Raad mede, dat zij besloten had de raadsheer Syben van de Raad van Brabant8 te belasten "de former un registre bien detaillé de tous les chartres, papiers, titres et documens, qui se trouvent dans les archives du district de la province de Gueldre reposants a l'hotel de ville de Ruremonde". De Geheime Raad moest de commissie voor Marcellus Syben opstellen. Drie weken later berichtte de Geheime Raad op naam van Maria Elisabeth haar besluit aan de Staten en verzocht hen de nodige medewerking te willen verlenen9. De Staten waren kennelijk erg geschrokken. Zij konden niet geloven, dat het werkelijk de bedoeling was om het archief van de Staten te laten inventariseren, wat zozeer in strijd was met de oude privileges, vast gelegd in het tractaat van Venlo, die in 1719 bij de inhuldiging van de landsheer nog waren bezworen. Wanneer de Brusselse regering nu voorging in het schenden van de privileges, dan zouden de mogendheden met een andere religie, die een ge deelte van het Overkwartier bezaten, in die privileges geen beletsel vinden om het katholieke geloof van hun onderdanen te schaden. Bovendien wezen de Staten er nog eens op, dat het Barrièretractaat geen betrekking had op hun archief. Het baatte allemaal niets. Maria Elisabeth liet op 12 juli 1736 weten, dat de inventaris gemaakt werd ten behoeve van de landsheer en zijn onderdanen en "comme ces motifs sont fort supérieurs que vous alleguez", beval zij de Staten nogmaals de raadsheer Syben terzijde te staan. De Staten boden toen geen weerstand meer10. Op 23 juli werd de raadsheer Syben op het stadhuis ontboden en, nadat de burge meester en de syndicus met hun sleutels de deur ontsloten hadden, leidden de gede puteerden Syben de archiefkamer binnen. Besloten werd op 27 juli met het werk te beginnen. De gedeputeerden waren het erover eens, dat men Syben niet alleen zijn gang kon laten gaan, maar over het toezicht maakten de gedeputeerden onder ling moeilijkheden. De baron de Lobos en de oud-burgemeester van Roermond meenden, dat het voldoende was, dat de syndicus bij de inventarisatie aanwezig was. De baron de Rohe en de regerende burgemeester van Roermond vonden, dat zij als gewone gedeputeerden ook erbij moesten blijven. Omdat men het niet eens werd, oefenden alle gedeputeerden plus de syndicus gedurende de eerste vier dagen toezicht uit, zodat de inventarisator eerst door vijf, later door vier personen constant op de vingers werd gekeken! Ook de gedeputeerden ondervonden blijkbaar spoedig het ongemak van deze toestand en besloten, dat vanaf 1 augustus alleen de syndicus aan wezig zou zijn11. De beschrijving en ordening der stukken in het stadhuis vond, voorzover wij konden nagaan, plaats van 23 juli tot 28 oktober 1736 en van 13 juni tot 1 augustus 1737. Marcellus Syben werd in zijn werkzaamheden bijgestaan door burgemeester Cox, die meer dan twintig jaar later een rekening voor 281J arbeids uren indiende. Syben bracht 302 uren in het stadhuis door maar hij werkte ook in zijn woning aan de inventaris. Hij schatte in 1737 het aantal arbeidsuren thuis op 8 Marcellus Albcrtus Syben, geboren 8 november 1684 te Roermond, was sedert 1730 raadsheer van de Raad van Brabant. Zie: A. F. van Beurden, Het Geldersche-Beier- sche geslacht Syben, Roermond 1893, p. 7. 9 ARAB, archief joint des terres contestées, nr. 548, RAL, archief Staten Overkwar tier, voorl. nr. 32, f.25. 10 RAL, archief Staten Overkwartier, voorl. nr. 32, f.25v—28, 32—33. 11 RAL, archief Staten Overkwartier, voorl. nr. 32, f.33v35v. [124] minstens duidend12. Het net-exemplaar van de inventaris was op 28 december 1737 gereed18. Ruim een jaar later, op 3 december 1738, liet de syndicus aan de Staten weten, dat Syben had aangeboden voor hen de inventaris van hun archief over te schrijven, welk aanbod aanvaard werd. Mogelijk had inmiddels de Pruisische regering lucht gekregen van de werkzaamheden te Roermond. Immers op 12 april 1738 deelde Karei VI vanuit Wenen aan de landvoogdes Maria Elisabeth mede, dat de gezant van de koning van Pruisen zijn eisen herhaald had ten aanzien van het ver strekken van een authentiek afschrift van de inventaris van het archief te Roermond. De landvoogdes kreeg de opdracht om aan degene, die in Brussel de zaken van de koning van Pruisen waarnam, een exemplaar van de inventaris te bezorgen en om tevens een exemplaar naar Wenen te zenden14. Deze opdracht werd, zoals wij nog zullen zien, maar gedeeltelijk uitgevoerd. Keren wij nu terug naar het moment, waarop Syben met het werk moest beginnen: wat trof hij aan en hoe ging hij te werk? In het archiefvertrek bevonden zich enkele grote series archiefbescheiden. Als eerste moet de serie recessen, dit zijn resolutie protocollen, vanaf 1590 genoemd worden. Daarnaast bestond er een serie "dolean- tiën". Deze serie omvatte een aantal banden van ingekomen stukken voornamelijk van de regeringsinstanties te Brussel over de periode 15831689. In de beginperiode bestonden de banden voornamelijk uit geschriften met klachten, die voorzien van apostilles uit Brussel terugkeerden; vandaar de naam doleantiën. De overige mis siven waren grotendeels geliasseerd ongeacht hun afzender en inhoud in liassen, die een periode van een week tot een maand konden omvatten. Deze liassen vormden samen een grote serie ingekomen en uitgaande missiven. Andere series tenslotte waren de serie rekeningen van de onraadspenningen, welke de Staten ter dekking van hun kosten hieven, en de serie bijlagen van de rekeningen. Naast deze series kwamen ook dossiers voor. Een belangrijk op zichzelf staand archiefstuk was het "legerboek", een soort cartularium uit het einde der zeventiende eeuw, waarin vele akten van de hertogen van Gelder en andere met betrekking tot de rechten van het Overkwartier waren afgeschreven. Het totale archief tot 1794 heeft nu een omvang van circa 30 meter. Houdt men rekening met het feit, dat er wel wat verloren is gegaan, dan moet het archief in 1736 ook een omvang van ruim 30 meter hebben gehad. Dit toch niet geringe archief beschreef en ordende Syben met behulp van zijn assistent. Samen deden zij er rond 1600 uren, dus zo'n 200 dagen over. Deze korte tijd wekt reeds argwaan. Syben maakte uittreksels van alle akten, die in het legerboek vermeld zijn, en deze vormen een hoofdstuk van de inventaris. Uit de resolutieprotocollen maakte hij aantekeningen, van wat hem belangrijk voorkwam, hetzelfde deed hij met de serie doleantiën. De charters, die zich in het archief bevonden, werden echter allemaal beschreven. Voorzover de serie ingekomen en uitgaande missiven nog intact was, werd deze geheel verstoord. De aldus ontstane losse bescheiden werden verdeeld over 82 bundels, "pacquetten" geheten. Wie nu denkt, dat de inhoud van al deze 12 RAL, archief Staten Overkwartier, voorl. nrs. 39, f.218v en 431. 13 ARAB, archief jointe des terres contestées, nr. 549. 14 ARAB, archief jointe des terres contestées, nr. 555. [125]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 15