[171] te danken is aan en mogelijk is binnen het in de Sovjet-Unie geldende systeem. Vaak treft de ontroerende overtuiging, dat men de wijsheid in pacht heeft. Maar wie zal zeggen hoe Nederlandse eigendunk op anderen overkomt? 2. Voorbereiding Ter voorbereiding op mijn bezoek bleek het verslag van een soortgelijk bezoek dat twee Franse collega's in juni 1976 gebracht hadden, een waardevolle gids, ter aanvulling op de kennis die ik bij een vorig bezoek aan de U.S.S.R. had opgedaan2. Onmisbaar voor ieder die met het Sovjetrussische archiefwezen in aanraking komt, is het boek van Patricia Kennedy-Grimsted3. Zij geeft o.m. een historisch overzicht van het Russische archiefwezen, een uitgebreide bibliografie en algemene aanwijzin gen hoe een buitenlander onderzoek in de U.S.S.R. moet aanpakken, een beschrij ving van elk depot, onderverdeeld in: geschiedenis en inhoud, werkomstandigheden voor de buitenlandse onderzoeker, gidsen en gepubliceerde inventarissen. Verder bestudeerde ik o.m. het verslag van de 19e-eeuwse archiefreis door Uhlen- beck4 en het recente rapport van A. P. Koerantov3, waarin veel aandacht aan het Russische archiefwezen wordt besteed. Een goede wegwijzer voor de institutionele geschiedenis is het boek van E. Amburger®. Eerst na terugkeer was ik in de gelegen heid te raadplegen een lijvig rapport van de OESO over de wetenschapsorganisatie in de U.S.S.R. en een boek over de geschiedschrijving in Rusland, onthutsend door de voorbeelden van invloed van de politiek op de beoefening der geschiedweten- schap7. De belangstellenden zij verder gewezen op enige bibliografieën van meer algemene aard8, naast een recent overzicht van archivistische literatuur®. 2 J. Charpy - M. Duchein, Impressions d'un voyage archivistique en U.R.S.S., La Ga- zette des archives, 1976, 89-103. L. P. L. Pirenne - F. C. J. Ketelaar, Verslag van de Nederlandse delegatie naar de 16e Conferentie van de Table Ronde des Archives, gehouden te Kiev, 2-5 september 1975, Nederlands Archievenblad 80 (1976) 2-23. 3 P. Kennedy-Grimsted, Archives and manuscript repositories in the U.S.S.R. - Moscow and Leningrad (Princeton N.J. [1970] (Studies of the Russian Institute, Columbia Uni versity), met supplement 1: bibliographical addenda (Zug [1976]) (Bibliotheca Slavica 9). Hierna wordt met "Grimsted" verwezen naar het hoofdwerk. 4 C. C. Uhlenbeck, Verslag aangaande een onderzoek in de archieven van Rusland ten bate der Nederlandsche geschiedenis, op last der regeering ingesteld ('s-Gravenhage 1891). 3 A. P. Kurantov, Advances in archival management science, VIII International Con gress on archives (Washington DC 1976). 6 E. Amburger, Geschichte der Behördenorganisation Russlands von Peter dem Grossen bis 1917 (Leiden 1966). 7 E. Zaluski, J. P. Kozlowski, H. Wienert, R. W. Davies, M. J. Berny, R. Amann, Science Policy in the U.S.S.R. (Paris 1969) (Organisation for economic co-operation and de velopment); A. G. Mazour, The writing of history in the Soviet Union (Stanford Cal. 1971). 8 P. A. Crowther, A bibliography of works in English on early Russian history to 1800 (Oxford 1969); D. M. Shapiro, A select bibliography of works in English on Russian History 1801-1917 (Oxford 1962). 9 I. Auerbach, Sowjetunion. Bericht für die Jahre 1971-1975, Der Archivar 30 (1977) 84-102. [170] Elet is te betreuren dat van het werk van de Russische collegae in ons land zo weinig bekend is. De taal speelt daarbij natuurlijk een rol, maar ook de geringe belang stelling. Een, zij het secundaire ingang, is het Oostduitse archieftijdschrift Archiv- mitteilungen, waarin uiteraard veel aandacht aan de ontwikkeling van het vak in de Sovjet-Unie wordt besteed. 3. Organisatie van het archiefwezen in de U.S.S.R.10 Alle archiefbescheiden, dynamisch en statisch, van de organen van de staat (waar onder ook de bedrijven enz.) vormen één "fond", zo bepaalde V. I. Lenin op 1 juli 1918 in het decreet over de reorganisatie en de centralisatie van het archiefwezen (een facsimile van het decreet is in de bibliotheek van het algemeen rijksarchief). Dit fond wordt beheerd door de centrale archiefadministratie GAU. Onder de GAU ressorteren elf staatsarchieven op federaal niveau en de staatsarchieven in elk der vijftien Sovjetrepublieken. De elf centrale archieven zijn: het centraal staatsarchief van de Oktober-revolutie (archieven van na 1917), het archief van het leger (na 1917), van de marine, het archief van literatuur en kunst, dat van wetenschappelijke en technische documentatie, van geluidsdocumenten, van oude akten (TsGADA zie hieerna 15), heet centraal historisch archief (TsGIA zie hierna 8), het centraal archief voor de krijgsgeschiedenis (tot 1917), dat van foto's en films (TsGAFD zie hierna 6) en dat van nationale economie11. Naast deze archieven op federaal niveau staan onder de GAU de staatsarchieven in de republieken, in elke republiek over koepeld door een centrale directie die ressorteert onder de Raad van ministers in de republiek. In sommige republieken bestaan naast het centrale archief gespeciali seerde archieven als dat van de Oktoberrevolutie, het archief van literatuur en kunst enz. (zie hierna onder 9). Onder de archiefdirecties in de republieken vallen ook de oblast (districts)archieven, de rayonarchieven en de lokale archieven. Zo komt men tot een totaal van 3000 archiefinstellingen, met 19500 medewerkers, van wie 18000 vrouwen. De totale omvang van het fond bedraagt 250 miljoen "akteneenheden" (jedinitsa chranenija). Een akteneenheid is een band of een omslag. Ruwweg komen 50 van deze eenheden overeen met één strekkende meter (de aantallen strekkende meters die Russische collegae opgeven zijn niet geheel equivalent aan onze strekkende meters, daar men overal liggende berging toepast). De vernietiging (expertise) geschiedt in driehoeksoverleg: commissies van archiva rissen (waaronder post- en archiefzakenbeheerders) en ambtenaren van de admini stratie. Van het dynamisch archief komt 412% voor blijvende bewaring in aan merking. De archiefvorming geschiedt ook onder toezicht van de GAU, die daarmee een grote zeggenschap over efficiency en standaardisering heeft. De GAU heeft aparte afdelingen, bv. voor de inventarisatie, voor de vernietiging, het dynamisch archiefbeheer, de wetenschappelijke publikaties, externe dienstver - 10 Vgl. Grimsted, 5-60 en voor een meer gedetailleerd historisch overzicht: V. V. Maksa- kov, Istorija i organizatsija archivnogo dela v SSSR (1917-1945 gg.) (Moskva 1969). 11 Charpy en Duchein noemen als twaalfde het in oprichting zijnde centraal staatsarchief voor technische documenten, vooral van computerbescheiden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 38