemen als men op zoek is naar gegevens over b.v. veerponten of molens. Anderzijds kan zo'n ver zameling onder bepaalde voorwaarden geschonken zijn, ofwel het kan van belang zijn de manuscripten van b.v. een 17e eeuwse stadshistoricus of een oud-archivaris bijeen te hebben. Wij hebben het aldus opgelost, dat dergelijke geschriften achter elkaar in de Collectie Aanwinsten worden geplaatst en dus ook doorgenummerd. Op deze aanwinsten zijn twee catalogi gemaakt, n.l. een alfabetische en een syste matische, die losbladig zijn en derhalve kunnen worden aangevuld. Als men wil weten welke geschriften en aantekeningen van stadshistoricus Eikelenberg en oud archivaris Bruinvis aanwezig zijn, dan kijkt men in de alfabetische catalogus onder Eikelenberg en Bruinvis, terwijl een geschrift van Eikelenberg over godsdienst twisten tevens in de systematische catalogus beschreven is onder Religie en de aan tekeningen van Bruinvis over verpondingen onder Belastingen. In Den Bosch doet men het anders. In 1975 kwam een verzamelinventaris uit van de particuliere collecties Becx - Van Cooth - Van Engelen van Strijen - Hultman, Van der Fosse en Van den Bogaerde - de Oude Schouwe- Santvoort - Erfsecretarie Maasland, zijnde een allerzonderlingst stel mini-inventarissen van familiepapieren, ambtelijke stukken, handschriften en drukwerken. Het wil mij maar niet duidelijk worden welk belang ermee gediend is als men zulke collecties intact laat. En nu is dan de inventaris van de collectie Cuypers van Velthoven verschenen. Eveneens een rommelcollectie, met dien verstande dat de verzameldrift hier heroïsche afmetingen heeft aangenomen, n.l. 2261 originele stukken, 21.000 afschriften, 25.000 fiches en 10.000 stuks "overige documentatie". In principe maakt dit echter geen enkel ver schil. Bezien wij deze inventaris eens nader en speciaal de "originele stukken". Op de bladzijde achter de titelpagina, tegenover de foto van de "buste" van Prosper Cuypers van Velthoven (zijn hoofd staat er overigens ook op), leest men de volgen de mededeling: Indien in deze collectie aanwezige originele stukken krachtens het herkomstbeginsel duidelijk aantoonbaar naar andere archieven overgebracht moeten worden, zal hierover desgewenst overleg plaatsvinden met de beheerders van die archieven. Men vraagt zich af, waarom men eigenlijk een gedrukte inven taris uitgeeft als het de bedoeling is dat die stukken teruggaan. Dat is toch het paard achter de wagen spannen? Want het is toch duidelijk, dat een confirmatie, die door hertog Philips op verzoek van schepenen van Oisterwijk wordt gedaan, in het archief van Oisterwijk thuishoort, terwijl de kladden en minuten van de stadsreke ningen van Zevenbergen toch wel nergens anders zullen zijn "geleend" dan uit het archief van Zevenbergen. En zo zijn er bij een eerste aanblik vele stukken aan te [251]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 30