niging zijn we gewend gemakkelijk en veel bedenkelijk veel, kan ik wel zeggen te reizen, waardoor de keuze van een vergaderplaats doorgaans een ongecompli ceerde bestuursbeslissing is. Ongecompliceerd wil niet zeggen onzorgvuldig. Want Uw aanwezigheid in Holland's oudste stemhebbende stad houdt wel degelijk ver band met de aard van het middagprogramma, waarin gelegenheid geschapen is voor de bezichtiging van de nieuwe behuizing van collega Jensma en zijn medewerkers aan het Stek. Het gereedkomen van dit doelmatige archief gebouw in 1976 heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Het oude gebouw, eveneens aan het Stek gelegen en bij de totstand koming in 1917 geprezen, is een onherkenbaar gemoderniseerd onderdeel van het nieuwe complex geworden. Treffend is het dat op de monumentale bank, onlangs geplaatst op het plein voor het archiefgebouw, een plaquette is aangebracht met het portret van mr. J. C. Overvoorde, archivaris van Dordrecht van 1892 tot 1901, in welk jaar hij in Leiden de te jong gestorven mr. Ch. M. Dozy opvolgde. Wie nu Overvoorde noemt denkt in eerste instantie aan de Stichting De Pauwhof, waar menig archivaris een netelige studie tot een goed einde gebracht heeft. Maar tijdens zijn leven was Overvoorde één der bekendste stedelijke archivarissen met een ook in onze ogen moderne opvatting van het beroep. Daardoor stond hij midden in de samenleving, die hij op velerlei terrein gediend heeft- Iets van die veelzijdigheid vindt U in het bezoekprogramma van hedenmiddag terug, in de wandeling langs de monumenten van de stad Dordrecht en in het bezoek aan het museum dat de naam draagt van mr. Simon van Gijn, die grote Dordrechtse collectioneur, die in 1916 zijn topografica aan het gemeentebestuur aanbood ter plaatsing in het gemeen tearchief. Het bestuur heeft de behoefte om U via de jaarrede in kennis te stellen van de belangrijkste gebeurtenissen waarmee het geconfronteerd is en het beleid dat het in het afgelopen jaar gevoerd heeft. Wanneer ik dan begin met de vermelding van een aantal binnenlandse evenementen en contacten, hoop ik dat U mij de vrijheid gunt om het bij een niet al te gedetail leerde beschrijving te laten- Er vonden dit jaar niet minder dan negen openingen of openstellingen van nieuwe archiefgebouwen plaats, te weten gemeentelijke- of streekarchiefgebouwen te Gou da, Schoonhoven, Hoorn, Dordrecht, Dokkum, Middelburg, Heerlen en Maastricht, en een rijksarchiefgebouw te Zwolle voor het rijksarchief in de provincie Overijssel. Bij verschillende van deze evenementen konden bestuursleden op invitatie aanwezig zijn en ontvingen ze de gelegenheid een woordje te spreken, dat soms uitgaande boven een welgemeende gelukwens, beoogde een pleidooi te zijn voor het archief wezen in ons land. Met een aantal officiële instanties heeft het bestuur in het afgelopen verenigings jaar contact onderhouden, de Archiefraad, de Algemene Rijksarchivaris, het bestuur van de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen en last but not least het Ministerie van C.R.M. Intensief contact is er over en weer met de S.O.D. geweest, met als belangrijkste [104] gespreksonderwerp de voortgezette vorming archiefbeheer voor registratuur-amb tenaren. Een delegatie van het bestuur was voorts aanwezig op de ledenvergadering van de S.O.D., waar voorzitter Berends aftrad. Ondanks het somtijds de kop op steken van meningsverschillen over zakelijke aangelegenheden hebben beide bestu ren de afgelopen vijf jaar een goed contact met elkaar kunnen onderhouden. En de zakelijke meningsverschillen zijn daardoor of tot minimale proporties teruggebracht of uit de weg geruimd. Mij is overigens opgevallen, dat de heer Berends in zijn af scheidstoespraak een zucht geslaakt heeft over de snelle bestuurswisselingen bij andere organisaties. Uiteraard weet ik niet of hij daarmee de V.A.N. op het oog heeft gehad. Wel zou ik spelenderwijs willen opmerken, dat we ook thans de S-O.D. welwillend tegemoet treden, gelet op het bestuursvoorstel voor de benoeming van een voorzitter, die zo hij de gezondheid en de kracht die hem thans kenmerken mag behouden, gedurende vijf jaar de primus inter pares wil zijn. Overigens meen ik dat bestuurswisselingen die in onze vereniging op wijze statuten stoelen, de consistentie in het beleid niet in het minst behoeven aan te tasten. In het komende jaar hoopt het bestuur de relaties van de vereniging met zorg voort te zetten en wellicht is het daarbij aanbevelenswaardig om behalve met de algemene rijksarchivaris ook een gesprek met het convent van rijksarchivarissen te arrangeren. Het verheugt het bestuur te kunnen meedelen, dat het Ministerie van C.R.M. bij het vaststellen van "het veld" aan de nieuwe staatssecretaris de heer Wallis de Vries, die ondermeer met de M.M.A. zaken belast is ,ook gedacht heeft aan onze vereni ging. Een gesprek tussen het bestuur van de V.A.N. en de staatssecretaris zal op be trekkelijk korte termijn kunnen plaats vinden. Onze vereniging is vertegenwoordigd in verschillende organen die een directe relatie met het archiefwezen hebben. In de Begeleidingscommissie opleiding archiefrestau ratoren heeft mr- W. Downer zitting. Voor de berichten dienaangaande kan ik U verwijzen naar één van de jongste nummers van het N.A.B. Collega Bordewijk heeft zitting in de Begeleidingscommissie voortgezette vorming archiefbeheer van de S.O.D. Zoals U heeft kunnen lezen wordt deze cursus herhaald. Voorafgaand aan dat besluit hebben er besprekingen op ons verzoek plaats gevonden. Het resultaat daarvan stemt tot tevredenheid. Duidelijker dan voorheen zal er op gelet worden, dat de voortgezette vorming archiefbeheer zich uitsluitend richt op de semi-statische archieven jonger dan 50 jaar. Het is een groot belang én voor registratoren én voor archivarissen, dat het beheer van de semistatische archieven alvorens deze aan de archivarissen worden overgedragen geoptimaliseerd wordt. Aan deze fundamentele gedachte ontleent de voortgezette vorming voor registratoren haar bestaansrecht en is het een gezamenlijke taak om er aan mee te werken. Van onze vertegenwoordigers noemen we nog collega H. W. van Veldhuizen in de werkgroep van de V.N.G. voor het opstellen van de vernietigingslijsten voor de ge meentelijke archivalia. Op de vorige algemene ledenvergadering is aan dit onder werp uitgebreid aandacht besteed. Op Uw verzoek heeft ons bestuur bij de minis ters van C.R.M. en Binnenlandse Zaken een snelle ambtelijke afhandeling van de voorstellen van de V.N.G. bepleit, hetgeen is toegewezen op voorhand. Collega Ribberink heeft voor de vereniging zitting in de Nationale Unesco Com- [105]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 5