Jaar
In voor
Geïndi
Getypt
Aantal nrs.
Samenstellers
bereid.
ceerd
en geb.
en omvang
Arch.
W.S.W. Gew.bezw.
1869
149
0.05
m
1870
701
0.1
m
1871
822
0.2
m
1872
909
0.4
m
1873
742
0.5
m
1874
655
0.5
m
1875
848
0.7
m
1876
1025
0.8
m
1877
831
0.8
m
1878
824
0.5
m
1879
795
0.6
m
1880
1106
1.2
m
1881
1217
2.1
m
1882
1253
1.6
m
1883
1187
1.4
m
1884
820
0.7
m
1885
807
0.5
m
1886
834
0.7
m
1887
792
0.6
m
1888
875
0.8
m
1889
905
0.7
m
1890
1054
1
m
1891
1057
0.8
m
1892
1273
0.9
m
1893
1445
1.2
m
1894
1168
0.6
m
1895
1007
0.5
m
1896
751
0.2
m
1897
709
0.2
m
1898
680
0.2
m
1899
834
0.2
m
1900
776
0.1
m
De in de 19e eeuw veel voorkomende onlusten of verzetstrijd en de daarop vaak
volgende militaire acties leverden een groot aantal berichten op met verschillende
raakvlakken, die onder meerdere rubrieken ingedeeld kunnen worden. Een sprekend
voorbeeld daarvan is de Lombok-expeditie van 1894, die met de politieke e.a. ver-
Produktiestaat per ultimo 1977
28850; 21.35 m
[158]
wikkelingen in bijna elke rubriek vermeld wordt8. Om een behoorlijk overzicht te
bieden zijn vrijwel alle vermeldingen onder het hoofd POLITIEKE SITUATIE
opgenomen.
De noodzaak tot raadpleging gaat nog wel eens verder, vooral als de bijlagen in de
verbalen zijn opgenomen, of als alleen naar geheime brieven of besluiten wordt
verwezen. In de berichten komen uiteraard nogal wat onbekende termen voor, zo
als b.v. "pradjoerits" (een soort inlandse hulpmilitie), de betekenis daarvan moet
dan ook opgezocht worden, o.a. in de Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië.
Door de maatschappelijke ontwikkelingen veranderen begrippen ook van betekenis.
Een voorbeeld daarvan zijn de z.g. "herendiensten aanvankelijk een feodale, lijfe
lijke verplichting tot gedwongen arbeid. Tegen het eind van de 19e eeuw werden de
herendiensten door de landsregering meer als een belasting aangemerkt en geleidelijk
vervangen door het z.g. "hoofdgeld".
Regelmatig kwamen wijzigingen voor in de bestuurlijke indeling. Speciaal in Su
matra is nogal eens geschoven met de gewesten Atjeh, Banka en Billiton, Riouw en
Onderhorigheden, Oostkust van Sumatra en Sumatra's Westkust. Bij de geografische
plaatsbepaling is het gebruik van atlassen uit het tijdvak 1870-1900 onmisbaar. He
laas hebben die atlassen zelden registers, terwijl de huidige exemplaren minder
gedetailleerd zijn.
Bibliothecarissen zullen de problemen met de Indonesische, Chinese en Arabische
eigennamen niet onbekend zijn. Niet alleen is de romanisering vaak onzorgvuldig,
het is ook moeilijk uit te maken welk deel van de naam hoofdwoord is. In het alge
meen wordt het laatste deel van de naam als hoofdwoord gebruikt, behalve bij Chi
nese namen, waar meestal de eerste naam de familienaam is9. Titels en toevoegingen
worden, met kleine letters, wel opgenomen.
De spelling van de Indonesische namen en woorden is "Indisch" gebleven, d.w.z.
dat de regels van de officiële Maleisische-Indonesische spelling uit 1972, de z.g.
"Ejaan yang disempurnakan", niet zijn gevolgd (dus Cheribon en niet Cirebon, Ban
doeng en niet Bandung, pradjoerits en niet prajurits en natuurlijk Buitenzorg en
niet Bogor).
Om de aspirant-samensteller enigszins wegwijs te maken, is een handleiding samen
gesteld. De eerste twee hoofdstukken zijn een aangepaste versie van wat hier ge
schreven is over het ontstaan en de betekenis van de serie en de werkwijze. Boven
dien is een zo volledig mogelijke rubrieken- en trefwoordenlijst opgenomen en een
alfabetisch overzicht van alle bestuurlijke gewesten in de archipel tussen 1869 en
1901.
Evaluatie en vooruitzicht
Tijdens de voortgang kunnen verschillen in interpretatie voorkomen, waardoor
andere vermeldingen ontstaan in enkele jaren van in feite gelijksoortige berichten.
8 De verslaggeving over de Atjeh-oorlogen werd daarentegen als zo belangrijk en ver
trouwelijk beschouwd, dat die grotendeels buiten de mailrapporten is gehouden.
9 E. C. Pattipihohy: Problemen bij het catalogiseren van "oriental" collecties. Art. in:
Open 7/8 (1974), afl. 6.
Anglo-American Cataloguing Rules; British Text. Londen, 1967.
[159]