die toen aan het bewind waren twee belangrijke stromingen bestonden: die van de Federalisten, die de provincies vrijwel autonoom wilden laten maar verenigd in een statenbond overeenkomstig de beginselen van de Unie van Utrecht, en de Unita- rissen, die een eenheidsstaat voorstonden. Dan was er nog een derde groep, minder groot, die der Moderaten, die een tussenpositie innam en tenslotte het pleit won (zoals het altijd pleegt te gaan). Alle drie noemden zich Democraten, al dekte dat een ander begrip dan wij er nu aan hechten. In het begin van de nieuwe republiek hadden de Federalisten de overhand tot groot m'snoe~en van de Unitarissen, die daarom in 1798 met medewerking van de Franse gerant een staatsgreep pleegden, een weinig democratische methode, en zo hun be ginselen wisten door te voeren. Al heeft hun bewind slechts enkele maanden ge duurd, toch wat het federalisme verslagen, het provincialisme uitgediend en de een heidsstaat geboren. Een van de Unitarissen was Isaac Jan Alexander Gogel2 een bekwaam financier en staatshuishoudkundige, die zich met de financiën van de staat ging bezig houden, zowel onder de Raadspensionaris Schimmelpenninck als onder Lodewijk Napoleon, door wie de eenheidsstaat beter gestalte ging krijgen. De schulden der provincies werden samengesmolten tot een schuld van de nieuwe staat en nieuwe belastingen zouden worden ingevoerd, geldend voor het gehele rijk. Een van die belastingen was de verponding met een directe inning, dus geen verpachting, zoals dat vroeger ge schiedde, met als gevolg lagere perceptiekosten3. Flet is de verdienste van Gogel geweest de belastinghervorming niet alleen voor de grondbelasting met grote bekwaamheid te hebben doorgevoerd. Wij zullen ons echter beperken tot de grondbelasting omdat daaraan het kadaster was gekoppeld. In juli 1806 bood Gogel een wetsvoorstel aan tot de heffing van de verponding, dat de koning daags daarna aan de Raad van State toezond ter bestudering. Intussen kreeg Gogel opdracht alles voor te bereiden wat nodig was om tot de uitvoering van die wet te komen. Reeds op 1 augustus van dat jaar doet hij zijn voorstellen aan de koning toekomen en schrijft 2 Isaak Jan Alexander Gogel, geboren te Gemonde bij Vught op 10 december 1765. Zijn vader was een Duits officier in Staatse dienst. Gogel was een der ijverigste leden van het Comité Revolutionair van 1794 en uiteraard Patriot. Onder de Raadspensionaris (1805) minister van financiën in welk jaar hij reeds kwam met een algemeen stelsel van belastingen. Lodewijk Napoleon bevestigde Gogel in zijn ambt. Na 1810 werd hij door keizer Napoleon benoemd tot intendant-generaal van financiën te Parijs. In 1813 trok hij zich terug uit het politieke leven en kocht een blauwselfabriek te Overveen. Koning Willem I verhief hem in 1821 tot staatsraad in algemene dienst. Kort daarop stierf Gogel op 13 juni 1821. Gogel was een groot financieel talent, een eerlijk, onkreukbaar karakter; hij beschikte over een sterk geheugen, was zeer vlug in zijn werk en een trouwe vriend. (Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 7 kolom 480 e.v.). 3 De perceptiekosten voor het geheel der ontvangsten in het jaar 1806 bedroegen bij een opbrengst van rond 42,7 miljoen 8,3%, waaronder voor de grondbelasting, opbrengst rond 9.5 miljoen, slechts 300.000,Onder Willem I bedroegen de inningskosten voor de jaren 1818 en 1819 desp. 17% en 16%, dus zowat het dubbele. (Sillem, aan gehaald werk blz. 241 e.v.). [26] zo heb ik gemeend niet beter aan de intentiën van Uwe Majesteit te kunnen beantwoorden, dan door de zorg van deze administratie geheel toe te vertrouwen aan een bijzondere Hoofdcommissie, welke haar zittin gen in de Residentie zal houden enz. Die commissie zou bestaan uit drie leden en een secretaris te weten Mr. C. van Breu- gel4, president, de luitenant-kolonel le Fèvre de Montigny5 lid, een nog niet gevonden lid en als secretaris Mr. J. G. de Meij van Streefkerk". De leden zouden 4000,— 's jaars toucheren, bij le Fevre de Montigny onder aftrek van zijn salaris als militair en de secretaris 2500,Bovendien zouden aan de commissie nog drie honoraire leden worden toegevoegd: baron Ghijben en Diepers, behorende tot het departement van financiën en Hoyting, lid van de Raad van Financiën in het departement Hol land. De drie laatst genoemden zouden de commissie van advies moeten dienen. Gogel vervolgt Voor het Bureau zal ik de gewone bepalingen niet exuderen (overschrijden) en daarop jonge lieden die hunne studieën volbragt en een goede aanleg tot zaken van administratie hebben weten te plaatsen, overigens mij tot uitgevallen ambtenaren bepalende. De Bode behoort het gewoon Tractement van 800,te genieten, waarop alle Bodens bij mijn Departement fungeren. 4 Caspar van Breugel, geboren te 's-Gravenhage op 11 maart 1752. Promoveerde in de rechten te Utrecht 31 mei 1771. In 1781 secretaris van 's-Hertogenbosch tot 1795. Ver huist in 1803 naar 's-Gravenhage en is lid van de Algemene Armen Commissie. In 1806 president der Hoofdcommissie voor de zaken der verponding daarna Keizerlijk Commissaris voor het Kadaster. In 1812 benoemd tot directeur der directe belastingen in Friesland, gepensioneerd in 1819. Hij vestigt zich te Haarlem, wordt er in 1824 lid van de Raad en overlijdt aldaar op 30 mei 1833. In 1826 door Willem I verheven in de adelstand met het predikaat van baron. (Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 4 kolom 299). 5 Gillis Johannes le Fèvre de Montigny werd geboren te 's-Hertogenbosch in 1765 en was reeds op 18 april 1782 extra-ordinaris ingenieur bij de Genie. Na verscheidene bevorderingen werd hij in 1800 aangesteld als luitenant-kolonel ingenieur. Op verzoek van de minister van financiën werd hij in augustus 1806 door de minister van oorlog ter beschikking gesteld voor de kadastrale landmetingen. In 1811 werd hij aangesteld als eerste administrateur van het kadaster, met behoud van zijn rang in de Franse Armee. In 1817 bevorderd tot kolonel-titulair en in 1818 gepensioneerd. Hij overleed op 19 mei 1821. De jeugdige leeftijd waarop hij als militair werd aangesteld, verbaast ons heden, maar in die tijd kon men reeds op 14-jarige leeftijd in militaire dienst treden. Waarschijnlijk heeft hij zijn opleiding genoten in de school van de luitenant-kolonel De Chastillon, die te 's-Hertogenbosch en later te Grave was gevestigd. Voor het wapen der Genie was een examen vastgesteld waaraan moest worden voldaan om tot de toenmalige rang van extra-ordinaris ingenieur te worden bevorderd. (Collectie stamboeken van offi cieren, Alg. Rijksarchief inv. nrs. 210-1720, 440-7 en 441-7; Dc Militaire Spectator 1850/51). 6 Het viel mij op dat zowel Gogel, le Fèvre de Montigny als Van Breugel uit 's-Herto genbosch of directe omgeving (Vught) kwamen. Zouden zij elkaar al in Brabant ge kend hebben? [27]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 19