De aandacht wordt gevestigd op
In de nieuwste uitgave bevat het Kunstreisboek ca. 2250 artikelen, alfabetisch op
plaatsnaam per provincie gerangschikt, waarin de monumenten van kerkelijke, bur
gerlijke, militaire en landelijke bouwkunst worden beschreven. Vermeld worden
bijzonderheden betreffende hun geschiedenis en constructie, de versiering van
exterieur en interieur en de namen van de kunstenaars en ambachtslieden die bij de
totstandkoming ervan betrokken waren. Dat veelal uitvoerig archiefonderzoek nodig
is geweest om deze gegevens bijeen te krijgen, behoeft wel geen betoog. Vooral voor
die delen van ons land, die nog niet in de Geïllustreerde beschrijving van de Monu
menten van Geschiedenis en Kunst zijn opgenomen, is het Kunstreisboek als naslag
werk van grote betekenis. De bruikbaarheid als zodanig wordt verhoogd door de
toegevoegde indices op plaatsnamen en op namen van kunstenaars en ambachts
lieden. Door deze laatste kan onmiddellijk worden vastgesteld waar zich in Neder
land werk van een bepaalde persoon bevindt. Alleen al daarom zou dit boek op
geen studiezaal van een archiefdienst mogen ontbreken. Ook de beknopte littera
tuuropgave en de verklaring van termen uit bouwkunst, vestingbouwkunde en
iconografie kunnen daar goede diensten bewijzen.
J. H. van den Hoek Ostende
Handleiding voor de medewerkers aan de STCN; [voorw. J. A. Gruys en
C. de Wolf\. 's-Gravenhage, Koninklijke bibliotheek, 1977
De STCN, Short title catalogue Nederland 1540-1800, beoogt een overzicht te
geven van de Nederlandse boekenproduktie uit genoemde periode, aanwezig in
openbare verzamelingen. Dit project is voortgekomen uit de al uit het begin van
deze eeuw stammende plannen voor het maken van een Nederlandse bibliografie.
Aanvankelijk was het opzetten der STCN de taak van de Rijkscommissie van advies
inzake het bibliotheekwezen, maar na opheffing van deze commissie is die taak
overgenomen door de afdeling Oude drukken van de Koninklijke bibliotheek. Voor
uniforme beschrijving van de boeken werden gedetailleerde regels opgesteld, welke
gepresenteerd worden in de nu verschenen Handleiding. De gegeven regels kunnen
buiten de STCN worden gebruikt voor het samenstellen van een gedrukte catalogus
van een collectie oude boeken. Voor de opbouw van een gewone catalogus zijn deze
regels minder geschikt; de bibliografisch niet geïnteresseerde bibliotheekbezoeker
zal wat vreemd aankijken tegen de uitgebreide collatieformules, terwijl een gewone
schrijfmachine niet alle nodige tekens bevat. De STCN zal verschijnen in de vorm
van lijsten titels, gerangschikt volgens hoofdwoord, toegankelijk gemaakt door
middel van indexen. Het bezit van de Koninklijke bibliotheek wordt het eerste op
genomen. De taal van de redactie (en van de afkortingen) is Engels. Voor het
gebruik wordt beheersing vereist van het titelbeschrijven en van de analytische
bibliografie, waarbij b.v. niet het aantal blz., maar het aantal katernen geteld
wordt. Kennis van de rijksregels voor titelbeschrijven of van de voor de cursus
bibliotheekbeheer van de Rijks archiefschool samengestelde Handleiding voor het
titelbeschrijven, speciaal voor archiefbibliotheken, is dus niet voldoende. De regels
voor titelbeschrijving van de STCN wijken hier en daar belangrijk af van de rijks-
[88]
regels; voor de bibliografische beschrijving wordt gebruikt: F. Bowers, Principles
of bibliographical description, Princeton, 1949.
LERAAR.
De leeraar van de hoge school door voedsterlingen van de kerk ondersocht
en wederleid. Ed. B. Bekker. Amsterdam, D. van den Dalen bsr., 1694.
4°.*2 2*4 -ttA-B* ttC2 2ttA4 27tB2; A-X4, 2A-214, 3A-3K4, 4A-4N4 (4N4
*4N4,5) 40-4T4, 5A-5C4 5DE4 5F-514. htA* also issued separately as:
as: B. Bekker, Brief aan Joannes vander Waeyen, 1693.
Voor aansluiting bij de STCN wordt uitgegaan van een drukkerscatalogus. Inlich
tingen omtrent het samenstellen van een dergelijke catalogus zijn verkrijgbaar bij de
afdeling oude drukken van de Koninklijke bibliotheek. Aldaar is ook een beperkt
aantal exemplaren van de Handleiding beschikbaar voor belangstellenden.
M. B. Lohmann-de Roever
Itenerario, Bulletin of the Leyden Centre for the History of European Expansion,
published quarterly by Leyden University, number 2 (1977), waarin een interview
is opgenomen, getiteld: Reminiscences of a scholar-archivist: prof. dr. M. A. P.
Meilink-Roelofsz. De oud rijksarchivaris1 vertelt daarin over haar loopbaan, publi
caties en contacten met archivarissen en historici uit binnen- en buitenland, in het
bijzonder Indonesië en Japan.
In hetzelfde nummer staan ook mededelingen over de tussen 1 oktober 1975 en
1 april 1977 in samenwerking tussen Z.W.O. en de Leidse Faculteit der Letteren
vervaardigde trefwoordenindex op de dagregisters van de gouverneur van Suriname
1728-1781. Deze index is geplaatst op het Algemeen Rijksarchief, waar de geïndi
ceerde registers berusten.
Van archivistisch belang is voorts wat M. P. H. Roessingh in dit nummer bericht
over de Guide to the Sources for the history of the nations, met o.a. Guide to the
Sources in the Netherlands for the History of Africa South of the Sahara door
M. P. H. Roessingh en W. Visser, Guide to the sources in the Netherlands for the
history of Asia and Oceania up to 1796 door M. P. H. Roessingh en Guide to the
Sources in the Netherlands concerning the History of Asia and Oceania 1976-1949
door F. G. P. Jaquet.
De Nijmeegse dissertatie van A. H. G. Schaars, Agrarische Terminologie in Oost-
Nederland en haar dialectgeografische aspecten, Zutphen 1977, waarvan stelling
VIII luidt als volgt:
1 Zie voor haar afscheid van de rijksarchiefdienst Ned. Archievenblad 1971, blz. 13-16.
[89]