der Archivbenutzung für den Schulunterricht" (k. 333-346). De meeste archief instellingen hebben moeite met het ontwerpen en/of uitvoeren van echte werk programma's met schooljeugd (leeftijd 10-16 jaar). Exposities en audiovisuele voorstellingen leveren minder problemen op. Hierop aansluitend volgt een artikel van H. Schwarzmaier over archieftentoonstellingen naar aanleiding van de veeljarige ervaringen in Karlsruhe. Het gebouw van het Landesarchiv aldaar beschikt al sinds 1905 over een expositieruimte (k. 347-354). Tenslotte kan men in deze afleve ring een kort bericht vinden over de afdeling "Zeitgeschichte" van het Landes archiv te West-Berlijn (k. 355-358). De laatste aflevering opent met een verslag van Peter Bucher ter gelegenheid van de opening van de dependance van het Bundesarchiv in het kasteel Rastatt op 26 juni 1974. In deze dependance beheert men geen papieren, maar zij is bedoeld als een Erinnerungsstatte für die Freiheitsbewegung in der deutschen Geschichte". Rastatt is als vestigingsplaats gekozen, omdat daar de uiteindelijke nederlaag geleden werd in 1849 door de vertegenwoordigers van het Frankfurter Parlement. De Bondsdag heeft dit besluit genomen om de herinnering aan alle groepen en individuen uit de Duitse geschiedenis levend te houden, die zich ingezet hebben voor de vrijheid in de samenleving en tegen staatswillekeur. Met de permanent daaraan gewijde expositie(s) heeft de Bondsdag een wens gerealiseerd van de gewezen bondspresident dr. Gustav Heinemann. Bij de opening van de instelling werd dan ook het woord gevoerd door dr. Heinemann. Eén van de andere sprekers was prof. dr. Hans Booms de hoofd- direkteur van het Bundesarchiv. De nadruk van de permanente expositie ligt op de burgerlijke vrijheidsstrijd na de Franse revolutie in de eerste helft van de 19de eeuw, vanwaaruit de verbindingslijnen worden geschetst naar de thans nog opererende democratische partijen. Wisselexposities zullen andere elementen van de vrijheids strijd in de Duitse geschiedenis belichten. Carl Haase schrijft in deze vierde afleve ring over Zentralisierung und Dezentralisierung im Archivwesen, dargestellt am Beispiel der niedersachsischen Archivverwaltung" (k. 447-454). Winfried Schüler volgt met een bijdrage onder de titel 'Aktenproduktion und Archivierung in Hes sen (k. 453-460) alwaar gepoogd wordt te berekenen welk percentage van moderne archieven per administratie na vernietiging voor overbrenging in aanmerking komt. BW Der Archivar, jrg. 28 (1975) en jrg. 29 (1976). In de archiefwereld van onze Oosterburen vervult de Deutsche Archivtag een eminente rol. De uitstraling van deze congressen blijft, gezien het grote aantal buitenlandse gasten, niet tot het grondgebied van de Bondsrepubliek beperkt. Schriftelijke neerslag van congresactiviteiten bepaalt voor een aanmerkelijk deel de inhoud van Der Archivar in de vorm van verslagen en de tekst van de voordrach ten, zowel in samengevatte als in uitgewerkte vorm. De 49ste Deutsche Archivtag werd in 1974 in Braunschweig gehouden en had bronnen en bronnencritiek tot thema. erslag en teksten van voordrachten zijn te vinden in de nummers 1 en 3 van jaargang 28. Opmerkelijk is in één van de algemene inleidingen het pleidooi [188; [ürtrl-Irïrl^W a Itttïx .c r4 mw van H. Boberach om ter zake van de problematiek van selectie van archivalia te komen tot een vorm van samenwerking van archivarissen en gebruikers. Met na me bij historici en beoefenaars van maatschappijwetenschappen zou bereidheid aanwezig zijn om hierover in overleg te treden (nr. 1, kol. 24 en 25). In secties werden bronnen uit Middeleeuwen en Nieuwe Tijd afzonderlijk behan deld, terwijl een derde sectie zidh over het audiovisuele archiefmateriaal boog. Deze laatste categorie, waarvan beeldmateriaal, film en geluidsbanden door inlei ders toegelicht werden, heeft ontegenzeggelijk historische waarde. Echter, hoe mo dern deze informatiedragers ook zijn, toch zadelen zij de onderzoeker weer op met het aloude probleem van het onderscheid tussen echt en vals, ja, de moge lijkheden om fraude te plegen schijnen zelfs nog groter geworden te zijn. De ar chivaris, door H. Dahm in zijn inleiding gekarakteriseerd als "der Spezialist der historisch-quellenkritisohen Methode" (nr. 1, kol. 10), dient hiervan op de hoogte te wezen. Daarnaast vonden, zoals gebruikelijk, bijeenkomsten plaats van vakgroepen. In vakgroep 2, die der archivarissen in stadsarchieven "und sonstigen Gebietskör- perschaften", luisterde men naar R. Vogelsang, die het onderwerp "Probleme der Ersatzverfilmung aus der Sicht des Kommunalarchivs aan de orde stelde (nr. 3, kol. 301 vlg.). Vogelsang wees met nadruk op enkele problemen, o.a. op het feit dat filmmateriaal ongeschikt is om voor altijd bewaard te blijven. Verder atten deerde hij op het ongemak dat de onderzoeker ondervindt bij raadpleging van mi crofilms, onder meer door het verdwijnen van de mogelijkheid, of althans de be perking daarvan, om voortdurend diverse bewijsplaatsen met elkaar te kunnen vergelijken. Bovendien ligt de volgorde der archivistische eenheden voor eens en altijd vast en is het ten enenmale onmogelijk om naderhand correcties aan te brengen. Naar Mainz togen Duitse archivarissen en buitenlandse confraters om de 50ste Deutsche Archivtag bij te wonenk Het jubileum verleende aan het congres uiter aard een feestelijk tintje en inspireerde de voorzitter van de vereniging van Duit se archivarissen, H. Dahm, in zijn feestrede tot een terugblik: 50 Deutsche Ar- chivtage und ihre Bedeutung für das Berufsbild des deutschen Archivars" (1976, nr. 1, kol. 5 vgl.). Nochtans was de blik van de vergaderde archivarissen veeleer naar de toekomst gericht, zoals genoegzaam uit het behandelde onderwerp blijkt: "Neue Formen und Anforderungen der Informationsvermittlung im Archivwe sen". Aandacht werd in het bijzonder besteed aan geautomatiseerde informatiever werking (EDV Elektronische Datenverarbeitung). Het verslag van de 50ste archiefdag lezen wij in nummer 1 van de 29ste jaar gang, dat ook het grootste gedeelte der voordrachten bevat. De overige voor drachten hebben plaatsruimte gevonden in nummer 2 van dezelfde jaargang. Prof. dr. E. G. Franz hield in zijn voordracht "Archiv und Archivfunction und Dokumentation innerhalb des Gesamtbereichs Information und Doku- mentation" (nr. 1, kol. 31 vlg.) zijn publiek de noodzakelijkheid voor van coördi- 1 Zie ook Ned. Archievenblad 1975 blz. 424-427. [189]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 47