Het Moskouse stadsarchief, waar ik werd rondgeleid door de directeur A. A. To-
bachov, bevat niet veel oud materiaal: enkele stukken uit de 17e eeuw, de rest 18e en
19e eeuws materiaal. In de oudere tijd was er eigenlijk geen autonoom stadsbestuur;
voor die periode is men aangewezen op het tsaristisch archief en op kerkelijke ar
chieven in het TsGADA. Enkele grote branden hebben bovendien, wat er nog was,
in de 17e en 18e eeuw vernietigd. Van de bedrijfsarchieven uit de 18e-20e eeuw
bestaat een gedetailleerde beschrijving (335 blz.), die op microfiche door IDC is
uitgegeven.
Onder de centrale directie ressorteert ook de archiefinspectie (7 man), terwijl bij
het staatsarchief van de Oktoberrevolutie nog een bureau voor acquisitie bestaat.
15. Tsentralnyj goesodarstvennyj archiv drevnich aktov (TsGADA)16
Centraal staatsarchief der oude akten, Moskou. Grimsted, 153168.
De laatste dag bezocht ik het TsGADA, het eigenlijke historische archief, te verge
lijken met de Eerste afdeling van het algemeen rijksarchief. In 1724 werd voor het
eerst een historisch archief, het centraal archief van de oude rijksakten, gesticht.
Dit archief had echter alleen betrekking op buitenlandse zaken. In 1852 werd in
Moskou het archief van het ministerie van Justitie (waaronder veel ressorteerde wat
in Nederland het 19e-eeuwse ministerie van Binnenlandse Zaken behandelde) ge
vormd door vereniging van enige bestaande archiefinstellingen. Het TsGADA is ook
thans nog gehuisvest in het voor dat Justitiearchief in 1886 gestichte gebouw aan de
Bolsjaja Pirogovskaja, waar ook de centrale directie der staatsarchieven zetelt.
Er zijn drie depots, die doen denken aan dat van het algemeen rijksarchief en de
vroegere depots van de gemeentearchieven te Leiden en Rotterdam: vijf etages met
roostervloeren. Oorspronkelijk waren er geen vloeren tussen de stellingen, maar
alleen een aan de kop van het depot; op elke etage was een beweegbaar platform
waarop men zich staande langs de stelling rolde!
Het TsGADA bewaart 3 miljoen eenheden (6 km). De oudste stukken zijn uit de
tiende eeuw, de jongste uit 1918. Een grote brand in Moskou in de 17e eeuw heeft
veel verloren doen gaan. Zoals reeds vermeld berusten de archieven van de 18e
eeuwse ministeries in Leningrad, behalve die van Buitenlandse Zaken en van Marine,
die bij de betreffende ministeries zijn. Het TsGADA beheert de archieven der colle
giale besturen van vóór 1802, het archief van het tsaristische hof te Moskou, het
keizerlijk archief (1834), de archieven van alle plaatselijke organen die in de 19e
eeuw aan het ministerie van Justitie zijn overgedragen (waaronder stukken uit de
16e eeuw), het centraal kadaster (Tsentralny mezjevoj archiv, in 1768 ingevoerd)
en de archieven van de Votsjinnaja Kollegija (domeinen). Verder particuliere ar
chieven, waaronder de in 1917 genationaliseerde archieven van kloosters en families
(Joesoepov, Stroganov, Dimodov); daaronder belangrijke archieven van familiebe
drijven. Het TsGADA bezocht ik als eerste Nederlandse archivaris. Op charmante
wijze toonde de directrice mevrouw A. I. Avtokratova enige pronkstukken: het
oudste charter (1264, een verdrag tussen Novgorod en Vladimirsk), een evangelium
16 M. I. Avtokratova, Tam gde tsennejsjije dokoementy(Daar waar de kostbaarste
dokumenten zijn) in: Voprosy istorii, no. 7, 1977, 118-137.
[184]
uit de tiende eeuw, een rotulus van 315 m, bevattende de Russische wetten (1649)
enz. In de 19e eeuw zijn de oudste stukken uit de verschillende archieven gelicht en
tot afzonderlijke collecties gevormd. Deze inbreuk op het herkomstbeginsel (elders
overigens toegepast) wordt niet hersteld, omdat er teveel al naar de collecties geci
teerd is. Uiteraard had mevrouw Aktokratova enige Nederlandse stukken uitge
zocht: het door Uhlenbeck (blz. 15) vertaalde rekest van Jurjen Jansz (21 en niet 20
december 1600) om een vrijgeleide uit Moskou naar Pleskoje (overigens zei mijn
gastvrouw dat het archief geen exemplaar van Uhlenbeck's verslag bezit), een prach
tig geïllumineerde geloofsbrief van de Staten-Generaal (1614), het necrologium van
de abdij Elten (15e18e eeuw)17.
Interessant was ook een Titoelarnyk uit 1672, een in groot folio uitgevoerde pro
tocollaire handleiding voor een Russische ambassadeur met van elk land een korte
geschiedenis, het wapen en de afbeelding van de regerende vorst (voor de Neder
landen het portret van Willem III). Het manuscript is in 1903 in facsimile, helaas in
zwart-wit, uitgegeven.
In de studiezaal (50 plaatsen, 9 microfilmreaders) kreeg ik zonder enige moeite de
18e-eeuwse inventaris (drie microfilms) van het fonds Holland (waarover men in
het AVPR zo moeilijk deed) te zien.
F. C. J. Ketelaar.
SUMMARY
Archives in the U.S.S.R. Report of a visit to archival institutions in
Moscow and Leningrad, 415 April 1977
The cultural agreement between the U.S.S.R. and the Netherlands provides for the
exchange of archival specialists. The first deputy director of the Central Archival
Administration with the U.S.S.R. Council of Ministers, A. M. Pegov, visited the
Netherlands at the end of 1976 and the deputy of the General State Archivist of
The Netherlands, F. C. J. Ketelaar, visited Moscow and Leningrad in April 1977.
The first paragraph of the account of his visit to the U.S.S.R. includes the suggestion
of a compilation of an archival Sovjet-Dutch bibliography and of the exchange of
periodicals and other publications between the two countries. The Dutch archival
agencies, universities etc. might co-ordinate the purchasing and dissemination of
the new IDC-microfiche publication of Sovjet archival literature and finding aids.
Dutch archivists could benefit from Sovjet experience in records' management,
selection and destruction of records, training and man-power planning.
The second paragraph deals with the preparation for the visit, the third outlines the
archival system of the U.S.S.R,. The fourth paragraph gives information on the
17 N. C. Kist, Het necrologium en het tijnsboek van het adellijk jufferenstift te Elten,
Nieuw archief voor kerkelijke geschiedenis 2 (1854) 1-216; A. P. van Schilfgaarde,
Het necrologium van Elten, in: De Liemers Gedenkboek dr. J. H. van Heek (Didam
1953) 68-71.
[185]