Verwijzing Concordans Nr. Hoofdwoord Titel Beknopte beschrijving Annotatie Catalogusbeschrijving 1 Inventaris: Nr. Hoofdwoord Titel Beschrijving ning van de oude maat, bv. via "Staring"8 en 3. omrekening van de schaal naar kaartgegevens, bv. via vaste punten als kerktorens. Wij kiezen voor de tweede mogelijkheid aangezien deze de bedoelde schaal van de kaartmaker het meeste recht doet, weinig tijd kost t.o.v. de derde mogelijkheid en meer nut oplevert voor de gebruiker t.o.v. de eerste mogelijkheid. Afvoering van elementen: - Vele beschrijvingselementen zijn gebaseerd op moderne en/of gedrukte kaar ten. Deze kaarten bevatten inderdaad vaak een veelvoud van eenvoudig aflees bare elementen als uitgever, jaar van uitgave, graveur, coördinaten etc. Het kan aanbeveling verdienen bij de beschrijving van archiefkaartcollecties deze beschrijvingselementen te laten vervallen en ze slechts daar in de anno tatie op te nemen waar dit nodig is. Toevoeging van elementen: - In verband met gebruik, ordening en (her)inventarisatie kan het aanbeveling verdienen concordansen, verwijzingen tot vaste beschrijvingselementen te ma ken, voor wat de verwijzing betreft daar waar deze niet of niet geheel opge nomen is in het Hoofdwoord. Geen vast beschrijvingselement dient de verwij zing naar een instelling of persoon te zijn, als deze geen deel uitmaakt van de collectie. Het is bv. mogelijk dat op een kaart van de "waterstaat" collectie aantekeningen te vinden zijn die verwijzen naar "waterstaat" en "oorlog". De verwijzing naar waterstaat vormt een vast element, die van oorlog is inci- denteel en kan worden opgenomen in de annotatie met overname van de aan tekeningen van beide, zeker waar deze in potlood zijn gemaakt. Immers door de vaak zo "individuele" kaartbeschrijving is ook het gebruik relatief inten sief, met alle risico s van slijtage. Deze toevoegende elementen hebben vooral als doel de kaart vast te leggen in de structuur van de eigen en samenhangen de instellingen, gedachtig wat Papritz over deze structuur opmerkte: "Genau wie die übrige Kanzleidokumentation und in engster Verbindung mit ihr 'er- wachsen auch die Karten organisch'. Sie sind Teile eines Gesamtorganis- mus".9 De taak van de kaartbe'heerder is tweeslachtig; enerzijds dient hij de kaarten per collectie volgens de oude orde vast te leggen en anderzijds dient hij de gebruiker zo goed mogelijk toegang te verlenen tot het materiaal. De gebruiker is door de aard van zijn onderzoek meestentijds gediend met een overzicht van de complete collectie en daarbij vnl. geïnteresseerd in een goede geografische beschrijving. Het is deze tweeslachtigheid die ons doet kiezen voor twee systemen naast elkaar die waar het hun uitvoering betreft gedeeltelijk complementair zijn, namelijk de in ventaris of lijst per collectie voor de meer archieftechnische gegevens en de cata logus voor de meer geografische en technische gegevens. 8 Staring, W. C. H., De Binnen- en Buitenlandse Maten, Gewichten en Munten 1871, Bewerking: Wieringen, R.W.v., 1902. 9 Papritz, J., Grundsatzliches zur archivischen Karten-Titelaufnahme, In- Der Archi- var, jrg. 18, 1965, pag. 336. 18 Deze keuze voor twee systemen heeft het voordeel dat op eenvoudige wijze aan sluiting kan worden verkregen op het C.C.K.-systeem waarmee de gebruiker de voor zijn onderzoek benodigde kaarten snel kan lokaliseren. De archiefkaartbe heerder kan voor gedeelten van collecties, vnl. gedrukte kaarten, de geografische en technische gegevens opvragen via het C.C.K.. De hier beschreven werkwijze betekent voor gebruiker en beheerder een besparing van werk en een verhoging van niveau van de kaartbeschrijving. De gebruiker die in eerste instantie via de geografische beschrijving in de catalo gus lokaliseert en vervolgens meer informatie wil over de "achtergrond" van de kaart, kan deze, via de vermelding van inventaris en nummer op de catalogus kaart, op eenvoudige wijze bereiken. De gebruiker die werkt via de archiefinven taris en bij een bepaalde kaart meer technische gegevens wenst, kan deze via het hoofdwoord in de catalogus bereiken. Op deze wijze worden cataloguskaarten niet "overladen" met aantekeningen, con cordansen, verwijzingen etc. en archiefbeschrijvingen niet "overladen" met coör dinaten, jaartallen, serienummers etc.. We laten hierbij als voorbeeld twee typen van beschrijving zien, zoals deze resp. voor de inventaris in boekvorm en de losbladige catalogus geschikt zijn. Inventarisbeschrijving Ordenen10 De ordening der kaarten is, zoals hiervoren reeds betoogd, afhankelijk van de structuur der oude instellingen. Het is bij de ordening allereerst van belang bij de verschillende instellingen te bepalen hoe de plaats van de kaarten was. Deze plaats 10 In het vervolg wordt middels Handleiding en Par. bedoeld: Muller Fz., S., Feith, J. A., Fruin Th. Az., R., Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven, 1920. [19]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1978 | | pagina 15