De opleiding tot hoger archiefambtenaar moet in eerste instantie gericht zijn op de functieverdeling in (rijks)archiefinstellingen, die in principe zijn gesplitst in afdelin gen voor inventarisatie en externe dienstverlening. Het plan de opleiding in te richten in twee secties t.w. één die zich voornamelijk bezighoudt met onderwijs in de inventarisatie van oude archieven (vóór ±1800) en één, die zich in het bij zonder richt op onderwijs in het inventariseren van nieuwe archieven (na 1800) dient aan deze splitsing ondergeschikt te worden gemaakt. Quaerendo a quarterly journal from the low countries devoted to manuscripts and printed books VII, 3, 1977, p. 289, waar de veiling wordt genoemd bij Beijers in Utrecht op 7 en 8 september 1976 van de bibliotheek van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Behalve om boeken ging het hierbij ook om kaarten en atlassen zoals de Atlas Leemans, die 94 kaarten van de grote Nederlandse rivieren bevat, bijeengebracht door de waterstaatsingenieur Joh. Fr. Leemans (1767-1807), de Atlas Von Wiebeking en de Atlas van de Zeehavens der Bataafsche Republiek. De belangrijke verzameling werd verspreid over bibliotheken, archieven en particuliere verzamelingen en wij vragen ons met de redactie van Quaerendo af of geen andere oplossing voor de financiële problemen van het KIVI mogelijk was geweest. Kon geen instantie gevonden worden, die bereid en in staat was de kostbare collectie in haar geheel over te nemen? Pogingen in die richting zijn op initiatief van het Alge meen Rijksarchief inderdaad gezamenlijk ondernomen door de ministeries van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, en van Onderwijs. Dat was des te meer van belang omdat veel stukken uit overheidsarchieven in de 19de eeuw naar het Instituut bleken te zijn afgedwaald. Hoewel niet geheel voorkomen kon worden dat overheidsinstanties op de veiling tegen elkaar opboden, kon het Algemeen Rijks archief met steun van de genoemde ministeries een groot aantal manuscriptkaarten en tekeningen verwerven. Na de veiling van het kaartenbezit werd in goed overleg een belangrijk deel van de collectie rapporten, reglementen en andere archiefstuk ken van het KIVI overgenomen door het Algemeen Rijksarchief. Zo heeft dit ten slotte nog baat gevonden bij een op zichzelf betreurenswaardig gebeuren zoals de verspreiding van het aloude bezit van het KIVI toch wel genoemd mag worden. Van de leden van een zo belangrijk en bovendien koninklijk instituut had meer corpsbesef en meer waardering voor hun culturele schatten verwacht mogen worden. Een vragenlijst van de Stichting tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandse recht. Eind februari heeft het bestuur van deze Stichting een circulaire gezonden aan de rijks-, gemeente-, streek- en waterschapsarchivarissen en de beheerders van hand schriftenafdelingen van bibliotheken. Graag zag het bestuur de inhoud van deze circulaire ook onder de aandacht van de lezers van het Nederlands Archievenblad gebracht. Iedere reactie is bijzonder welkom. De Stichting wil in 1979 aandacht schenken aan het feit dat honderd jaar geleden werd opgericht de Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandsche [90] recht. Op 17 en 18 mei 1979 zal te Utrecht een congres worden gehouden over het thema: "Publiceren en profiteren van rechtsbronnen". De bedoeling van het con gres is dat de "leveranciers" en de "consumentenvan door OVR en anderen uitgegeven en uit te geven bronnen van gedachten wisselen over het gebruik van rechtsbronnen bij onderzoek en onderwijs en over het toekomstig editieprogram van OVR. Ter voorbereiding van dit congres zou het bestuur van OVR U gaarne een aantal vragen voorleggen. De antwoorden op deze vragen hopen twee der inleiders op het congres, de bestuursleden Dr. C. Dekker en Prof. Mr. J. Th. de Smidt, te kunnen verwerken in hun voordracht, die tevens een aanzet tot discussie zal vormen. Het bestuur hoopt dat U zich door het zo min mogelijk vóórgeprogrammeerde karakter van deze vragen wilt laten uitnodigen tot een zo ruim mogelijk commentaar. Uw reactie, in te zenden aan Prof. Mr. O. Moorman van Kappen, Instituut voor rechts geleerdheid K.U., postbus 9049 te Nijmegen, wordt gaarne tegemoet gezien vóór 1 augustus 1978. VRAGENLIJST Geografisch 1Dient OVR zich te beperken tot het grondgebied van het tegenwoordige Nederland? Men denke aan de recente uitgave van de rechtsbronnen van het hertogdom Limburg en de landen Overmaze, aan het West-Indisch Plakaatboek (Suriname) en het te ver schijnen deel Nederlandse Antillen. Men zou ook kunnen denken aan verzamelingen van rechtspraak van de voormalige koloniën in Oost en West, maar ook aan de rechtsbronnen van kolonisten op het eiland Nordstrand of aan de Waterlanders in Amager, terwijl ook de rechtspraak van de Brusselse Raad van Brabant voor het oude Noord-Brabant belangrijk kan zijn, 2. Welke "witte plekken" op de kaart van rechtsbronnen zijn er? Als men het "Overzicht van oud-Nederlandsche rechtsbronnen" van Fockema An- dreae, De Blécourt en Van Tuyll van Serooskerken (Haarlem 1923) beschouwt en vergelijkt met hetgeen OVR heeft uitgegeven, valt de "ondervertegenwoordiging" op van bijv.: kleine steden van het kwartier van Zutphen kwartier van Nijmegen 's-Hertogenbosch Culemborg Bergen op Zoom Zaltbommel Meierij van 's-Hertogenbosch (met uit Waterland zondering van Peelland) Ou de water Land van Cuyk Delft Venlo Rotterdam Maastricht Schoonhoven Megen en Ravenstein Land van Arkel Staats-Vlaanderen Heusden Naarden Voorne Muiden Goes Arnhem Veere Alkmaar Tholen kleine steden van Kennemerland Vlissingen enz. [91]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 51