Drs. J. A. A. Bervoets, Inventaris van archivalia afkomstig van leden van het geslacht Asser, Algemeen Rijksarchief Tweede Afdeling, 's-Gravenhage 1976. Het is altijd interessant om een inventaris in handen te krijgen betreffende een onder werp, waar men zich zelf intens mee heeft bezig gehouden. Direct bleek mij echter al, dat hier niet het hele rijke familiearchief verspreid over verschillende takken van de familie! bijeen was, maar dat slechts een gedeelte van de archieven naar het Algemeen Rijksarchief is gegaan. Dat zijn de papieren, die aangetroffen werden op het advocatenkantoor op de Keizersgracht (p. 8). Uiteraard zijn dat vooral zake lijke stukken, die acht leden van de familie, procureurs en advocaten, betreffen. Het leeuwendeel, de nrs. 50-430, is afkomstig van de befaamde Tobias Michiel Carel Asser (1838-1913). De nrs. 432-435 als besluit zijn afkomstig van zijn oom M. H. Godefroy. Persoonlijk vind ik het wat jammer, dat de familie deze papieren afzonderde van het eigenlijke familie-archief (p. 9). Een dergelijke scheiding is vaak moeilijk te maken. Hier is b.v. onder no. 11 de befaamde biografie van Moses Salomon Asser (1754-1825) opgenomen. Ik publiceerde die met toelichting in het Jaarboek Am- stelodamum 1963. Daar kan men zien, hoe nauw die aansluit bij de dagboeken van zijn kleinkinderen, waaraan ik een afzonderlijk boek wijdde: "Uit Amsterdamse dagboeken" 1964. Daardoor verwondert mij het gebruik van de naam Levent in plaats van Levin. Slechts de eerste 11 nummers betreffen Moses Salomon Asser. Toch gaat de heer Bervoets in de Inleiding uitvoerig op hem in, maar noemt hem merkwaardigerwijze overal ten onrechte Moses Samuel Asser, en gaat zelfs zover te zeggen: "Moses Samuel was de zoon van Salomon Asser"! Uiteraard is aan T. M. C. Asser, de achterkleinzoon van Moses Salomon, het grootste deel van de Inleiding gewijd (p. 3-8). met als besluit enige gegevens over M. H. Godefroy. De andere leden van de familie van wie papieren bewaard bleven worden slechts terloops besproken: Carel (1780-1836), Tobias (1783-1847), Lodewijk (1802-1893), Eduard Isaac (1809- 1894), Carel Daniel (1813-1890) en Carel (1843-1898). Op de uiteraard zeer belangrijke stukken van T.M.C. Asser zal ik niet nader ingaan. Slechts wil ik nog enkele opmerkingen maken over het systeem van de inventaris, dat thans op het Algemeen Rijksarchief gebruikelijk is. Uit zuinigheidsoverwegingen worden de namen vaak alleen in de index opgenomen. Daarbij mis ik tamelijk smartelijk de jaartallen. Voor zuinigheid wijk ik echter steeds. Maar waarom wel nogal eens m.i. overbodige jaartallen in de Index van zaken, die men ook in de nummers vindt? Tenslotte nog een opmerking over de spelling. Uiteraard kan men vooral bij brieven niet steeds met de juiste namen komen. Toch lijkt mij, dat de namen Beelaerts van Blokland, Messchert van Vollenhoven, Braakensiek, etc., die gemakkelijk te controleren zijn, niet verkeerd geschreven hoefden te worden. Het zijn echter alle kleinigheden en wij mogen ons verheugen, dat de zakelijke pa pieren van de belangrijke familie Asser dank zij de bemoeiingen van Drs. Bervoets thans voor ieder toegankelijk zijn. I. H. van Eeghen [82] John Landwehr, Studies in Dutch books with coloured plates, published 1662-1875. Natural history, topography and travel, costumes and uniforms. The Hague, 1976. 300, Handboeken over speciale onderwerpen kunnen in archieven erg nuttig zijn. Ik denk b.v. aan de kinderprenten van De Meijer. Helaas kan ik niet hetzelfde zeggen van dit boek van Landwehr. Een grondige studie over de schaarse kleurendrukken, die in ons land verschenen, zou zeker veel worden geraadpleegd, maar ik vrees dat de belangstellende in bepaalde kleurendrukken niet heel veel in dit werk zal vinden. Op zich zelf is het goed om in één boek de origineel handgekleurde platen en de kleurendrukken te behandelen, zoals hier geschiedde. Op economisch terrein zou men op die wijze tot merkwaardige conclusies kunnen komen. Maar noch de af zetters van prenten (colourists), noch de vervaardigers van de kleurendruk komen in dit opzicht uit de verf. En in ieder geval zouden m.i. kleurendruk en het handwerk - kleuren streng gescheiden moeten blijven, althans voor zover dat mogelijk was. Dat is hier niet geschied. De belangstelling voor beide is thans zeker enorm. Ik verwijs naar de veiling Pfann te Amsterdam van 20.9.1977: Nozemann-Sepp (No. 193) handgekleurd, opbrengst 40.000,(tax. 30.000,Weinmann (No. 274) handgekleurd en kleurendruk 38.000,(tax. 40.000,en het klapstuk van de veiling Smallegange, Kroniek van Zeeland (no. 233) handgekleurd 32.000,(tax. 10.000,—)! Ik laat hier een summier overzicht van de inhoud van het boek, dat uit drie afde lingen bestaat, volgen. I getiteld Studies heeft elf hoofdstukjes, met soms aardige incidentele mededelingen over boeken, volstrekt echter niet altijd betrekking heb bende op handgekleurde prenten of kleurendrukken. II getiteld Catalogue geeft bibliografische beschrijvingen van boeken van de beide technieken dooreen, ge splitst in Natural history en in Topography and travel, costumes and uniforms. De zeer talrijke zuiver handgekleurde exemplaren kunnen uiteraard slechts door toeval vertegenwoordigd zijn, ofschoon de schrijver veel onder ogen heeft gehad en daar door blijkbaar wel een idee heeft gekregen, welke werken al direct door de uitgevers handgekleurd op de markt werden gebracht. Het lijkt mij, dat dit het meeste voor kwam bij de eerste categorie. Toevallig hield ik mij juist daarmee bezig, zij het voor een soort prenten, die buiten dit boek vallen, namelijk de illustraties van bijbels ("Ondernemende geschiedenis, 22 opstellen van de vereniging Nederlands Economisch-Historisch Archief" 1977). Daar is althans slechts sprake van het "afzetten" van een zeer beperkt aantal exemplaren. Dat zal meestal het geval zijn geweest! Afdeling III getiteld Indices geeft naar mijn mening het bruikbaarste materiaal. Het is altijd gemakkelijk om in één oogopslag in de indices, verdeeld in onderwerpen, kunstenaars, gewone namen, verzamelaars, uitgevers, intekenaren-boekverkopers en lithografische drukkerijen, te kunnen zien, of iemand, met wie men bezig is, erin voorkomt. Ik haalde daardoor een enkel mij onbekend gegeven uit het op zich zelf niet eenvoudig te raadplegen boek. Tenslotte volgen, nuttig voor liefhebbers van de natuurlijke historie, als bijlagen [83]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 47