morgen zwarte koffie, koekjes en cognac en bij het afscheid een fotoboek of ander
cadeau (bij terugkeer in Nederland woog mijn bagage 33 kilo meer dan was toege
staan). Op geschenken moet men voorbereid zijn, zodat men op het passende mo
ment iets terug kan geven, dat overeenstemt met de rang van de gastheer.
Na het gesprek met Bogatov lunchten Dolguich, Pegov, Romanov en ik in hotel
National, naast het Kreml. Van 14.00 tot 17.00 werden ettelijke glazen wodka,
witte wijn en cognac geledigd op het welzijn van de Nederlandse archivarissen en de
vriendschap tussen de volkeren. Men kan zich voorstellen, dat ik blij was in mijn
hotel even te kunnen bijkomen. Niet lang, want om 19.00 werd ik afgehaald voor
een bezoek aan het Bolsjojtheater, waar een uitvoering van het ballet Giselle (van
Adam) werd gegeven.
De volgende dag bracht ik 's ochtends een bezoek aan het Centraal film- en foto
archief (TsGAFD) in Krasnagorsk, even buiten Moskou (zie hierna 6). Aansluitend
bezichtigden we Archangelskoje, het zomerpaleis van de prinsen Joesoepov. Het
middagmaal gebruikten we met mevrouw I. N. Minajewa, medewerkster van de
internationale afdeling (die vloeiend Frans spreekt) in een Russkaja izba, een restau
rant in landelijke stijl. Daarna terug naar het centrum voor een bezoek aan de
Leninbibhotheek (zie 7). Die avond vertrokken Romanov en ik om 23.55 uur met
de nachttrein naar Leningrad, uitgeleide gedaan door Popov. In Leningrad, waar
we om 8.25 uur aankwamen, stonden I. A. Toropov, directeur van het Historisch
staatsarchief (TsGIA), I. G. Doebkovskij, directeur van de archiefadministratie der
Leningrader oblast (district) en I. 1. Pisarev, assistent van Toropov, klaar om ons
welkom te heten en naar hotel Leningrad te begeleiden. Ook in Leningrad werden
de professioneel-archivistische contacten (zie hierna 8,9, 10) aangenaam afgewisseld
met culturele en toeristische programmapunten. Zo woonde ik in het schitterende
Kirovtheater een voorstelling van het "Zwanenmeer" bij en werden bezoeken ge
bracht aan de Piskarjov-begraafplaats, het Smolny-instituut, de kruiser Aurora, de
prachtig gerestaureerde paleizen in Poesjkin en Pavlova, het Hermitagemuseum en
het museum voor Russische kunst.
Bij een officiële ontmoeting met de secretaris van het uitvoerend comité van de
Sovjet van Leningrad, V. Beresov, toonde men interesse in uitbreiding van de
contacten (Leningrad onderhoudt een "jumelage" met Rotterdam) tot het archief-
gebied.
Heel bijzonder was het speciaal gevraagde bezoek aan de Paasnachtmis in de ortho
doxe Nicolaaskathedraal, waar Toropov en Romanov me van 22.00 tot 1.30 uur
(staande!) gezelschap hielden.
Bij het officiële afscheidsdiner op Paaszondag werd de taaihandicap (Toropov en
Pisarev spreken alleen Russisch en het leek me dat de Moskoviet Romanov niet alle
Leningrader grappen vertaalde) ruimschoots overwonnen door de wodka, die in
overvloed en variëteit van soorten werd geschonken. In de nachttrein naar Moskou
heb ik goed geslapen!
In Moskou, waar we Tweede Paasdag om 8.00 uur aankwamen, bleek het inmiddels
lente geworden te zijn. Bij mijn aankomst in de U.S.S.R. was het zo'n 4° C. en lag
de smeltende sneeuw nog langs de straten. Ook in Leningrad was het niet bepaald
[174]
Slotbespreking aan het einde van het bezoek aan de U.S.S.R., 14 april 1977. Van r. naar
F. 1. Dolguich, directeur van de Centrale archiefadministratie bij de Raad van ministers
der U.S.S.R., A. M. Pegov, eerste vice-directeur, M. J. Kapran, hoofd van de internationale
afdeling, F. C. J. Ketelaar en de tolk V. B. Romanov.
warm, maar toen we het station uitkwamen straalde de zon ons tegemoet. Veel men
sen liepen zonder jas, daar de temperatuur al een paar dagen boven de 20° C. was.
Van dit fraaie weer konden we tussen de bezoeken aan de verschillende archiefinstel
lingen in (zie hierna 1115), profiteren, vooral bij de bezichtiging van de middel
eeuwse kloosterstad Zagorsk, 70 km buiten Moskou. Na de tweede wereldoorlog is
dit complex weer aan de orthodoxe kerk ter beschikking gesteld. Er is tegenwoordig
o.m. het priesterseminarie gevestigd. De assistent van de patriarch van Rusland
leidde ons rond in de verschillende kerken en legde een aantal onderdelen van de
liturgie uit. Ook bezochten we het museum dat een beeld geeft van de geschiedenis
van de Russische kerk en de kerkelijke kunst.
Dinsdag 12 april begon met het Partijarchief (Instituut voor Marxisme-Leninisme
(zie 12), gevolgd door een bezoek aan het Leninmausoleum. Daarna had ik met
Koerantov en met M. I. Kapran, hoofd van de internationale afdeling, een lang ge
sprek, ditmaal met een Engelse tolk, over de archiefopleiding. Het gevraagde be
zoek aan de archiefschool kon niet plaatshebben, omdat, zo zei men, er net een
nieuwe directeur was benoemd.
Op de terugweg kon ik met Romanov een grote boekwinkel bezoeken, waar ook
grammofoonplaten werden verkocht. Vervolgens werd ik afgezet bij de Nederlandse
ambassade, waar ik alleen na een nauwgezette pas- en visumcontrole door de bij de
ingang gestationeerde politie binnenkwam. Ten huize van de ambassadesecretaris,
mr. P. 1. Waldeck, die ook de culturele zaken behartigt, bracht ik een gezellige
avond door, gevuld met Leidse herinneringen en informatie over het leven in Rus
land.
[175]