zijde weer een felle reactie: wij willen zelf onze schatten tonen met verwijzing naar recente geslaagde archieftentoonstellingen. Een wat elitair karakter moet daarbij voor lief worden genomen. Voor de namiddag waren een zevental werkgroepen georganiseerd, in evenzoveel instellingen, die in een gemeenschappelijke zitting geëvalueerd zouden worden onder de titel: "Erhaltung, Erschlieszung und Ausstellung von Kulturgut in Archiven, Bibliotheken und Museen". Wij hadden ons opgegeven voor respectievelijk "Ein- führung in die Ausstellung des Geheimen Staatsarchiv' (Geheimes Staatsarchiv Preuszischer Kulturbesitz) en "Erfahrungen beim Aufbau eines modernen Bild- archivs" (Bildarchiv Preuszischer Kulturbesitz). In het Geheimes Staatsarchiv is jarenlang gedacht over de ideale opzet van archief tentoonstellingen. Het resultaat tot nu toe, waarover het deze middag ging, bleek aardig overeen te stemmen met de in het Rijksarchief in Zeeland gevolgde praktijk. De indrukwekkende hoeveelheid werk die verzet moet worden voor de opbouw van een goed toegankelijk "beeldarchief" noodt niet direct tot navolging door een van de, chronisch overbelaste, nederlandse archiefdiensten. Opvallend was overigens dat het Bildarchiv zich als vanzelfsprekend beschouwde als een arc/i/e/dienst, slechts op toevallige, technische gronden niet als afdeling bij het Landesarchiv onderge bracht. Het (voor ons nog) probleem van de "zeitgeschichliche Sammlungen" is in Duitsland al uit de discussiesfeer verdwenen. De evaluatiezitting werd in het Rijksdaggebouw gehouden. Tevoren konden de deelnemers in ditzelfde gebouw de tentoonstelling "Fragen an die deutsche Ge- schichte - Ideen, Krafte, Entscheidungen von 1800 bis zur Gegenwart" bezichtigen. Tegen de bedoeling is deze tentoonstelling al bijna permanent geworden. Geen won der, want de belangstelling is nog steeds groot en de inrichtingskosten moeten enorm zijn geweest. Originele archiefstukken zijn er niet bij, wèl vergrote en op panelen gemonteerde copieën. Voorwerpen zijn dankbaar gebruikt om de algemene culturele context te vertonen. Overigens is deze expositie er een uitstekend voorbeeld van hoe ook een "literair' thema als de politieke geschiedenis heel goed gevisualiseerd kan worden. De opzet is uitgesproken objectief vergeleken bij de traditionele duits- historische concepties, wat op een aantal collega's, met name voor wat betreft de contemporaine geschiedenis, waarschijnlijk een "linkse" indruk maakte, althans nogal wat emotionele weerstanden opriep. De dag werd besloten met een ontvangst door de burgemeester, waar oude con tacten hernieuwd werden en nieuwe gelegd. Van de woensdag was de namiddag een interne aangelegenheid, in zoverre toch weer van belang voor de anderen, dat Dr. Helmut Dahm, die zich jarenlang zoveel moeite gegeven heeft voor de internationale betrekkingen van het duitse archief wezen, aftrad als voorzitter van de Verein deutscher Archivare. 's Avonds laat, bij het glas wijn waartoe het bestuur traditiegetrouw de buitenlanders had uitgenodigd, is hij uit hun aller naam dankend toegesproken door de Algemene Rijksarchivaris van België. 's Morgens was er eerst een "gemeinsames Rundgesprach" geweest van de zeven vak groepen (dat zijn groeperingen van archivarissen die zich bezighouden met archieven [66] van dezelfde soort proveniëntie bv. kerk- of bedrijfsarchieven). Voor elk van de vakgroepen werd ingegaan op de mogelijkheid tot reconstructie c.q. vervanging van verloren gegaan of ontoegankelijk geworden archiefmateriaal afkomstig van het Duitse Rijk en van Pruisen. Daarna werden onder de verzamelnaam "Ökonomie des Sammelns" drie referaten gehouden over drukwerk in archieven en bepaalde soorten drukwerk in bibliotheken. De aandacht zij hier alvast gevestigd op het begrip "graue Literatur", waaronder brochures, vlugschriften, prospectussen, jaarverslagen e.d.m. vallen, en op het op merkelijke feit dat in blibliotheken voor het katalogiseren van ambtelijk drukwerk een pseudo-herkomstbeginsel ontwikkeld is: ordening per in-het-licht-gever of re dacteur (Herausgeber). 's Avonds sprak Prof. Dr. Oswald Hauser over "Das geistige Preuszen", een "posthume" hommage aan de mentaliteit van een veelgesmaad Pruisen, dat bij de jongste generatie al haast in de vergetelheid is weggezakt. De beide resterende dagen waren bestemd voor excursies in zowel West- als Oost- Berlijn (in ruime zin). Onze reis naar Potsdam had nogal te lijden van een twee uur durend oponthoud aan de grens, wat vooral ten koste ging va nde tijd bestemd voor het bezichtigen van Sans Souci. Cacilienhof, tot 1945 woonstee van de laatste duitse kroonprins en daarna het toneel van de conferentie van Postdam, kwam er beter af. De rondleiding hier was sterk gericht op het overtuigen van politiek andersdenken den, met kennelijk averechts effect. Kort samengevat heeft deze 51e Archief dag van het oude thema Archieven, Biblio theken en Musea laten zien dat het, verre van doodgepraat te zijn, bezig is geheel nieuwe aspecten te ontwikkelen. Tot slot nog dit: wij konden ons niet aan de indruk onttrekken dat de duitse zuster vereniging juist op de goede betrekkingen met het nederlandse archiefwezen veel prijs stelt. Wij hebben als nederlandse archivarissen iets waar te maken. Caspar van Heel J. Rinzema [67]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 39