«zë,k rk,de heer Bos-d*b,nnen twee d" b*»™hee"»«'-
gramma van eisen bij te stellen, de provincie Overijssel vond een plaatsje op een lijst
van projecten voor de aanvullende werkgelegenheid, de Ministeries van CRM
manden en Volkshuisvesting moesten uiteindelijk het groene licht geven. Dank
rder allereerst aan professor Tauber, de ontwerper van dit gebouw Een zeer
zierï TTf1?'' d00rzichtlg en doelmatig gebouw is het geworden. Even ple-
Tauber p T™ T ontwerPer- Wij hadden in professor
idee te k re'd 1UiSt6ren 611 in Staat °m snel met een nieuw
te komen, waarin onze wensen verwerkt waren. Mijn grote dank! Dank ook
aan de assistenten van professor Tauber, de heren Stadegaard, de Boer, Gmelig en
mevrouw Bakker. Menig prettig en soms ook wat warmer lopend gesprek hebben
wij met hen mogen hebben.
het'kont" HOUg^ t0eZiend arChiteCt V°°r de Riiksgebouwendienst, met wie
kontact steeds zeer prettig en vruchtbaar verliep, in het bijzonder in de bouw-
hmen FV ennêen' W) de geleSenheid kreS^ onze visie te laten
ren. Een groot voorrecht, waarvan wij veel profijt hebben getrokken
Dank aan de heer Uyttenbogaert, opzichter op het werk voor de Rijksgebouwen-
heeft hi, eeifunVe geV06rd' Versc^nde malen
n u J°ngetje' dat Zijn Vinger in de lekkende diik stak en zo-
doende de overstroming voorkwam.
gezet, en klaar was 6 weken voor de gestelde termijn. Als ik de deskundigen en mijn
eigen ogen mag geloven is het een uitstekend stuk werk geworden. Dank aan zijn
bSenSgehad Gr°°tentraast' met wie W'J vele nuttige en prettige kontakten heb-
hoofd fand!Ï mV* dePartement Van CRM' dank aa" de heer Evenblij, thans
h hu a Ung Gebouwe"> waarmee wij een reeks intensieve kontakten
hakken D k T'3' gemakkeli*e of aangename knopen moest door
hakken. Dank aan de assistenten van de heer Evenblij, de heren Van Aken van het
Bureau Aanschaffingen, en de heren Ti.hnan en Van Santen »an het Bureau O
me™he°r» T ,',ne"v"""" m" Seb°™ was te'
et de heren Tielman en Van Santen bijzonder frequent en intensief. Het was ook
beidT heren Tebh8 .VrUChtbaar' Van de medewerking en praktische kennis van
be de heren hebben w,j zeer veel voordeel gehad. Steeds hebben zij er hard aan
getrokken dat het rijksarchief dat kreeg wat het nodig had, dat daarvoor de kre-
tnloskwamen en dat de bestellingen tijdig werden gedaan. In verband met de
bes tellingen ook graag een bedankje aan het Rijksinkoopbureau, waarmee de kon
takten over teveel verschillende personen liep om ze te kunnen noemen
zeer'177Va" het ^'^ie-atelier hebben wij
veel steun en medewerking ontvangen van de heer Pieters, restaurator-coördi-
nateur voor de Rijksarchiefdienst.
zelve was.r'anC'dle a'S Van E"gd' s,eeds de
Als ik aan de verhuizing denk, dan tevens aan de verhuizer, de heer Scherer die met
inzet van veel personeel, materiaal en spierkracht de zaak prima rondkreeg, en ook
[236]
aan de heer Geluk van het Bureau Verhuizingen van CRM, die, toen hij de Sassen-
poort zag, de wenteltrappen, de kleine ramen en het hoge niveau boven de straat,
figuurlijk zijn armen ten hemel hief en ons de volste ruimte liet, ingenieuze midde
len te bedenken de boel uit het gebouw te krijgen. Over de financiële consequenties
zou hij geen moeite maken.
Zonder al die medewerking van velen hadden wij de zaak niet gehesen.
Tenslotte wil ik dan nog bedanken het personeel en de hulpkrachten in de bouw- en
verhuizingstijd aan het rijksarchief verbonden. Geweldig veel werk hebben zij verzet
aan voorbereiding van de archieven voor de verhuizing, aan planning van de in
richting van het nieuwe gebouw en van de verhuizing en uiteindelijk bij de verhui
zing zelf. Ik zal geen namen noemen, het zouden er zeker dertig worden, maar ik
zal wel steeds die twee roodharige broers uit Urk in herinnering houden, soms waren
het er drie, die in enorm tempo archieven wisten te verplaatsen en op zeer ingenieuze
wijze glijbanen wisten te konstrueren uit ladders en planken, waardoor lastige hoog
teverschillen, hoeken en wenteltrappen overwonnen en vermeden konden worden.
Ik zal geen namen noemen zei ik, op één uitzondering na, dat is onze heer Halfman,
die vanaf het eerste begin in 1970 en '71 hard en enthousiast heeft meegewerkt, eerst
aan de bouwplanning, later aan de planning voor de inrichting, waarvoor hij de
ingewikkelde lijsten opstelde en tenslotte aan de verhuizing, waarvan hij vervolgens
de leiding had. Hij is mij gedurende de negen jaar, die de zaak gelopen heeft, tot
bijzondere steun geweest. Ik ben hem daarvoor bijzondere dank verschuldigd, die ik
hem hierbij graag betuig. Dank ook aan onze echtgenotes. De vrouwen van het
personeel hebben heel wat keren vermoeide mannen thuis zien komen en hebben op
een afstand op de bijzondere omstandigheden moeten inspelen. In het bijzonder mijn
eigen vrouw wil ik bedanken. Zij heeft het laatste jaar heel wat met me te stellen
gehad. Dat ik toch ben blijven draaien, ligt voor een flink gedeelte aan haar opge
wekte steun en medewerking.
Zoals ik in het begin zei: daar zijn we dan. We hebben nu een goed half jaar ervaring
met het gebouw, over het algemeen zeer gunstige ervaring. Daarom wil ik eindigen
met de wens, dat wij in de toekomst in dit gebouw met evenveel plezier en na
verbetering van een enkel gebrek zelfs nog met meer plezier zullen werken als
we tot nu toe gedaan hebben, alles ten nutte van onze bezoekers, van de dienst en
zo uiteindelijk ook voor ons zelf.
Ik heb gezegd".
De staatssecretaris verrichtte de opening op de volgende wijze.
Allereerst wenste hij de burgemeester van Zwolle geluk met de zeer recente promotie
van de Zwolsche voetbalclub PEC naar de eredivisie, een zaak, die hem als be
windsman mede voor sportzaken uiteraard ook ter harte ging. Voor wat de reden
van zijn komst betrof, zei de staatssecretaris, het wat moeilijk te vinden te spreken
na het vele, dat al gezegd was.
Even moeilijk had hij het gevonden de Eikenstraat te vinden, maar eenmaal in de
buurt gekomen, had hij het rijksarchief makkelijk kunnen vinden. Dat lag aan de
vorm, door professor Tauber aan het gebouw gegeven, een duidelijk herkenbare
[237