kruid" uit Tilburg op met een speels programma van Brabantse volksliedjes en volksmuziek. Op de vergadering in de Hofzaal van het Markiezenhof sprak op vrijdagmorgen collega J. S. A. Delahaye over De Wouwse Plantage. Na de koffie pauze hield mevrouw H. Coppejans-Desmedt van het Algemeen Rijksarchief te Brussel een indrukwekkende lezing over Industriële archeologie's Middags werd o.a. een bezoek gebracht aan de tentoonstelling in het Markiezenhof, gewijd aan Bestuur en Rechtspraak te Bergen op Zoom tot de tijd van Napoleon. J. M. F. IJ Oproep om medewerking bij een onderzoek op het gebied van ijskelders Archivarissen, die iets kunnen mededelen over oude ijskelders, waar natuurijs werd opgeslagen op buitenplaatsen, kastelen en villa's, bij oude brouwerijen, banketbak kerijen of vroegere vishandelaren, worden vriendelijk verzocht deze gegevens op te willen geven aan ondergetekende, opdat ze zonodig alsnog in een door prof. dr. A. W. Reinink te schrijven monografie over dit onderwerp kunnen worden opge nomen. Bij voorbaat hartelijk dank. J. G. Vermeulen Turkooislaan 102 Utrecht, tel. 030-884702 Oproep om medewerking bij een onderzoek naar het voorreformatorisch gebruik van het wegen van dopelingen In kerkerekeningen van Amersfoort en Utrecht van vóór de Reformatie trof ik op gaven aan van ontvangsten wegens het wegen van pasgedoopte kinderen. Over dit gebruik in de voorreformatorische Kerk is slechts weinig bekend. Graag zou ik hierdoor de collegae, die archieven beheren, waarin zich voorreforma torische kerkerekeningen bevinden, willen vragen na te gaan, of ook in andere plaat sen dan de bovengenoemde dergelijke ontvangstposten zijn te vinden. Van het resultaat van een dergelijk onderzoek ook als het negatief is zou ik graag op de hoogte worden gesteld. Het ligt in mijn bedoeling aan het voorkomen en de betekenis van bedoeld gebruik te zijner tijd een artikel te wijden. Bij voorbaat dank ik een ieder, die mij dergelijke inlichtingen zou willen verstrekken, daarvoor ten zeerste. J. G. J. van Booma De Visserstraat 34 Gouda [64] De 51e Duitse Ar chief dag in Berlijn Behalve de thematiek (Archieven, Bibliotheken, Musea) bepaalde deze keer ook de uitzonderlijke positie van de ontvangende stad de inhoud en het verloop van dit congres ("archiefdag" is in zoverre misleidend dat er een hele werkweek 19-23 september mee gemoeid is). Aan Berlijn in heden en verleden, aan Pruisen en aan hun beider verhouding tot het congresthema werd relatief veel aandacht besteed. Dat begon meteen al maandagavond, de begroetingsavond voor de deelnemers, nadat 's ochtends en 's middags alleen besturen, commissies e.d. vergaderd hadden. Er werd een documentaire uit 1927 vertoond, "Berlin, die Sinfonie der Groszstadt", voorafgegaan door een voordracht van de directeur van het Landesarchiv Berlin (Berlijn heeft de status van "Land"). Deze stelde dat het jaar 1927 het absolute hoogtepunt in de culturele geschiedenis van de stad was geweest. Ook de volgende ochtend kwam Berlijn nog veel ter sprake, gerelateerd aan het thema. De opening, waar behalve de voorzitter van de duitse archivarissenvereni- ging als gastsprekers optraden een senator van Berlijn en de secretaris van de Inter nationale Archiefraad, was er voor meer dan de helft aan gewijd en daarna nog een referaat van Prof. Dr. Werner Stein, voormalig senator voor Cultuur. Van deze laatste kwam de bijna aforistische uitspraak (over wetenschap en cultuur): "Die Gegenwart übertrifft die Summe der Vergangenheit". Het hierna volgende "Podiumgesprach" over "Archive, Bibliotheken, Museen, Ge- meinsamkeiten und Besonderheiten, Grenzen und Zusammenspiel" vormde wel de kern van het congres. Acht kopstukken uit de drie werelden, met een omroepfunctio- naris als moderator, namen deel aan deze al spoedig uitgesproken emotionele dis cussie. Enigszins verbijsterend was het een bekende autoriteit nog het oude kriterium gedrukt of geschreven te horen hanteren voor de vraag bibliotheek of archief, een uitspraak die overigens terdege weerlegd werd. Daar tegenover werden een aantal voor ons nieuwe gezichtspunten geformuleerd over het wezen van de drie soorten instellingen, hun raakvlakken en overlappingsgebieden, hun verschillende manieren van toegankelijk maken en het belang daarvan voor het publiek. Het is duidelijk dat de meningen over dit toch niet zo jonge vraagstuk nog lang niet vastliggen, eer der opnieuw in beweging zijn gekomen. Gesteld werd dat vruchtbare samenwerking mogelijk is, maar dat er van een methodische samenwerking nog geen sprake is. Aan het slot werd de praktische vraag gesteld: hoe moeten we archiefgoed tentoonstellen. Van museumzijde kwam het antwoord: door mee te werken aan onze katalogi; wij wekken de belangstelling en richten die dan naar de archieven. Hierop van archief - [65]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 38