De opening van de conferentie CAA-ACUR/L in de Holiday Inn te Willemstad, Curagao,
op 7 november 1977. Van links naar rechts dr. A. F. Paula, hoofd Centraal Historisch Ar
chief van de Nederlandse Antillen, mevr. G. Saunders, voorzitster van de CAA, S. G. M.
Rozendal, minister-president van de Nederlandse Antillen, mgr. W. M. Ellis, bisschop van
Willemstad, K. E. Ingram, voorzitter van ACURIL, en mevr. R. M. de Paula, directrice
van de Openbare Bibliotheek van Curagao.
opleiding tot archivarissen, restaurateurs en fotografen, (2) het ontwerpen en uit
voeren van microfilm-programma's, (3) de archief gebouwen in de tropen, (4) het
beheren en bewaren van computergegevens, tapes en grammofoonplaten, waaruit de
geschiedenis valt af te leiden en (5) de verwerving van niet-overheidsarchieven.
1. In oktober 1975 werd tijdens de vergadering van de CAA in Guadeloupe een
commissie ingesteld met de opdracht voorstellen te formuleren voor de opleiding
van Caribische archivarissen, in het bijzonder in de Engels sprekende gebieden.
De commissie bracht tijdens de vergadering in Cura?ao een tussentijds verslag
van haar werkzaamheden uit met een aantal nog nader te bestuderen suggesties.
Het Hoofd van het Centraal Historisch Archief van de Nederlandse Antillen,
dr. A. F. Paula, betwijfelde de noodzaak van een centrale opleiding van archiva
rissen uitsluitend vanwege de nog vage identiteit van de landen in het Caribisch
gebied. Wel achtte hij een centrale opleiding voor restaurateurs en fotografen
van belang. Hij beklemtoonde het zeer goede contact op archiefgebied tussen de
Nederlandse Antillen en Nederland en memoreerde de stage van een restaurateur
enige jaren geleden op het Algemeen Rijksarchief en de opleiding van twee van
[56]
-f-rlxlrlnriri
zijn medewerksters, die thans de rijks-archiefschool volgen en hun stage vervul
len op de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief.
2. Drs. Van Laar gaf in een gecombineerde vergadering een door ondergetekenden
samengesteld overzicht van de aktiviteiten op het gebied van archiefverfilming,
getiteld "Archives and Micrography in the Netherlands"Bij de voorbereiding
van deze voordracht werd een nuttig gebruik gemaakt van de inleidingen, die
door collega's Bordewijk en Slot tijdens de laatst gehouden studiedagen in Sche-
veningen zijn gehouden. Hij onderstreepte o.a. de noodzaak van internationale
kwaliteitsnormen en het gebruik van standaardmaten voor micro-opnamen. Deze
zullen erg nuttig zijn voor de onderzoekers en evenzeer voor archivarissen en
bibliothecarissen, die microfilms of microfiches willen uitwisselen. Op het gebied
van de internationale samenwerking noemde hij het microfilmproject, dat door
het Algemeen Rijksarchief met het Arsip Nasional van Indonesië wordt uitge
voerd. Vergelijkbaar met dit project werd door het Centraal Historisch Archief
van de Nederlandse Antillen en het Algemeen Rijksarchief een plan voorbereid
voor de verfilming van archivalia, afkomstig van en betreffende de Nederlandse
Antillen, in beheer bij het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Een deskundige
zal de te verfilmen stukken selecteren onder verantwoordelijkheid van de archi
varis van de Nederlandse Antillen. Spreker zou een samenwerking met Suriname
op dit gebied toejuichen. Langs bilaterale weg en slechts met wederzijds respect
worden de beste resultaten bereikt. Deze samenwerking is ook van groot belang
voor het wederzijds begrip, aangezien wij leven in landen met zo verschillende
achtergronden.
3. Over archiefgebouwen in de tropen was reeds uitgebreid gesproken op de vorige
conferentie van de CAA in Guadeloupe in 1975.
4. Op het gebied van niet-traditionele archivalische bronnen werd tijdens de discus
sies ook de aandacht gevraagd voor de z.g. "oral history": het vastleggen van
volksverhalen, oude gebruiken en dergelijke.
5. Wij hebben de deelnemers gewezen op de grote waarde van niet-overheidsarchie
ven, zoals de archieven van banken, handelsondernemingen, bedrijven, plantages,
zendings-, missie- en kerkgenootschappen. Op deze aanbeveling ging vooral
collega Vera MacLeavy van de Evangelische Broedergemeente in Jamaica en
thousiast in.
De leden van de ACURIL spraken tijdens hun afzonderlijke vergaderingen over
identieke bibliotheekvraagstukken.
De al eerder genoemde vertegenwoordigers van de Library of Congress in Washing
ton hielden tijdens gecombineerde bijeenkomsten inleidingen over het conserveren
van geschreven en gedrukte bescheiden (Poole) en over het nut van de fotografie in
de ruimste zin van het woord bij archieven en bibliotheken (La Hood). Wij hebben
de indruk dat een en ander de beperkte mogelijkheden van de Caribische collega's
nogal te boven gaat. Immers de financiële middelen en de personele bezetting laten
een optimale restauratie van geschreven bronnen en de aanschaf en het optimaal
gebruik van de modernste apparatuur nog niet toe. "Money is the key", zoals een
collega informeel opmerkte.
[57]